Verslag van 1e Luitenant R. de Poel

Mitrailleur Compagnie 3e Bataljon 46e Regiment Infanterie.
 
GEVECHTSHANDELINGEN VAN 10 MEI t/m 15 MEI 1940.
9 Mei. Om 22.45 uur order ontvangen van commandant 3e Bataljon 46e Regiment Infanterie: Graad van strijdvaardigheid 3. op 10 Mei 1950 te 4 uur.
Om 3 uur alarmkwartieren bezet, de stellingen in orde gemaakt, piketten bij de stukken, munitie bij de stukken, telefonische verbindingen in orde.
10 Mei. Om 4.35 uur order ontvangen van commandant 3e Bataljon 46e Regiment Infanterie graad van strijdvaardigheid 4., welke order met de meesten spoed is uitgevoerd.
Bij het licht worden vlogen veel formaties vijandelijke vliegtuigen in westelijke richting; meest bommenwerpers, jacht- en luchtkruisers en enkele eskadrilles jacht- en gevechtsvliegtuigen. Om circa 5 uur werd een vijandelijke bommenwerper door eigen luchtafweer getroffen en stortte brandend omlaag. Hoogte plusminus 1500 meter. Vanaf dit moment vlogen enkele jachtkruisers langs de stellingen op geringe hoogte, ongeveer 100/200 meter.
Hierop werd vuur geopend door eigen mitrailleurs met opdrachten tegen luchtdoelen. De vijandelijke toestellen openden het vuur met hun mitrailleurs in neus en staart, gewoonlijk alleen wanneer ze werden beschoten. De uitwerking van genoemd vuur was niet groot, een groote natuurlijke spreiding had een zeer geringe dichtheid tengevolge. De projectielen drongen niet door het houtwerk in de stellingen heen. Over het algemeen werd door geweer- en karabijndragenden te veel en zonder leiding op vliegtuigen gevuurd, terwijl lichte mitrailleurs en ook zware het vuur openden op vliegtuigen, die practisch buiten hun bereik lagen. Tegen den middag verminderde het aantal vliegtuigen en werden geen vijandelijke verkenningsvluchten meer uitgevoerd. De vijandelijke vliegtuigen hadden geen paniek gezaaid en waren de soldaten vol goeden moed, gezien de successen van de luchtverdediging aan het einde van den eersten dag.
In verband met de vele vliegtuigen waren de volgende opstellingen tegen luchtdoel ingezet: De opstelling tegen luchtdoelen achter vak 1e Compagnie 3e Bataljon 46e Regiment Infanterie, de opstelling tegen luchtdoelen in de batterijdijk tusschen spoordijk en Marktstraat, de reserve-opstelling bij het stootblok en de opstelling bij Hotel Buis.
11 Mei. In den vroegen morgen officieren en soldaten, terugkomende van de grens, van koffie en thee voorzien. Bij hun verdere tocht waren de meeste dienstrijwielen en alle burgerrijwielen van de militairen en inwoners van Kesteren door die troepen medegenomen. De burgerrijwielen zijn niet teruggebracht en elk spoor ontbreekt.
Een kazemat aan de spoordijk is bezet en telefonisch met mijn commandopost verbonden.
12 Mei. In den voormiddag beschieting van de koppen (bastions) bij de spoorwegovergang door een Duitsche batterij 15 centimeter houwitser. De moreele uitwerking was in het begin zeer groot, maar de bezettingen der stukken, die onder vuur lagen, herstelden zich spoedig. Hierna werd het vuur verlegd in westelijke richting bij de commandopost van 1e Compagnie 3e Bataljon 46e Regiment Infanterie en op het spoorwegemplacement. Tijdens deze beschieting bevond ik mij in de toren te Kesteren met een officier van 22e Regiment Artillerie, die ik enkele terreinpunten op de kaart kon aanwijzen.
Door een batterij van onze eigen artillerie is vuur afgegeven op de vijandelijke batterij, die in stelling stond bij de noordelijke Rijnbandijk, ten noorden van Maneswaard, De vijandelijke batterij verdween in de grootste wanorde in de richting Wageningen.
13 Mei. Nacht rustig verloopen, de voormiddag kalm doorgebracht. In den namiddag volgens opdracht commandant 3e Bataljon 46e Regiment Infanterie nieuwe opstellingen verkend en bezet aan de spoordijk Kesteren - Tiel, tusschen wachtpost 22 en 23. Een zware mitrailleur en een stuk pantserafweergeschut stonden in stelling, front Ochten. Een lichte mitrailleur, die in stelling moest komen, is niet verschenen.
Door het terugtrekken van de voorposten, heerschte aan de batterijdijk een zenuwachtige stemming en werd gesproken over "terugtrekken". Mede doordat meerdere tirailleurs reeds terugtrokken is een stuk van de 5 opgestelde stukken met genoemde tirailleurs mede teruggetrokken.
Een sectiecommandant van 3e Compagnie 3e Bataljon 46e Regiment Infanterie, die teruggetrokken was, heb ik doorgezonden naar commandant 3e Bataljon 46e Regiment Infanterie.
Na het terugtrekken der voorposten is de bezetting uit de kazemat aan de spoordijk voor de batterijdijk, terug genomen. Een opstelling tegen luchtdoelen bij het stootblok is in den namiddag in stelling gekomen, bij het Rhenensche veer. Dit stuk is telefonisch verbonden met de commandopost en de centrale van 2e Bataljon 46e Regiment Infanterie. Doordat er vuur lag van de vijandelijke Minenwerfer en mitrailleur, was het moreel der aanwezige soldaten, die er reeds waren, niet hoog. De stukscommandant en de beide telefonisten hebben op eigen initiatief via de centrale van Brigade A. telefonisch verbinding gehad met de batterij-artillerie, die vuur bracht op de spoorbaan bij Rhenen. Genoemd vuur lag eerst in den Rijn en door het optreden van den stukscommandant en de telefonisten is door hun waarnemingen, op aanwijzingen van de batterij, het vuur geleid kunnen worden, waardoor de doelen onder vuur konden worden genomen.
Bij de terugtocht, die aanvankelijk vlot verliep bleven 2 stukken bij het scherm achter, een stuk bij de spoorweg-overgang en het andere stuk bij de spoordijk Kesteren - Tiel, wachtpost 22. Deze stukken zijn op eigen gelegenheid den volgenden morgen om 8.30 vertrokken en hadden geen orders van den achterhoede-commandant. Tijdens den terugtocht van de Compagnie hebben we in de buurt van Ravenswaaij halt moeten houden op last van enkele officieren, die het verkeer regelden en die de treinen van de overeenkomstige troepen scheidden. Mede door het gemis aan rijwielen die we niet konden gebruiken, doordat alle soldaten in de touwen liepen, is er een achterstand ontstaan met de tirailleurcompagnieën, die over vele rijwielen beschikten.
Tusschen Culemborg en Vianen zijn we door een vijandelijk verkenningsvliegtuig beschoten, die reageerde op geweervuur, hetgeen totaal geen uitwerking had. In Vianen is tot legering in de aangewezen kwartieren overgegaan. Het stuk, dat in stelling heeft gestaan bij wachtpost 22, is daar door mitrailleurs beschoten. Op den terugtocht, die het aflegde met het stuk pantserafweergeschut zijn de soldaten beschoten uit een huis bij de spoorbrug te Culemborg.
Het stuk pantserafweergeschut heeft het huis onder vuur genomen en de mitrailleur heeft de vluchtenden onder vuur genomen.

  Vianen, 15 Mei 1940.

De Commandant van de Compagnie,
1ste Luitenant,

R. de Poel.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 2.04 MB)