Discussiegroep

Onderwerp: Overlijdensaangiften

Totaal berichten: 21
1.922 keer gelezen
7 reacties
Categorie: Overig Mei 1940 / Slachtoffers en erevelden
Een aantal jaren geleden ben ik mede dankzij deze Discussiegroep het een en ander te weten gekomen over het sneuvelen van Wim Berntsen. Gegevens beschikbaar op de website van De Greb zijn toen gebruikt om de toedracht te reconstrueren. Volgens dit verhaal – te lezen op www.berghapedia.nl/index.php/Berntsen,_Wilhelmus_Henricus – zou hij gelijktijdig met een aantal anderen zijn omgekomen.

In de overlijdensakten van de betrokkenen – beschikbaar op www.wiewaswie.nl en zoekakten.nl – wordt echter voor elk van hen een ander tijdstip van overlijden genoemd; van 04.00 tot 18.30. Dit nu is de aanleiding voor mijn vraag: wat is er bekend over de wijze waarop de overlijdens van mei 1940 werden aangegeven? In de Discussiegroep is er in een paar individuele gevallen wel over de aangifte gesproken, maar voor zover ik kan zien is het onderwerp nooit omvattend aan de orde geweest.

De dood van de jongens die een aantal jaren later in Indië zijn omgekomen, werd aangegeven volgens artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 1 april 1909 (zoals sindsdien gewijzigd), dat het opmaken van overlijdensakten van krijgslieden regelde. In mei 1940 is dit artikel 3 overduidelijk niet gehanteerd.

Ik heb veel, maar niet alle, akten van Rhenen en een paar andere gemeenten bekeken, en ik kan er geen lijn in ontdekken. Elders (waar minder gesneuvelden waren) zijn de akten nog tijdens of kort na de meidagen opgemaakt. De aangever was vaak een lokale arts, politieman of gemeenteambtenaar. In Rhenen kwam de aangifte pas later op gang; de piek lag eind 1940. In vele tientallen gevallen was de aangever de Rhenense timmerman Gijsbertus Jan Hendrik Smit; iets minder vaak de Rhenense schilder Johannes Benjamin Meijer. Een aanzienlijk aantal aangiften werd gedaan door een familielid, meestal de vader, soms een broer of zus, of de echtgenote. Ik vraag me af waarom in veel gevallen een familielid maanden later – werkelijk maanden later – nog naar Rhenen afreisde om aangifte te doen, terwijl dat in andere gevallen door Smit of Meijer werd gedaan. Hoe dan ook: de verlate aangifte geldt ook voor gesneuvelden die al meteen na de strijd zijn geïdentificeerd.

Het valt op dat er zowel in Rhenen als elders een tijdstip van overlijden wordt vermeld; tot op het halve uur nauwkeurig. De vraag is hoe de aangevers daaraan kwamen, en of daar waarde aan moet worden toegekend. In Rhenen (maar elders niet) werd aan de voorgedrukte tekst "is overleden" het woord "bevonden" toegevoegd; dus de dode werd "overleden bevonden". Voor mij betekent deze formulering dat niet precies bekend is wanneer de dood is ingetreden, en dat maakt de vermelding van een tijdstip alleen maar merkwaardiger. Mij lijken de tijdstippen mede daarom niet betrouwbaar, zodat ik geen reden zie het verhaal over het sneuvelen van Berntsen c.s. te herzien.

