Discussiegroep

Onderwerp: Foto vader gezocht

» Dit onderwerp is gesloten
Totaal berichten: 2
3.243 keer gelezen
5 reacties
Categorie: Gezocht...
Ik wil zeggen dat dit een hele mooie site is.
Mijn vraag bij deze is: kan iemand aan een foto komen van mijn opa?
Zijn naam is R.A. Loen.
Ik ben zelf ook militair 4 x uitgezonden geweest en zou het fijn vinden om iets terug te zien van mijn opa.
B.V.D Machiel Kraus.
» Dit bericht is geplaatst op 2 september 2006 11:55
(redactie)
Totaal berichten: 2.107
Machiel - ik heb je bericht naar de categorie "gezocht" verplaatst.

Op 10 mei 1940 had het Nederlandse leger circa 280,000 militairen onder de wapenen. Het is daarom voor ons bijzonder lastig om zonder enige nadere informatie een foto van uw vader te bemachtigen.

Als u ons naam, rang, onderdeel en liefst legering kunt melden bestaat er een kleine kans dat wij u verder kunnen helpen. Maar u begrijpt dat zoeken naar een foto van iemands vader een bijzonder lastig karwei is.
» Deze reactie is geplaatst op 2 september 2006 11:58
Totaal berichten: 2
Ik heb verder gezocht naar verdere informatie en dit is eruitgekomen.

Detachement Biesbosch van de 3e Compagnie- torpedisten.

Richard A. Loen : Geboren 16/06/1910 te Afferde /D DPL Soldaat

Korps Pont. Torp. (3e Dep. Cie)

Gevallen: te Dordrecht op 10/05/1940 tijdens een aanval op Duitse brugbezetters T.H.V. de Havenstraat/ Spoordijk.

(Det. de res. 2e Luit. C.P. Beernik).


Gaarne zou ik wat meer informatie over mijn opa willen hebben en als het moghelijk is een groepsfoto of een enkele foto van mijn opa.
Mischien is er een boek uitgebracht over deze gevechten.
B.V.D Machiel Kraus.
» Deze reactie is geplaatst op 2 september 2006 14:59
(redactie)
Totaal berichten: 2.107
Een foto zal denk ik erg lastig worden, maar gevechtsverslagen van deze onderdelen bezitten we wel. In principe zal Hajo Groenman hierop reageren, en mocht Hajo mij verzoeken, dan zal ik het doen. Ik denk dat Hajo morgen weer in de lucht is. Ik vraag u dan ook om even geduld en dan zullen wij uw vragen waarschijnlijk vrij gedetailleerd kunnen beantwoorden.
» Deze reactie is geplaatst op 2 september 2006 17:33
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
Ik zal nog wat andere informatie sturen, maar hier alvast het verslag van luitenant Beernink, die de bedoelde aanval op de brug leidde. Uw grootvader wordt hierin niet met name genoemd, maar het gaat wel om dezelfde actie.
Hij was een van de 2 gesneuvelden die Beernink in zijn verslag meldt.

OM DE BRUGGEN

Een volgende poging om de verkeersbrug te heroveren wordt door kapitein U. Crok, die zojuist per fiets zijn compagnie in het gebouw in de Jacob Marisstraat heeft bereikt, opgedragen aan zijn sectiecommandant de 2e luitenant G. A. Brouwer. Na veel oponthoud worden de manschappen naar binnen gezonden om zich fatsoenlijk te gaan kleden en worden de slechts 250 patronen onder hen verdeeld; let wel 250 kogels voor een hele compagnie! Het merendeel van de soldaten bestaat uit zeemiliciens.

Het bevel van Crok luidt: "Tracht verkeersbrug naar Zwijndrecht te bezetten; ga richting tunnel mij tegemoet; zal zo spoedig mogelijk trachten u patronen te doen toekomen." Brouwer gaat op weg en Crok probeert de binnenstad te bereiken hetgeen hem gelukt. Het is half zeven en aan het begin van de Brouwersdijk spreidt de troep zich en rukt voorwaarts naar het Sportfondsenbad. Veel verder dan het schakelhuisje van het G.E.B. komen de jongens niet want een hevig mitrailleurvuur slaat hen tegemoet. Luitenant Brouwer stort zwaar gewond neer. Wanneer een van de soldaten hem wil wegdragen zegt hij: "Laat maar, schiet eerst die moffen weg...!" Er worden meer verliezen geleden en de manschappen deinzen terug en zoeken de beschutting van de huizen. Ook deze aanval mislukt. Er is geen enkele officier; de mannen hebben geen leiding en omdat zij tevens hun vuurdoop ondergaan is de hoop op enig succes verkeken. Zij zwerven terug naar hun onderdeel.

