Een merkwaardig verhaal over de verdediging van Wageningen

door Lkol b.d. E.H. Brongers.

Klik hier voor een uitvergroting
Duitse troepen trekken op door de Hoogstraat in Wageningen richting Grebbeberg (11-13 mei 1940) » meer
In mijn boek "Grebbelinie 1940" (pags 73-74; 10e en 11e druk) is melding gemaakt van het door de Duitsers gefantaseerde verhaal over het stap voor stap en moeizaam veroveren van Wageningen. Deze stad lag echter voor de linie, was geëvacueerd en werd niet verdedigd.

In het "Kriegstagebuch" van de Duitse 207e Infanteriedivisie vindt men dan ook de volgende melding:

"Wageningen beim Durchschreiten feindfrei und von Zivilbevölkerung geräumt vorgefunden"
(Wageningen bij het doorschrijden vrij van vijand en door de burgerbevolking ontruimd aangetroffen).

Desalniettemin bleef het verhaal over de hevige straatgevechten in die stad hardnekkig en werd ook na de Tweede Wereldoorlog - onder meer door de auteur Otto Weidinger - als waarheid gepubliceerd. Naar de reden kan men slechts gissen. Mogelijk diende het om de zware verliezen van het SS Regiment "Der Führer" tijdens de strijd in Nederland voor de buitenwereld begrijpelijker en meer verklaarbaar te maken.

Wel uiterst merkwaardig is de rijkelijke en verbijsterende fantasie die getoond wordt in een artikel, aangetroffen in Infantry Aces - The German Wehrmacht in World War II door Franz Kurowski, translated by David Johnston (Ballentine Books; New York 2002). Daaraan is het volgende SS-verhaal over Wageningen ontleend:

Versperringen van omgevallen bomen en mijnenvelden blokkeerden de toegangen tot Wageningen. Stap voor stap vochten de SS mannen hun weg door de stad. Sepp Lainer beschrijft het aandeel van zijn 2e Compagnie:

In het begin kregen we vuur van links uit verschillende huizen. "Nader langs de heg!" luidde het bevel van onze compagniescommandant. Mijn peloton keerde om, rende onder het vijandelijk vuur door, dook in de dekking van de heg en bleef rennen. Voorop ging de pelotonscommandant, gevolgd door de mitrailleurploeg. Ik droeg twee kisten munitie toen de derde man van de mitrailleurploeg gewond werd. Voor mij keek ik op de rug van Siebert, commandant van de mitrailleurploeg, toen hij het einde van de heg en het wit geschilderde huis daarnaast bereikte. Op dat moment opende een mitrailleur het vuur op ons vanuit een gebouw met meerdere verdiepingen, direct op onze rechterflank. We zochten dekking.

Ik zag dat de lader een nieuwe patroonband aanbracht en Unteroffizier Schnell wees naar de nieuwe dreiging De eerste band was in minder dan geen tijd verschoten en een volgende werd aangebracht. "Hé Sepp! Breng een nieuwe kist!" riep de lader. Terwijl ik een van de munitiekisten voor mij uit duwde, kroop ik naar de lader. Vervolgens ging ik terug en kreeg een tweede kist. Het vuur uit het hoge gebouw stopte abrupt.

Klik hier voor een uitvergroting
Duitse soldaten in de Hoogstraat te Wageningen tijdens hun opmars richting de voorpostenstrook (11-13 mei 1940) » meer
Temidden van deze verwarring schreeuwde de compagniescommandant "Vooruit! Naar voren!". De compagnie vermande zich en ging voorwaarts. In gebogen houding wachtten de mannen op de volgende vuurstoot, klaar om in zich onmiddellijk te dekken. Ontlast van zijn munitiekisten, rende Lainer vooruit naar de Unterscharführer.

De omtrekken van figuren in Nederlandse uniformen tekenden zich af achter bomen en struiken. Terwijl hij naar voren ging vuurde de mitrailleurschutter vanaf de heup. De gedaanten verdwenen vlug. "Sepp, hier komen!" schreeuwde Schnell. "Handgranaten gereed!". Zodra Lainer aankwam zag hij wat er aan de hand was. Een mitrailleur vuurde van achter een lage muur , waaruit verscheidene stenen waren weggeslagen en van verder naar rechts kwam geweervuur vanuit een huis.

Lainer schroefde de veiligheidsdoppen van drie handgranaten af. Hij hield ze aan hun houten stelen in zijn linker hand vast en wachtte op het sein van de commandant. "Nu!" schreeuwde Schnell. Samen wierpen ze de handgranaten naar de mitrailleuropstelling en herhaalden dat nog een tweede en een derde keer. Nadat de granaten geëxplodeerd waren stond de groep op. Schnell bracht zijn arm omhoog en allen renden op het huis af.

Iemand trapte de deur open. Met zijn pistool vuurklaar bevond hij zich tegenover verschillende onbewapende Nederlandse soldaten die met hun handen omhoog van de bovenverdieping kwamen. Twee van de mannen bloedden uit door scherven veroorzaakte wonden. De gevangenen werden naar buiten geleid; een soldaat met lichte verwondingen werd onder gewapende geleide naar achter gebracht, waar de artsen wachtten met twee ambulances.

Klik hier voor een uitvergroting
Troepen van het SS regiment "Der Führer" met een stuk infanteriegeschut in de Herenstraat in Wageningen tijdens hun opmars richting de Grebbeberg op 11 mei 1940 (11-13 mei 1940) » meer
Lainer en de anderen zuiverden de huizenrij, zo nu en dan vuur ontvangend, dat zij beantwoordden tot de vijand zweeg. Toen hij naar een hoekhuis liep kwam Lainer plotseling recht tegenover een groep vijandelijke soldaten te staan die op het punt stonden het huis binnen te gaan. Een van de Nederlanders draaide zich op en bracht zijn wapen omhoog. Lainer schoot eerst en zag de man vallen en naar hem toe rollen. Vervolgens wierp hij een handgranaat door de open deur. De granaat explodeerde in de hal, kennelijk met goed resultaat, want drie, daarna vier man kwamen naar buiten met opgeheven handen.

Verschillende Nederlandse soldaten waren door granaatscherven gewond. Oprukkend van huis naar huis bereikte de compagnie de grens van de stad. Precies op dat moment opende de Nederlandse artillerie het vuur. "Ga in dekking!" beval een van de pelotonscommandanten. De soldaten wierpen zich op de grond achter een lage muur. Lainer drukte zich dicht tegen de stenen aan. Een granaat sloeg ongeveer vijftien meter verder tegen de grond. Scherven vlogen door de lucht. Verder naar rechts werd een man van de 2e Compagnie geraakt en schreeuwde het uit. Seconden later werd een dokter opgeroepen en Lainer zag zijn vriend Saininger met zijn eerste-hulptas naar de gewonde man rennen. Ontploffende granaten veroorzaakten verscheidene branden, in het bijzonder indien ze huizen troffen.

Hier, evenals op andere gevechtsterreinen in Holland, speciaal in Rotterdam, waren de Nederlanders niet kieskeurig, zelfs als het hun eigen huizen betrof. (...) Sepp Lainer beschreef zijn gevoelens die volgden na de eerste kennismaking met de oorlog. "Onbekend met de actie in Polen, leerden we nu voor de eerste maal wat oorlog werkelijk betekende. We zagen onze eigen mensen: gedood, gewond, uitgeput en we zagen ook dode vijanden. Het scheen ons alles afschuwelijk toe. Maar nu konden en durfden we niet met vechten te stoppen. Hij die opgaf ging te gronde!".

bron: luitenant-kolonel b.d. E.H. Brongers

3144