Samengevat komt het me voor, dat de overlijdensaangiften nogal ad hoc gedaan zijn. In elk geval lijkt de overheid van te voren geen instructies te hebben afgegeven. Op zich is dit voor het strijdverloop niet van belang, maar als iemand hier iets naders over weet, hoor ik dat graag. Dan wordt misschien duidelijk waarom de vader van Wim Berntsen op 15 augustus 1940 naar Rhenen op en neer is geweest.
» Dit bericht is geplaatst op 22 februari 2015 14:06
Totaal berichten: 4
Hallo Marcel,
De tijden op de overlijdensaangiften zijn naar mijn mening over het algemeen schattingen. In de chaos en de nasleep van de meidagen was het nagenoeg onmogelijk om exact de tijd van overlijden aan te geven, zelfs de datum is soms niet accuraat. Er werd een enkele keer aan de hand van verslagen van kameraden van de gesneuvelde een datum en tijd vastgesteld, maar over het algemeen werd er een globale tijd opgeschreven. In sommige acta staat trouwens geen tijd vermeld. Ook de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft zo nu en dan fouten gemaakt bij het opstellen van de overlijdensacta. Dat de aangifte vaak door Gijsbert Jan Hendrik Smit werd gedaan is niet vreemd, hij was ook begrafenisondernemer. De tijden in de acta van gewonde militairen die later zijn overleden zijn meestal wel nauwkeurig en corresponderen bijna altijd met de verklaring van overlijden die de desbetreffende arts heeft afgegeven aan de begrafenisondernemer of de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Dat een familielid later pas aangifte heeft gedaan is in veel gevallen ook niet vreemd. Vanwege de oorlogssituatie kon men soms pas maanden later afreizen naar de desbetreffende woonplaats. De aangifte was dan al gedaan en men schreef later de naam van het familielid erbij. Er zijn zelfs gevallen bekend waarbij in eerste instantie geen aangever werd vermeld en waarbij pas later (bv. na een herbegrafenis) de naam van een familielid alsnog werd genoteerd. Het kan zelfs zijn (is in mijn familie gebeurd) dat familieleden samen met de begrafenisondernemer aangifte deden, maar dat alleen de begrafenisondernemer staat vermeld.

Kortom: Of de opgegeven tijd in een acte wel of niet correct is, is dus de vraag, maar ik zou er in ieder geval geen waarde aan hechten en ze in het algemeen bezien als onbetrouwbaar. Na ruim 30 jaar genealogisch en historisch onderzoek is het mij wel gebleken dat acta (en zeker in een tijd van oorlog) niet altijd even betrouwbaar zijn.
Ik hoop dat je iets aan het bovenstaande hebt.
» Deze reactie is geplaatst op 28 maart 2015 11:06
Totaal berichten: 21
Beste A. Spies,

Hartelijk dank voor uw reactie. Uw oordeel dat er aan de tijdstippen in de akten geen waarde gehecht kan worden, neem ik graag over.

Echter, dat de inschrijfdata in Rhenen te maken zouden hebben met de reismogelijkheden van de nabestaanden of met een herbegrafenis, lijkt me niet waarschijnlijk. Op de Grebbeberg kan van herbegrafenis in elk geval geen sprake zijn. Ook hebben de oorlogshandelingen van mei 1940 het openbare leven niet zodanig ontwricht dat reizen moeilijk werd. Toch zijn de Rhenense akten vaak pas maanden later, maar wel chronologisch op volgorde van aangifte ingeschreven. Ik vind echter geen aanwijzingen dat namen van aangevers pas later zouden zijn ingevuld.(Dat Gijsbert Jan Hendrik Smit ook begrafenisondernemer was, vind ik wel wetenswaardig.)

De reden voor de late aangifte blijft mij dus onduidelijk.
» Deze reactie is geplaatst op 2 april 2015 10:00
Totaal berichten: 2.107
Deze vraag krijgen we vaker, maar er is volgens mij maar één antwoord mogelijk, namelijk dat er geen eenduidig antwoord te geven is. Het is wel duidelijk dat er, net als in Duitsland, uiterst ambtelijk met de materie werd omgegaan. En niet alleen tijdens de oorlog. Wie regelmatig met de Oorlogsgravenstichting (OGS) van doen heeft vindt daar nog steeds een organisatie, die zo halsstarrig is als instanties in 1940 vermoedelijk waren. Als een formulier ergens aangeeft dat iemand op 10 mei om kwam, of dat iemand van een zekere eenheid was, dan is dat de waarheid voor OGS. Hoeveel omstandig bewijs dat ene formulier ook ontkracht en hoe overtuigend andere zaken ook kunnen zijn. Dogma's bepalen daar het beleid, hoe optisch modern men ook wil zijn met zaken als een foto pagina bij de slachtofferlijst. Eer slachtoffers met de juiste gegevens, in plaats van een foto, zou ik zeggen.

Bij de Grebbeberg weten we dat een aanzienlijk deel van de gesneuvelden een verkeerde sneuveldatum kreeg (en nog heeft). Dit geldt evenzo voor Dordrecht en omgeving. Eigenlijk voor iedere locatie waar meerdaags is gevochten. Reden is dat in dat oorlogsgebied vaak een overbelasting van artsen en instanties plaatsvond en (gelukkig) het laatste waar men in oorlogsomstandigheden prioriteit aan gaf de registratie van de dood was. Men zat in de wedstrijd om de strijd te winnen, gewonden te redden. Toen de strijd eenmaal voorbij was kwamen de formaliteiten. En dan is het niet altijd praktisch om maanden te doen over het vaststellen van iemands werkelijke sneuveldatum. Dus schreef me eenvoudig een vermoedde datum en tijdstip van overlijden op, soms volkomen van de logica gespeend.