Inmiddels heeft Crok de Oude Kazerne bereikt en vraagt om munitie. Deze wordt verstrekt en een aldaar aanwezige luitenant wordt bevolen hiermede per auto naar Krispijn te gaan. Aangezien de tunnel nog onder Duits vuur ligt maakt de luitenant een omweg over Dubbeldam maar bereikt uiteindelijk toch nog de Jacob Marisstraat. Kapitein Crok is inmiddels weer op de fiets gestapt en op weg naar het Kantonnementsbureau aan de Achterhakkers. Mussert is zoek. Niemand weet waar hij is!
Aangezien Crok de oudste officier in rang is neemt hij de plaats van Mussert zolang in. Wanneer dan eindelijk Mussert verschijnt, worden in geuren en kleuren de gebeurtenissen op Krispijn besproken. Crok vergeet niet te melden, dat het nu wei onmogelijk zal zijn z'n compagnie te bereiken. Mussert is dan van mening dat Crok zich verdienstelijk kan gaan maken bij het in staat van verdediging brengen van de Benthien en omgeving. Zo gezegd, zo gedaan en wanneer tegen de avond het bericht komt dat het bereiken van Krispijn door de tunnel, niet erg gevaarlijk meer is, keert kapitein Crok naar zijn mensen terug.
Inmiddels hebben de parachutisten zich stevig vastgezet en zijn versterkt door hun kornuiten, die afgesprongen zijn ten noorden van de Tweede Tol.

In de ochtend van deze eerste oorlogsdag, wanneer de commandant Vesting Holland meldt, dat de toestand in onze stad veel te wensen overlaat, beveelt hij, dat het beschikbare gedeelte van het Detachement Biesbosch van de 3e Compagnie Torpedisten, behorende tot de Groep Merwede van het Oostfront Vesting Holland, ter beschikking dient te worden gesteld van de Kantonnementscommandant, overste Mussert. Dit gedeelte rijdt dan om ongeveer half elf in vier legerwagens van Werkendam over het veer aan de Kop van het Land naar de stad. Omstreeks het middaguur arriveert het Detachement, onder bevel van de reserve 1e luitenant B. Verschoor aan het Kantonnementsbureau (Achterhakkers). De eenheid bestaat uit de commandant, één 1ste luitenant, zoals vermeld, een 2e luitenant, twee vaandrigs en tachtig manschappen, w.o. sergeanten, korporaals en soldaten. Ze zijn, naast de bewapening van de karabijn tevens uitgerust met een tiental zware mitrailleurs. In Dordt wordt de troep als volgt verdeeld:
1 zware mitrailleur met bediening onder de vaandrig Rietzschel voor de bewaking van het Kantonnementsbureau. Later op de dag wordt deze order veranderd in de bewaking van de metaalwarenfabriek "Johan de Witt", aan de Staart.
4 zware mitrailleurs met bediening onder de reserve 2e luitenant C. P. Beernink naar het station, om vandaar uit te proberen de Duitse mitrailleurs op de spoorbrug naar Zwijndrecht te vernietigen.
De rest van het Detachement wordt ter beschikking gesteld van de commandant van het Eerste Depot Compagnie Pontonniers, kapitein H. J. Siegmund, die met zijn eigen -t - het Tweede Depót (P. & T.) Krispijn bezet houdt. Kapitein Siegmund zendt daarna de luitenant Verschoor met drie stukken naar de sectie van de luitenant Ruige van 14 C.Pn., die de noordwesthoek van Krispijn beveiligt. De overblijvende stukken, onder de vaandrig Perron, houdt de kapitein ter beschikking." (De krijgsverrichtingen op het zuidfront Vesting Holland).

Het verslag van luitenant Beernink is als volgt:
"Ik krijg de opdracht om met veertig manschappen, waaronder een viertal sergeanten en naast de karabijnbewapening, versterkt met 4 zware mitrailleurs, met gevorderde vrachtauto's, naar het station te rijden. Ons doel is inmiddels bekend. Op het perron maak ik vier groepen. Drie ervan zijn bewapend met eveneens drie zware mitrailleurs en vervolgens een verkenningsgroep, bewapend met de karabijn. Eerst ga ik met de laatste groep voorop, tot ongeveer de rechtse bocht, die ter plaatse in de baan ligt. Wanneer wij dit punt bereiken worden we onder vuur genomen. Voorlopig stel ik de groep verdekt op en ga dan terug om de drie andere groepen met de mitrailleurs langs drie zijden op te laten rukken. De vierde mitrailleur blijft, overeenkomstig opdracht, als reserve op het station achter.

