Ik heb dagenlang niets gezegd...

J.H., Jan Hendrik, Veneklaas Slots woont in een bejaardenwoning aan de Rietbergstraat in Holten. Hij is geboren in de buurtschap Espelo bij Holten in Overijssel. Veneklaas Slots stamt uit een boerenfamilie en ook zijn levensbestemming was het agrarische bestaan.

Na de lagere school in de naburige buurtschap Dijkerhoek te hebben bezocht, ging hij op 12-jarige leeftijd "thuis" aan het werk op de boerderij van zijn vader. In die tijd was dat niet anders. In de avonduren volgde hij cursussen over allerlei wetenswaardigheden op het gebied van de landbouw, planten en dieren. Hierin gestimuleerd door het hoofd van de Dijkerhoekse school, meester Scheringa. In de jaren 1938 en '39 volgde hij middelbaar landbouwonderwijs aan de Rijksmiddelbare Landbouwschool in Hengelo. In agrarische kring maakte hij furore door het bekleden van tal van functies in organisaties en besturen. Inmiddels is hij bijna 85 jaar oud, reeds vele jaren weduwnaar en zijn gezondheid laat vooral de laatste jaren helaas te wensen over. Veneklaas Slots staat ondanks deze tegenslagen positief in het leven en heeft nog belangstelling voor tal van zaken. Hij maakt dagelijks notities van de dingen die hij belangrijk vindt. Hij is lid van de Veteranen organisatie in Overijssel.

Klik hier voor een uitvergroting
Manschappen van (vermoedelijk) 1e Compagnie - IVe Bataljon Pantserafweergeschut (1939/1940)
Inmiddels was in de laatste dertiger jaren buiten de rustige boerengemeenschap van Holten de Europese politiek op een gevaarlijk kookpunt geraakt. Ook Veneklaas Slots werd hier weldra mee geconfronteerd. Samen met zestig andere Holtense jongens en mannen werd hij op 21 oktober 1939 opgeroepen om zich te melden voor de militaire dienstplicht. Zijn bestemming was Hoorn. Hier was een afdeling PAG, Pantser AfweerGeschut, in oprichting. Deze afdeling viel onder het 19e Regiment Infanterie. Dit in tegenstelling tot andere afdelingen PAG. Zij behoorden tot de veldartillerie. Na enkele weken volgde de verhuizing van Noord-Holland naar de mobilisatiebestemming Amerongen, deels gemotoriseerd, deels met de trein. Dit laatste betrof de infanterie. In Amerongen werden de manschappen in een leegstaand schoolgebouw ondergebracht. In Amerongen begon, zoals Veneklaas Slots het uitdrukt, de zogenaamde "africhting".

Spoedig volgden ook afdelingen van het 8e en 11e Regiment Infanterie. De bevelvoerende officier van zijn onderdeel was de kapitein Heuping(k). Veneklaas Slots noemt ook een andere officier, namelijk Jonkheer Koster van Voorhout. Later kwam er nog versterking in de persoon van de luitenant Van de Kuyp, deze kwam van oorsprong uit Nederlands-Indië. (allen ingedeeld bij 1e Compagnie - IVe Bataljon Pantserafweergeschut). De oefeningen bestonden hoofdzakelijk uit het demonteren en monteren van de stukken, het leren omgaan met de munitie, 4.7 cm. Daarnaast waren er oefeningen op het schietterrein van de Harskamp bij Oldebroek.

Woensdag, 8 mei 1940.
Die avond was er een drukbezochte kerkdienst in Amerongen. De predikant, dominee Nawijn uit Kampen, sprak van "paraat" zijn. De reacties van de mannen waren in meerderheid in termen van "het zal zo'n vaart niet lopen". Niemand kon vermoeden dat de woorden van de dominee binnen enkele uren hoogst actueel zouden zijn.

Donderdag, 9 mei 1940.
Een gewone dag. Niets bijzonders van te vermelden.

Vrijdag, 10 mei 1940.
's Nachts was er plotseling reveille. De kapitein meldde om 2.15 uur de aanval van de Duitse troepen. De hele afdeling vertrok met grote spoed naar de Grebbeberg, vlak achter het dierenpark. Deze bestemming was bij de manschappen totaal onbekend. De lucht was helder en het was bitterkoud. Veneklaas Slots herinnert zich de enorme verwarring tijdens hun tocht naar de stelling. "De bevolking was druk doende met het op het laatste moment bijeen pakken van allerlei spullen voor hun vlucht. Velen waren al onderweg en hadden hun huizen al verlaten. Deze evacuatie werd in grote mate gehinderd door de troepen die daar doorheen reden en liepen." "Het was levensgevaarlijk. In het donker werden winkels geplunderd. De bereden artillerie reed er dwars doorheen. Het was een complete chaos". Onderweg waren de mannen getuige van het neerhalen van een Duits vliegtuig. Het vloog onmiddellijk in brand.

Bij de stelling aangekomen werd deze zo snel mogelijk ingericht of beter gezegd opgebouwd en gecamoufleerd. Vlak ernaast was een bunker. Hier ontmoette hij de Holtense jongen, Anton Wechstapel, een goede bekende. Er werd direct begonnen met het maken van een "schootsveld". Belemmerende bosjes en bomen werden platgeschoten. Het doelgebied lag in de richting van de Wageningse berg. Op dat moment was er nog geen sprake van Duits tegenvuur. Opmerkelijk was dat Veneklaas Slots hoorde dat er begin mei nog enkele Duitse officieren op de plaats van de stelling waren geweest. Zij hadden de hele situatie "netjes" in kaart gebracht!

