Antonius Johannes Maria van Liempd

Foto van het graf - klik voor een vergroting
Reserve Sergeant Vlieger
III-2 Lv.R.
Antonius Johannes Maria
Voornaam:
van Liempd
Achternaam:
30 januari 1906
Geboortedatum:
Schijndel
Geboorteplaats:
12 mei 1940
Overlijdensdatum:
-
Locatie sneuvelen:
Militair Ereveld Grebbeberg
Begraafplaats:
4
Rij:
45
Grafnummer:
Rooms-Katholiek
Religie:
Bronzen Leeuw
Onderscheiden met:

Motivatie onderscheiding

  • Onderscheiding toegekend volgens Koninklijk Besluit 09-05-1946 Nr. 6 wegens:
    "Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden tegenover den vijand onderscheiden door zich op 12 mei 1940 als eerste vrijwillig te melden - terwijl anderen nog aarzelden - om deel te nemen aan een onbeschermd bombardement op vijandelijke artillerie ten oosten van Wageningen door drie C-V vliegtuigen (van toenmaals sterk verouderd type). Deze gevaarlijke opdracht met moed en beleid uitgevoerd; hierbij aangevallen door vijandelijke jagers, waardoor twee der eigen vliegtuigen werden afgeschoten en het derde toestel - hoewel beschadigd - op zijn basis kon terugkeren. Is hierbij gesneuveld."

Notities

  • Uit het rapport Sellies/Verhoeven (bevat o.m. gegevens omtrent sneuvelen en vindplaats)
    Op 17 mei 1940 gevonden in de Duitse verbandpost in de Maria Hoeve aan de Haarweg. Lag tot 8 december 1940 als onbekende militair begraven.
  • Onderscheiding
    Uit een document van 23 maart 1946 van de Kanselarij der Nederlandse Orden blijkt dat er een voordracht lag voor een M.W.O. ridder 4e klasse voor de reserve sergeant vlieger A.J.M. van Liempd. Uiteindelijk is deze M.W.O. omgezet in de Bronzen Leeuw.
  • Uit het boek 'De luchtverdediging in de meidagen 1940' - band 1 (p.420-421):
    "Tijdens deze vlucht [12 mei 1940, aanval op oprukkende Duitse troepen in Friesland, omgeving Afsluitdijk] was de toestand aan het Grebbefront zodanig verslechterd, dat de Commandant van het Veldleger zich tot de O.L.Z. wendde met het dringend verzoek om alle beschikbare vliegtuigen in te zetten tegen de westrand van Wageningen, van waaruit sterke Duitse troepen ten aanval oprukten. De O.L.Z. had dit verzoek direct ingewilligd. Aangezien toen echter alle gevechtsgerede C V'n van de IIIe Verkenningsgroep (Verk.Gr.) reeds onderweg waren naar Friesland, had majoor Raland van de C.-2e Luchtvaartregiment (Lv.R.) de opdracht ontvangen om deze toestellen onmiddellijk na terugkeer weer gereed te laten maken voor een bombardementsvlucht naar de westrand van Wageningen. De C.-IIIe Verk.Gr. deelde de C.-2 Lv.R. mee, dat zijn personeel zo vermoeid was, dat hij voor deze vlucht een beroep zou moeten doen op vrijwilligers.

    Nadat de C V'n waren teruggekeerd van de vergeefse vlucht naar Friesland, verzamelde hij het luchtvarend personeel en zette hun in een korte toespraak uiteen, waarom de bombardementsvlucht naar Wageningen zo noodzakelijk was. Onmiddellijk traden toen een aantal vliegers en waarnemers uit en uit deze groep vrijwilligers werden drie bemanningen aangewezen. Nadat drie C V'n van bommen waren voorzien en volgetankt, wenste majoor Raland de vertrekkenden met een krachtige handdruk een voorspoedige vlucht.

    Om 18.32 startte de volgende formatie:
    Fokker-C V, no. 605. (res. 1e lt.-wrn. A. J. Eenkhoorn, commandant - res. sergt.-vl. C.L.J.P. Bakx).
    Fokker-C V, no. 619. (res. 2e It.-wrn. T. J. Vrins van de IIe Verk.Gr. - res. sergt.-vl. A.J.M. van Liempd).
    Fokker-C V, no. 592. (res. sergt.-wrn. J.L. Holtz - res. sergt.-vl. G.F. Roeloffzen).

    Laag vliegend en in wijd escadrilleverband, bereikte het groepje bij Vreeswijk de rivier de Lek, die daarna in oostelijke richting werd gevolgd. Ter hoogte van Culemborg werden de toestellen beschoten door mitrailleurs, maar dat vuur bleef gelukkig zonder uitwerking.

    Toen zij Wageningen naderden, klommen de toestellen geleidelijk naar 800 m, op welke hoogte de bemanningen een goed zicht hadden op het dorp en zijn omgeving. Plotseling stoof een groot aantal Me's 109 met ratelende mitrailleurs van achteren op het groepje af. Omdat het bij elkaar en op hoogte blijven tegenover een dergelijke overmacht gelijk stond met zelfmoord, verbraken de vliegers onmiddellijk verband en zetten hun vliegtuigen vol gas in een duikvlucht. Zig-zag omlaag vliegend, deden zij wanhopige pogingen om hun snelle en goedbewapende achtervolgers van zich af te schudden en de op hen afgevuurde salvo's te ontwijken. Slechts aan de sergeant-vlieger Bakx (no. 605) gelukte het om zijn toestel tijdig op te trekken en laag over het terrein scherend het vliegpark Ruigenhoek weer te bereiken. De twee andere vliegers moesten noodlanden. De C V, no. 592, kwam bij Opheusden neer binnen de eigen linies; de C V, no. 619, landde in door de vijand bezet gebied in de omgeving van Rhenen. Sergeant Van Liempd, die zich - met de handen omhoog - aan de naderbij komende Duitsers wilde overgeven, werd neergeschoten. Luitenant Vrins hield zich daarom schuil en werd later krijgsgevangen gemaakt."

Beeldmateriaal

  • Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
  • Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
  • Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
  • Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting

Opmerkingen

  • Geen.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 553.14 KB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 2.63 MB)