Zowel bij de drievoet- als bij de zogenaamde bulldogaffuit laat zich het transportbezwaar duidelijk voelen. De sleep-inrichting van laatstgenoemd affuit is om reden van de spoordijkhelling niet te gebruiken. Bij twee groepen moet in gebukte houding naar voren worden gegaan, met het oogmerk op de vuurdekking; elke zware mitrailleur eist vier man, alleen al om het te verplaatsen, terwijl een vijfde nodig is om de patroonband, die zich in de mitrailleur bevindt, -het wapen moet immers schietklaar zijn-, te dragen. De mannen bevinden zich op een kluitje en bieden als zodanig de Duitsers uiteraard goede doelen. In deze onmogelijke situatie gaan we toch naar voren, zij het uiterst langzaam. Niet te vergeten de zeer schuine helling van de spoordijk van zo om en nabij de 45°, belemmert onze beweging buitengewoon. Het is echter de enige manier in de buurt van de bruggen te komen. Aan beide zijden van de spoorbaan bevinden wij ons terwijl de derde groep, in gedekte positie, in het midden van de spoorbaan, ons op enige afstand volgt. De middelste mitrailleur is nodig om eventueel naar beide zijden als reserve te kunnen bijspringen. De verkenningsgroep beweegt zich nu kruipend voorwaarts in de richting van een zich op de lijn bevindende dieseltrein. Ze dringen de trein binnen, stellen een onderzoek in, maar vinden geen vijand. Door in de trein naar voren te lopen lukt het tot op vrij korte afstand (350 à 400 meter) de brug te naderen en deze met karabijnvuur te beschieten.

Nadat de verkenningsgroep in en onder het eerste treinstel positie heeft gekozen laat ik de mitrailleurgroepen oprukken en in front komen met de spoorbrug. De mitrailleurgroep, die rechts van de spoordijk oprukt wordt echter plotseling onder een hevig flankvuur van mitrailleurs genomen. Even later wordt ook de linker mitrailleurgroep zeer krachtig beschoten vanaf de linkerflank. Bijna gelijktijdig begint vanaf de brug een ononderbroken vuur van zowel lichte- als zware Duitse mitrailleurs, vergezeld van beschieting met lichte granaten (één van de gewonden heeft namelijk - volgens de dokter - een granaatscherf in de hand). Aangezien verdere dekking op de spoorbaan niet meer aanwezig is, biedt het verdergaan moeilijkheden. Ik geef de linker en rechter mitrailleurgroep opdracht het vuur te openen. Een zeer krachtig en aanhoudend tegenvuur geven ze dan. Onder deze dekking dirigeer ik de linker en middelste mitrailleurgroep naar voren. Wederom ontstaan er bij deze beweging grote moeilijkheden terwijl er bij de rechtergroep, hoewel ze uitstekend schiet, twee manschappen sneuvelen. De verkenningsgroep heeft inmiddels een verlies van drie gewonden. Wij behalen een succesje door een vijandelijke lichte mitrailleur, die is opgesteld boven het vakwerk van de spoorbrug, tot zwijgen te brengen. Evenwel is het tengevolge van het zware flankvuur, aan beide zijden van de dijk, ondoenlijk geworden verder op te rukken. Met een gedeelte van de verkenningsgroep ga ik toch nog naar voren en vanachter de summiere beschutting van de rails beschieten wij een door de Duitsers aangelegde zandzakkenbarricade. Alleen onder zeer ernstige verliezen zouden wij misschien naar voren kunnen doch dit vind ik niet raadzaam en besluit terug te trekken.

Tijdens deze teruggang wordt er van alle zijden op ons geschoten en dit is zelfs zo hevig, dat wij slechts ternauwernood kunnen ontsnappen. Kruipend met inachtneming van de allergrootste voorzichtigheid lukt het ons, zonder ernstige verliezen, het strijdtoneel te verlaten. De linker mitrailleurgroep kon vrij snel retireren aangezien de mitrailleur nu niet meer gevechtsklaar behoefde te zijn. De middelste groep heeft vlug dekking kunnen vinden en met gebruik hiervan de terugtocht aanvaard, maar de rechter- en de verkenningsgroep hebben het meest te lijden van het vuur. De verkenningsgroep heeft bovendien nog een gewonde mee te nemen. De rechtergroep is gedwongen een gewonde en de mitrailleur achter te laten maar later zijn wij er gelukkig, via een andere eveneens onder zwaar vuur liggende weg, in geslaagd beiden op te halen. Een tweede aanval volgt direct. Wij zijn nauwelijks op adem gekomen, doch het is, gezien de omstandigheden onverantwoord de Duitsers de gelegenheid te geven zich te herstellen. Twee mitrailleurgroepen nemen hieraan deel. Eén ervan wordt ver vooruit geschoven en opgesteld in een zeer gunstige stelling. Wij slagen erin de Duitsers zware verliezen toe te brengen. De andere maakt, onder mijn leiding, een omtrekkende beweging om het voorterrein en de E.M.F., waaruit voortdurend op ons wordt geschoten, rechtstreeks en wel vanaf de Weeskinderendijk onder werkzaam vuur te nemen. Hiertoe moeten wij allereerst een boomgaard en een bosje zuiveren en merken tijdens deze actie de vlucht van twee Duitsers.