Zaterdag, 11 mei 1940.
Veneklaas Slots: "Wachtmeester Lueks werd totaal overspannen afgevoerd. Een van de andere mannen nam het bevel over het stuk over. Het duurde niet lang of ze kwamen onder hevig vuur te liggen. Toch was er geen sprake van paniek. Ze vuurden met hun stuk op allerlei doelen in oostelijke richting, o.a. op vrachtwagens. Dit alles op betrekkelijk korte afstand. Het PAG droeg namelijk niet zover. Inmiddels was er geen verzorging meer. De noodrantsoenen werden aangesproken.

Zondag, 12 mei 1940.
De strijd brandde in alle hevigheid los. Overal was mitrailleurvuur. Veneklaas Slots herinnert zich een zware inslag van dichtbij. Hij zat onder het zand. De Duitsers kwamen steeds dichterbij. Zij dreven gevangen Nederlanders voor zich uit. Deze jongens hadden hun bovenlijf ontbloot, daarachter liepen Duitse mitrailleurschutters. 's Avonds om acht uur sneuvelde Anton Wechstapel. De bunker kreeg een voltreffer. Veneklaas Slots is nog steeds diep onder de indruk van dit voorval... Hij had net nog met hem gepraat over de gruwelen van de oorlog... Om 22.00 uur kwam het bevel om terug te trekken. Ook hun stuk PAG was getroffen en vernield. De hele 4e Divisie was op een overhaaste terugtocht. Ondertussen brak de hel los door aanvallen van Stuka's, de beruchte Duitse jachtbommenwerpers. Hierbij vielen tientallen doden en zwaargewonden. Deze ogenblikken zijn eigenlijk niet te beschrijven. "Ze vielen letterlijk over ons heen...".

De terugtocht voor de overlevenden van de slachting was een groot probleem. De nog betrekkelijk veilige zone lag aan de westzijde van de spoorlijn. Inmiddels waren er felle gevechten gaande bij het viaduct ter hoogte van het station Rhenen. Hier hielden Nederlandse troepen, onder andere onder bevel van de kapitein Gelderman van de Marechaussee, tot het laatste stand. Velen konden nog, zij het onder hevig vuur van een afdeling SS, ontsnappen uit het gevechtsgebied. Veneklaas Slots en zijn makkers wisten de spoorwal te bereiken. Hier waren door de Nederlandse genie mijnen gelegd ter verdediging van het hier achter gelegen terrein. Gelukkig had luitenant Heuping, hij was helaas reeds gesneuveld (redactie: onjuist), hen in een eerder stadium bekend gemaakt met de ligging ervan. Het lukte de mannen in de morgenschemering over het spoor te kruipen en daarna tegenop de tegenoverliggende wal. Spoedig kwam het bevel dat ieder huis in Rhenen verdedigd zou worden. In feite was dit een haast onmogelijke opgave. Beter gezegd een hopeloze zaak. De Duitse troepen, met name scherpschutters, waren al diep in de zone geïnfiltreerd. Velen hadden zich in acaciabomen, aan de "Acacialaan", verborgen en openden van daaruit hun dodelijke vuur. "Het lukte ons nog hier heel wat van te pakken te nemen..." Inmiddels woedde de strijd in Rhenen nog de hele dag door voort. Vooral rond de Cuneratoren was er sprake van een gevaarlijke toestand. Veneklaas Slots herinnert zich nog dat er een scherpschutter uit de toren werd geschoten... Tenslotte trokken ze zich, nadat de munitie op was, terug uit de stad. De eerder genoemde kapitein Gelderman was ondertussen (zwaargewond?) afgevoerd en de stelling bij het viaduct was verlaten.

Dinsdag, 14 mei 1940. Capitulatie.
Onder aan de Rijn lagen stapels nieuwe fietsen. Op de fiets reden ze via Jutphaas, Vreeswijk naar IJsselstein. Onderweg kwamen ze langs het landgoed Hoensbroek. Hier bivakkeerden duizenden krijgsgevangenen. In IJselstein gearriveerd werden ze ondergebracht in een schoolgebouw. Veneklaas Slots vermeldt ook nog de dood, of was het zelfmoord, van twee sergeanten...

Na een verblijf van een week keerde de afdeling terug naar Amerongen. Via Amersfoort reisde hij per trein terug naar Deventer. Op weg naar huis ontmoette hij een meisje uit Holten. Zij vroeg hem naar Anton Wechstapel. Zijn ouders hadden van het Rode Kruis gehoord dat hij vermist was. Hij zou nog in leven zijn... Veneklaas Slots besloot niets te vertellen over de werkelijke toedracht en de dood van Wechstapel. Hij heeft hierover dagenlang gezwegen. Na ongeveer een week heeft hij "leermeester" Stokkers, een bekende Holtense hulppredikant, in vertrouwen genomen en hem de dood van Anton Wechstapel verteld. Deze laatste heeft diens familie tenslotte ingelicht.

Wechstapels dood heeft in het leven van Jan Veneklaas Slot een belangrijke plaats ingenomen. Een onvergetelijke gebeurtenis en herinnering aan de strijd om de Grebbeberg in mei 1940.

Bron: gesprek met dhr. J.H. Veneklaas Slots,
opgetekend door J. Koelemaij

3188