Bestemmingsplan Buitengebied Rhenen: Het Hoornwerk

3.3   Natuurgebied (N, N(c), N(g), N(a))

Kenmerken en waardering

De bestemming natuurgebied krijgen de volgende gebieden:

N   enkele heideterreintjes met aangrenzend bos ten noorden van Elst, het oostelijk deel van de Laarschenberg en de Grebbeberg met de oeverlanden van de Grift, de verdedigingswerken en de plassen in de Blauwe Kamer, en enkele kleinere bosgebieden met bijzondere natuurwetenschappelijke waarde.
N(c)   de restanten van een middeleeuwse walburcht op de Grebbeberg en de wallen en grachten van de verdedigingswerken langs de Grift.
N(g)   een in de zandafgraving Dikkenberg gelegen groevewand met bijzondere betekenis voor geologisch en archeologisch onderzoek.
N(a)   een aparte aanduiding hebben gebieden met bijzondere archeologischebetekenis.

De heideterreintjes liggen op de stuwwal en vormen een restant van hier vroeger veel voorkomende, uitgestrektere heidevelden. Ze vormen open ruimten binnen het besloten bosgebied en zijn als zodanig van belang voor diverse vogelsoorten. Ook hebben ze botanische betekenis.
De Grebbeberg met de oeverlanden van de Grift, de verdedigingswerken en de plassen in de Blauwe Kamer vormen de overgang van de stuwwal naar het rivierengebied, waarin bijzonder veel goed ontwikkelde gradiënten voorkomen (droog-nat, voedselarm-voedselrijk, en dergelijke). Deze gradiënten komen tot uiting in een grote verscheidenheid aan bos- en struweelvegetaties. Het bos van de Grebbeberg heeft bovendien ornithologische betekenis. De oeverlanden van de Grift hebben vooral botanische betekenis (verschillende typen grasland). Dit geldt eveneens voor de verdedingswerken.
De plassen in de Blauwe Kamer zijn van grote betekenis voor water- en moerasvogels.
Behalve de Grebbeberg vallen nog enkele bossen onder de bestemming "Natuurgebied" in verband met de botanische en ornithologische betekenis.

Behalve natuurlijke betekenis heeft het gebied van de Grebbeberg ook grote historische betekenis. Dit komt met name tot uiting in de restanten van de middeleeuwse walburcht op de Grebbeberg en in de wallen en grachten van de verdedigingswerken langs de Grift in een open gebied.
De groevewand in de zandafgraving Dikkenberg heeft bijzondere betekenis voor geologisch en archeologisch onderzoek. Deze groevewand geeft een bijzonder goed beeld van de opbouwen samenstelling van een stuwwal. Hier zijn ook prehistorische resten van vóór de opstuwing in het Riss-glaciaal gevonden. Doordat het omringende terrein is afgegraven, gaat het nu om een geïsoleerde heuvel. Naast dit monument ligt nog een, door de afgraving ontstaan, drassig gebied, dat een op natuurbouw gericht beheer heeft (bestemming N).
Een uitgebreide beschrijving van de natuurlijke kenmerken van bovengenoemde gebieden wordt gegeven in paragraaf 4.3.1 en 4.3.2 van de inventarisatie (deel II).

Doelstellingen en beleid

In de natuurgebieden zijn de doelstellingen van natuur- en landschapsbehoud primair. Andere functies zijn toelaatbaar voor zover deze geen bedreiging vormen voor het behoud en het verder ontwikkelen van de natuurlijke kenmerken van de betreffende terreinen.
Het beheer van de heideterreinen dient gericht te zijn op instandhouding en eventueel beperkte uitbreiding. Dat houdt ondermeer in dat bebossing tegengegaan dient te worden. Tevens zijn recreatieve voorzieningen in deze terreinen niet gewenst.
In de bossen is het raadzaam dat het bestaande beheer op kleinschalige wijze wordt voortgezet met uiteindelijk een streven naar een afwisseling in oud en jong bos (overwegend loofhout).
Uitbreiding voor het recreatief gebruik is niet gewenst in verband met de kwetsbaarheid van de hier voorkomende vegetaties en diersoorten.

Voor de oeverlanden van de Grift en de verdedigingswerken is het van belang dat geen intensivering en verandering van het grondgebruik plaatsvindt. Verder is recreatief gebruik niet gewenst in verband met de ten dele zeer kwetsbare vegetaties. Instandhouding van bestaande struwelen is vooral van belang voor de fauna; voorkomen dient echter te worden dat de openheid van het gebied wordt aangetast.