Wanneer wij de Weeskinderendijk bereiken doorzoeken wij meteen alle huizen met de achtertuinen en brengen een mitrailleur in stelling. Wij openen direct het vuur op de E.M.F. maar worden dan met dusdanig zwaar vuur bestookt, het komt van twee zijden tegelijk, dat onze positie spoedig als hopeloos is te beschouwen. Zonder verliezen en met medeneming van alle materieel trekken wij ons in de boomgaard terug. Ik heb er geen rust van niet te weten vanwaar deze hevige vuuroverval is gekomen en besluit dit uit te vinden. Bij verkenning blijkt me, dat er een Duitse mitrailleur is opgesteld aan de overzijde van de spoorbaan terwijl een tweede zich bevindt in een hoog gebouw naast of in een vleugel van de E.M.F. zelf. De juiste plaats kan ik echter niet vaststellen hoewel ik ruim twee uur lang, vanuit een nieuwe mitrailleurpost, de gebouwen gade sla. De Duitsers weten zich voortreffelijk te maskeren en ik vermoed. dat ze dan hier dan weer daar uit de fabriek schieten. Ik slaag er niet in ze doelmatig te bestrijden. Inmiddels heb ik de karabijndragers opgedragen de nieuw gebouwde huizen, die front maken met de spoorbaan, te bezetten. Hierna heb ik de avond afgewacht en onder de bescherming van de duisternis de rest van mijn mannen met de mitrailleur op het station afgehaald. Wij begeven ons, behoudens de uitgezette posten, naar de school in de Betje Wolffstraat. Daar wordt voor eten gezorgd en voor de mannen wat klaargemaakt die de wacht houden bij de brug. In deze school ontmoet ik de reserve majoor Den Boer, die me opdracht geeft de zuidzijde van de tunnel te bezetten, en tevens zodanig stelling te nemen, dat de Hugo de Grootlaan volledig kan worden bestreken. Nadat eerst twee mitrailleurs in gereedheid zijn gebracht begeef ik me ter plaatse. Het is nu omstreeks middernacht en bijzonder helder. De gehele omgeving stel ik veilig en bezet het gebouw "Weizigt". Drie mitrailleurs laat ik opstellen en weldra is de ingang van de tunnel met de achtergelegen spoorbaan en de gehele Hugo de Grootlaan onder controle. Bovendien laat ik de hoekhuizen bij de Marnixstraat en de Reviusstraat door karabijnschutters bezetten, zodat deze straten met enfilerend en de tunnel met frontaal vuur kunnen worden bestreken. De vooruitgeschoven pusten aan de Weeskinderendijk blijven evenwel gehandhaafd.

Op advies van Mussert is het Sportfondsenbad verlaten en alleen rest nog de beveiliging van het tankstation met de rotonde. De omvattende beweging is bijna voltooid en de parachutisten weten dit en nemen defensiemaatregelen. Ze graven zich sterk in met de wetenschap, dak de stellingen om de bruggen in groot gevaar verkeren. Er rest alleen hoop op spoedige versterking. Inmiddels heeft Mussert de nodige maatregelen getroffen de gebrekkige bewapening van zijn troepen te verbeteren. Na telefonische voorbereiding, zendt hij in de loop van de dag vier vrachtauto's naar de Artillerie-inrichting aan de Hembrug om lichte mitrailleurs en munitie voor geweren, zware mitrailleurs en pantserafweergeschut op te halen. Aangezien de lichte mitrailleurs uit Alkmaar moeten worden gehaald, komen de auto's eerst op 11 mei, tegen de middag, terug met 24 lichte mitrailleurs en ruim honderd kisten munitie. Een en ander wordt gelijk over de aanwezige troepen verdeeld. De vuurkracht is hiermede opgevoerd tot twaalf zware en dertig lichte mitrailleurs, twee stukken P.A.G. en ongeveer 1.000 karabijnen; daardoor iets groter dan die van een bataljon infanterie. De geoefendheid en samenhang laat echter zeer veel te wensen over (Adj. Smit).
» Deze reactie is geplaatst op 2 september 2006 22:05
Totaal berichten: 23
Machiel Kraus
In het archief van museum ’40–‘45 te Dordrecht, ben ik een document tegen gekomen over "Richard Arthur Loen".
Met een korte levens omschrijving en gebeurtenissen.
Als U daar belangstelling voor heeft hoor ik dat van U.
» Deze reactie is geplaatst op 25 oktober 2006 22:42
» Dit onderwerp is gesloten
2554