Wat die formaliteiten betreft was Nederland net zo goed een land zonder oorlogservaring. De geregelde oorlogen, die eigenlijk pas sinds begin van de 20e eeuw bestonden wegens de 'beschavingsslag' waar ook de oorlog niet aan kon ontkomen via de conventies van Geneve en Den Haag, waren voor Nederland geheel nieuw. Niemand had er ooit mee te maken gehad. Dat betekende enorme aanslagen op de ambtenaren en magistratuur na de meidagen. Hoe om te gaan met bezittingen van overledenen, hoe mensen schadeloos stellen, hoe families verwittigen van een verlies of vermissing, etc.etc.. Hetzelfde gold voor de wijze van vaststellen van sneuvelen en identificatie. Op de ene locatie ging dat uiterst summier, op de andere uiterst precies. De registratie van burger- en militaire slachtoffers ging even ad hoc. Er was geen centraal overzicht. Burgers en militairen werden verantwoordelijk, ten dele onder leiding van Duitse beambten of militairen. Later ontstond alsnog een Nederlandse inspanning om centraal zaken te registreren, zoals slachtoffers, oorlogsschade, bezittingen, etc..

Op de ene locatie ging men uiterst ambtelijk om met de afhandeling van de formaliteiten van een gesneuvelde, op de andere juist niet. Er zijn locaties waar men overlijdensverklaringen vrij accuraat bij hield, op vele locaties antedateerde. Het zijn juist deze verklaringen die door OGS en andere instanties bijkans heilig zijn verklaard om de sneuveldatum te bepalen, maar ze werden juist daar waar veel strijd en slachtoffers waren én onduidelijkheid rond sneuvelden vaak geantedateerd. We zien bijvoorbeeld opvallend veel foute sneuveldatums bij Lichte Divisie militairen. Duidelijk massaal voorzien van geantedateerde overlijdensverklaringen. Zo treft men er voldoende die vermeend op 10 of 11 mei te Dordrecht sneuvelden, maar er pas op 12 mei aankwamen. Bij de Grebbeberg zien we hetzelfde, van militairen die absoluut op de verkeerde datum zijn geregistreerd.

Oorzaak: niemand liep rond met zijn notitieboekje om precies op een score-card bij te houden wie waar sneuvelde en hoe laat. Er waren vele mensen vermist, menigeen kon niet direct worden geïdentificeerd. Onbekende gesneuvelden konden zo maar verkeerde sneuveldatums krijgen. Er werden ook militairen gesneuveld gemeld die later in een hospitaal bleken te liggen of als gevangenen waren afgevoerd. Bijzonder shockerend voor de familie als deze of gene ineens een maand later toch op de stoep stond. In sommige gemeenten liep men lange tijd later tegen een ambtenaar op die de zaken formeel niet juist geregeld achtte en a posteriori nog even alles formeel recht ging brijen, met zwaar geantedateerde overlijdenscertificaten als effect.

En zo was er veel dat in die tijd ongeregeld of beter gezegd, naar de stand van de toenmalige administratie en communicatie verliep. Dat gold ook het fenomeen 'erevelden'. Dat ontstond spontaan na de meidagen, maar onderwijl had iedereen het recht zijn gesneuvelde familielid naar eigen gemeente te repatriëren. Aangezien de erevelden onbekend waren, kozen vele families voor 'thuiskomst'. Zo ontstond een enorme mozaïek aan meidagenslachtoffers. Inmiddels zien we dat steeds meer slachtoffers na vervallen grafrechten weer bijeen komen op de erevelden van Greb of Loenen, maar tot voor enige jaren was dit een zaak, die bij veel begraafplaatsbesturen mis ging. Talloze graven van gesneuvelde militairen zijn geruimd doordat begraafplaatsen verzuimden het naoorlogs opgerichte OGS te informeren. En de laatste was ook weinig proactief in het zorgen dàt men tijdig aangaf wanneer grafrechten af zouden lopen. Vele slachtoffers verdwenen zo op de kekelbergen van de lokale begraafplaatsen in plaats van een eregraf te krijgen op de Grebbeberg of in Loenen.

