Dagboek 13 mei 1940 van ritmeester A.D.C. van der Voort van Zijp

3e Regiment Huzaren
      2e Eskadron
- - - - - - - - - - - - - - - -

UITTREKSEL DAGBOEK van Maandag 13 Mei 1940.
--------------------------

  Nadat het Eskadron ter plaatse was aangekomen, heb ik twee voorpelotons (1 en 2) aangewezen, terwijl S.-M.E. op mijn linker flank den aanval met vuur zou steunen.
  Het 4e Peloton zou als ondersteuningspeloton volgen op 300 meter terwijl ik het 3e Peloton voorloopig in reserve wilde houden omdat mij niet bekend was of ik op mijn linker vleugel aangeleund was.
  Ik heb de Commandanten der voorpelotons opdracht gegeven om verband op te nemen met neventroepen en heb ik om 2.00 uur (?) bevel gegeven om uit de gereedstelling voorwaarts te gaan met kompasstand 17.
  Zonder beduidend vuur te ontvangen gelukte het aan de voorpelotons de spoorlijn te bereiken, echter was er een te groot gat tusschen deze pelotons als gevolg van versperringen in het voorterrein, waarom ik het 4e peloton (ondersteuningspeloton) als midden voorpeloton ingezet heb en het 3e peloton ondersteuningspeloton werd.
  Van de voorpelotons kreeg ik bericht, dat de spoorlijn bereikt was en droeg ik op deze te overschrijden.
  Het bleek echter dat de spoorlijn met prikkeldraad afgesloten was en dat bij het zich vertoonen op den spoordijk zwaar mitrailleurvuur afgegeven werd uit Zuidelijke richting.
  Ik kreeg bevel van Commandant 4 R.H. om terug te gaan naar de uitgangstelling aangezien eigen artillerievuur afgegeven zou worden op en Oost van den spoorlijn.
  Nadat de pelotons teruggenomen waren vernam ik:
  a. dat er zich een eigen stelling, welke bezet was, bevond voor den spoorlijn.
  b. dat doordringen over den spoorlijn onmogelijk was i.v.b. met eigen mitrailleur vuur alsmede aangebrachte versperringen.
  4.30 uur werd het eigen artillerievuur op de stelling gelegd en kreeg ik te pl.m. 8.00 uur bericht om op den commandopost 4 R.H. te komen.
  Van C.-4 R.H. kreeg ik opdracht, het bevel over te nemen van II-11 R.I. dat in stelling lag ongeveer langs den kunstweg van pl. 25 aan den spoorlijn naar viersprong kunstwegen vt. 26-67 en met mijn Eskadron deze stelling over te nemen.
  Ik heb mij naar de aangewezen opstelling van II-11 R.I. begeven en trof daar slechts één compagnie aan van dit bataljon (Kapitein Van de VENNE) en bovendien nog een andere compagnie (Kapitein RUITER van 1-I-46 R.I.).
  De toestand bij deze onderdeelen was zeer verward.
  Intusschen begon de vijandelijke artillerie het vuur op onze stellingen bij RHENEN te beantwoorden.
  Van de bezetting in laatst genoemde stelling lagen menschen en officieren te slapen, of waren deze weggedoken in onderkomens; geen enkele mitrailleur was in stelling gebracht.
  Piketten waren niet uitgezet en er was geen verband met neven afdeelingen. Patrouilles om het verband op te sporen waren niet uitgezonden.
  Ik ben toen teruggegaan naar de commandopost van de Commandant 4 R.H. en heb hier melding gemaakt van mijn bevindingen.
  Het vijandelijk artillerievuur was intusschen in kracht toegenomen en lag thans op de uitgangsstelling waar mijn eskadron zich bevond. Tijdens dit artillerievuur kreeg ik enkele verliezen te betreuren, te weten dpl. Stammes gedood en dpln. Van Dijke en huzaar De Jager gewond.
  Onder zwaar artillerievuur heb ik het eskadron achterwaarts verzameld teneinde mijn nieuwe opdracht te volvoeren.
  Tijdens deze afmarsch ben ik veel materieel en menschen kwijt geraakt, die ik later als vermist heb moeten opgeven. (Wilbie, Kaandorp, Van Slooten, Heiloo, Terbeek, Dekker, Th., en korporaal Zorg).
  Nadat het eskadron verzameld was in het bedekte terrein Noord van Vreewijk, heb ik verband laten opnemen met de bezetting van de nieuwe opstelling.
  Aangezien er op dat tijdstip zwaar artillerievuur op deze stellingen viel heb ik een vuurpauze af willen wachten om de stelling te bezetten, temeer daar wij van verschillend zijden eigen mitrailleurvuur ontvingen.
  Te pl.m. 11.00 uur kreeg ik bericht dat ik mij bij mijn regiment moest aansluiten op den kunstweg Vreewijk-Elst.
  Aldaar aangekomen kreeg ik van C.-4 R.H. opdracht den kunstweg Rhenen/Elst nabij de steenfabriek af te sluiten en te versperren.
  Onder commando van 2e Luitenant Van Borssum Buisman werd een off. patrouille naar Rhenen gezonden om voeling te houden met den vijand. Deze patrouille meldde dat Rhenen licht bezet was.
  Om 20.00 uur werd het Eskadron achterhoede tijdens den terugmarsch naar Elst.
  Te 21.00 uur had het Eskadron de noordrand van Elst beveiligd en werden alarmkwartieren betrokken.
  Om pl.m. 23.00 uur kreeg ik opdracht het Eskadron te verzamelen en met het regiment af te marcheeren naar Leersum.
  Om 23.30 uur marcheerde ik afzonderlijk af, en werd nadat Leersum bereikt was een alarmkwartier betrokken in Hotel De Donderberg.

Commandopost, 13 Mei 1940.
De Ritmeester, Commandant 2-3 R.H.

(get.) Van der Voort van Zijp.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 2.27 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 1.44 MB)