De resten van de middeleeuwse walburcht, op de kaart aangeduid met N(c) dienen beschermd te worden tegen betreding, verstoring en afgraving. Het is denkbaar dat rond deze burcht de openheid met zicht op het rivierengebied in beperkte mate wordt hersteld. Deze openheid heeft historische betekenis.
Het is eveneens van historisch belang dat de verdedigingswerken, op de kaart aangeduid met N(c), in stand worden gehouden. Dat betekent dat geen aantasting plaats mag vinden van het bestaande wallen- en grachtenstelsel en dat de openheid van het omringende landschap moet worden gehandhaafd.
De groevewand in de zandafgraving Dikkenberg (N(g)) dient behouden te blijven voor geologisch en archeologisch onderzoek. Dat houdt onder meer in dat er geen afvlakking van de bestaande wand mag plaats vinden en dat de wand alleen toegankelijk is ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.

Planvoorschriften

In het natuurgebied mogen uitsluitend bouwwerken (bijvoorbeeld afrasteringen) ten behoeve van de bestemming worden gebouwd. Een stelsel van aanlegvergunningen is erop gericht dat geen werken en werkzaamheden uitgevoerd worden die aantasting van de natuurlijke of landschappelijke waarde betekenen. In paragraaf 3.4 is een overzicht gegeven van de aanlegvergunningen. De gronden met deze bestemming is een aantal werken verboden zoals het aanbrengen van verhardingen.

3.4   Stelsel van aanlegvergunningen en verboden

Bij de bestemming:
-   bosgebieden (Lb, Lb(n), Lb(r), Lb(a)) en
-   natuurgebied (N, N(c), N(g), N(a))
is het uitvoeren een aantal werken en werkzaamheden gebonden aan een aanlegvergunning. Ten behoeve van het overzicht en de vergelijking is in tabel 3.4 per bestemming een nadere bestemmingsaanduiding aangegeven waarvoor een aanlegvergunning vereist is, en waar bepaalde werken verboden zijn.

Bestemmingen met verklaring nadere aanduiding Aan aanlegvergunning gebonden werken (*)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Lb X X X       X X X  
Lb (n) natuurbehoud X X X X X   X X X  
Lb (r) bosreservaat X X X       X X X  
Lb (a) archeologisch monument X X X X X X X X X X
 
N X   X X X X X X X  
N (c) cultuurhistorisch monument X   X X X X X X X  
N (g) groevewand X   X X X X   X X  
N (a) archeologisch monument X   X X X X X X X X
(*) werken en werkzaamheden (kort weergegeven):
1.   Egaliseren, afgraven en ophogen.
2.   Aanbrengen van verhardingen.
3.   Aanleggen van kabels en leidingen.
4.   Graven of dempen van waterlopen.
5.   Rooien van houtgewas.
6.   Beplanten en bebossen.
7.   Winnen van bosstrooisel en mos.
8.   Aanbrengen van recreatieve voorzieningen.
9.   Diepploegen.
10.   Aanleggen van drainage.

X:   aanlegvergunning vereist

Tabel 3.4: Overzicht aanlegvergunningen bosgebied en natuurgebied

 
Bron: Bestemmingsplan Buitengebied Rhenen, pag. 674/CE98/1520/13288/33 - 35.

 

Artikel 10    Natuurgebied N

Doeleinden

1. De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • het behoud en herstel van de aldaar voorkomende, dan wel daaraan eigen zijnde landschappelijke en natuurlijke kenmerken alsmede voor extensieve recreatie, met dien verstande dat:
    • bij de gronden op de kaart aangegeven met de aanduiding "(a) - archeologisch monument" in het bijzonder de nadruk ligt op het behoud en herstel van een archeologisch monument;
    • bij de gronden op de kaart aangegeven met de aanduiding "(c) - cultuurhistorisch monument" in het bijzonder de nadruk ligt op het behoud en herstel van de restanten van een middeleeuwse walburcht en van de wallen en grachten van verdedigingswerken;
    • bij de gronden op de kaart aangegeven met de aanduiding "(g) - groevewand" in het bijzonder de nadruk ligt op het behoud van een groevewand;
  • Waterstaatsdoeleinden, Straalpad en Gastransportleiding als bedoeld in de artikelen 34, 39 en 40 voor zover deze gronden op de kaart mede als zodanig zijn aangewezen;
  • Straalpad als bedoeld in artikel 40 voor zover het betreft de op de kaart met de aanduidingen "(a) - archeologisch monument" en "(g) - groevewand" nader aangegeven gronden, op de kaart mede als zodanig zijn aangewezen.

Ten aanzien van samenvallende bestemmingen geldt de rangorde, tot uiting gebracht in lid 1 van de artikelen 34, 39 en 40.

Bron: Bestemmingsplan Buitengebied Rhenen, pag. 127, 128, 129, 130.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 5.28 MB)