Kortom, de feilloze organisatie van 'zeg maar' de laatste twee decennia, was er voordien niet. Van registratie tot de zorg voor gesneuvelden die (nog) niet in OGS graven lagen, was het niet volledig op orde. En wat betreft de juiste gegevens van gesneuvelden? Daarin werkt OGS nog steeds veel tegen. Ikzelf heb talloze correcties, inclusief een gesneuvelde die als militair geregistreerd bij OGS is, maar helemaal geen militair was. In werkelijkheid was hij al afgezwaaid en burger, en als zodanig gesneuveld. OGS is hem in 1992 gewoon als militair gaan rekenen en weigert uitleg te geven waarom. Van anderen wordt willens en wetens het verkeerde onderdeel gegeven, omdat men zich volledig verlaat op de weinig precieze stamkaarten van BRIOP. Iedereen die zelf onderzoekt weet hoe slecht BRIOP geïnformeerd is, hoe weinig men weet over details. Hoeveel steunbewijs je ook levert, je loopt bij OGS steeds tegen dezelfde weerbarstige poortwachter op die afhankelijk van zijn bui meewerkt of tegen werkt. Een onwerkelijke situatie bij zo'n organisatie, maar het is een lot dat niet alleen ons deel is. We horen het van meerdere kanten. OGS zou zich eens werkelijk moeten voorzien van een klantgerichte blik in plaats van een nukkige poortwachter, die zijn vak duidelijk niet leuk vindt en evidente informatie ter verbetering van zijn database afhoudt en informanten wegjaagt. Ik ben persoonlijk gestopt met OGS te informeren over de vele verkeerde gegevens. Zo wordt een belangrijke impuls voor verbetering dus uitgeschakeld door een organisatie die zich verweert tegen correctieve informatie.

En tja, het is natuurlijk ook vervelend als je voortdurend moet constateren dat een groot gedeelte van je grafstenen foute datums of onderdelen bevat, maar als OGS is het je plicht je zaken goed te administreren en aangereikte informatie objectief te toetsen. Dat doet OGS niet, althans. Men heeft een poortwachter die alles afhoudt en als je dan geërgerd reageert op zijn onwerkelijke weigering bewijsstukken te aanvaarden, iedere nadere communicatie over een kwestie afbreekt. Dàt zal niet alleen van deze tijd zijn, dat is vermoedelijk in het verdere verleden net zo geweest, mogelijk nog wat gradaties erger. Gaarne geen bemoeienis, is het devies. En dus resteert nog heel veel informatie, die onjuist is.
» Deze reactie is geplaatst op 3 april 2015 10:43
Totaal berichten: 21
Beste heer Goossens,
Dank voor uw toelichting. U beperkt zich daarin tot overlijdensdata en aanverwante gegevens die niet kloppen en nauwelijks meer te corrigeren zijn. De vraag waarom de overlijdensaangiften in Rhenen zo laat gedaan zijn, belicht u niet. Ik kan me, mede op grond van uw verhaal, voorstellen dat daar soortgelijke redenen een rol speelden. Rhenen had zwaar van de oorlogshandelingen te lijden gehad, dus die aangiften zullen geen prioriteit hebben gehad. Dat het aangifteproces pas na maanden is begonnen, kan ik me goed voorstellen, maar dat het over maanden is uitgesmeerd bevreemdt me toch.
» Deze reactie is geplaatst op 4 april 2015 17:05
Totaal berichten: 4
Beste Marcel,
Ik heb mij eens verdiept in de verlate aangiftes te Rhenen. Het merendeel van de gesneuvelden en overledenen is vanaf juli tot en met december in de overlijdensregisters geregistreerd, dus ver na het tijdstip van begraven. Voor zover ik tot nu toe heb kunnen nagaan verliepen veel zaken via de Officier van Justitie te Arnhem. Vanaf het tijdstip van begraven moesten er waarschijnlijk veel dingen omtrent de overledene worden uitgezocht (zoals herkomst, beroep, ouders e.d.). Nadat dit was gedaan werden familieleden in de gelegenheid gesteld om aangifte te doen, anders gebeurde dit gewoon door de begrafenisondernemer of de ambtenaar. Deze laatsten hebben niet direct de aangiften ingeschreven, maar het lijkt erop dat ze hebben gewacht tot er een aantal compleet waren (dus evt. met aangifte van familie) en dat ze deze toen pas hebben ingeschreven. Op bepaalde data staan er heel veel achter elkaar genoteerd, waarbij ook consequent wordt aangegeven dat de overledene op die en die datum overleden is bevonden.

Daarnaast zat er tussen de overlijdensacta van juli 1940 ook een schrijven van de Officier van Justitie te Arnhem met betrekking tot de militair Johan Andries Pieter van Dijk:
Officier van Justitie te Arnhem machtigt de heer J.M. Metkes om te Rhenen alsnog aangifte te doen van het overlijden van den heer J.A.P. van Dijk .... overleden aangetroffen te Rhenen op 17-05-1940.

Er werden dus machtigingen afgegeven om maanden later nog aangifte te kunnen doen. Of dit een algemene gang van zaken was weet ik niet, daarvoor is meer onderzoek nodig.
Mogelijk dat de archieven van de Arrondissementsrechtbank en Parket van de Officier van Justitie te Arnhem (Gelders Archief Arnhem) meer duidelijkheid kunnen verschaffen.
» Deze reactie is geplaatst op 5 april 2015 16:06
(redactie)
Totaal berichten: 849
Maar... J.A.P. van Dijk (kapitein 8e Comp. Mortieren van 8) is overleden in het ziekenhuis in Arnhem en aldaar begraven (Moscowa). Het proces rondom zijn aangifte zal daarom mogelijk niet vergelijkbaar zijn met die van andere wel in Rhenen gesneuvelde militairen? Want Van Dijk werd pas in 1992 herbegraven op de Grebbeberg.

Ik weet dus ook niet goed wat voor waarde ik kan hechten aan de opmerking 'overleden aangetroffen te Rhenen op 17-05-1940' die blijkbaar in de stukken van de Officier van Justitie te Arnhem staat opgenomen. Dat is op z'n zachtst gezegd wel heel apart te noemen...
» Deze reactie is geplaatst op 7 april 2015 08:32
Totaal berichten: 4
Wat betreft J.A.P. van Dijk: deze staat toch op 24 juni 1940 onder actenummer 59 ingeschreven in het overlijdensregister van Rhenen als zijnde overleden bevonden te Rhenen op 17-05-1940 en gewoond hebbende te Arnhem. Het kan uiteraard dat hij in het ziekenhuis te Arnhem is overleden, maar dan is het toch vreemd dat er staat: overleden bevonden te Rhenen op 17 mei 1940. Hij was overigens van beroep adjunct commies ter secretarie te Arnhem, vandaar mogelijk de machtiging van de Officier van Justitie waarbij de commies ter secretarie Wilhelmus Marie Metzer alsnog aangifte heeft gedaan.

Even een aanvulling op mijn vorig schrijven: de machtiging was van 22 juni 1940.

Ergens klopt er dus iets niet, mogelijk dat de verklaring van overlijden van de arts daarover uitsluitsel geeft. Hoe men dit allemaal moet zien ten opzichte van de overige aangiften is niet duidelijk. Nog veel vragen dus.
» Deze reactie is geplaatst op 7 april 2015 10:41

Plaats hier uw reactie

Opgelet: We behouden ons nadrukkelijk het recht voor om nieuwe berichten of reacties die voor de thematiek van onze websites en de discussiegroep irrelevant zijn, onbetamelijk of onbegrijpelijk geformuleerd zijn, ongewenste politieke of commerciële lading hebben of inbreuk maken op de privacy van nog levende personen niet te plaatsen. Uw reactie zal pas na goedkeuring door de beheerders zichtbaar zijn in de discussiegroep.

De inhoud van berichten - en daarin vermeldde gegevens en personalia - wordt na publicatie niet gewijzigd en/of verwijderd, tenzij daarvoor een dwingende aanleiding is. Berichtenschrijvers zijn zelf verantwoordelijk voor het toetsen van de inhoud van hun berichten voordat deze worden gepost.

Zie voor meer informatie de Gebruiksvoorwaarden. Tevens verzoeken wij u om kennis te nemen van de FAQ (veelgestelde vragen), wellicht dat uw vraag daar al beantwoord wordt.

Wenst u een gescande foto of ander beeldmateriaal op te nemen bij uw bericht, e-mail deze naar info@grebbeberg.nl en wij verzorgen de plaatsing (meestal nog dezelfde dag).

Bericht:   * 
Uw naam:   * 
 
E-mailadres:     * 
Om ongewenste (spam)berichten op onze website te beperken vragen wij u hieronder een eenvoudige controlevraag te beantwoorden. Berichten worden alleen geaccepteerd indien deze vraag correct is beantwoord.
1 + 1 =     * 
*) = verplicht veld  

2554