Rapport van kapitein v/h K.N.I.L. P.A. Berlijn

Rapport van den Kapitein v/h K.N.I.L. Berlijn, Commandant Troependetachement - IIe Legerkorps,
omtrent zijn bevindingen op 12 en 13 Mei 1940.

------------------------------

  Ingevolge een order van Commandant-II L.K. heeft de Kapitein Berlijn op 12 Mei een aantal gevluchte Nederlandsche militairen uit Driebergen gehaald - waar zij waren opgevangen - en overgebracht naar de Plantage Willem III, waar ze aan een door Commandant - IV Divisie aangewezen officier moesten worden overgegeven. Aangezien niemand werd aangetroffen, werden de vluchtelingen teruggevoerd naar Doorn en des avonds, na hernieuwd contact met Commandant - IV Divisie, wederom naar Plantage Willem III gevoerd. Een Sectie Infanterie van het Troependetachement ging mede ter bewaking.
  Op Plantage Willem III trof de Kapitein Berlijn aan de geheele keukentrein van III-8 R.I., onder bevel van een wachtmeester. Deze deelde mede, den vorigen dag, Zaterdag 11 Mei, ca. 36 uur geleden, bevel te hebben ontvangen terug te gaan; zij stond vóór de Grebbe, aangezien III-8 R.I. op voorposten was. Van wien hij het bevel tot teruggaan gekregen had, wist hij niet meer. Sedert dien had hij met zijn keukentrein overal gezocht naar zijn onderdeel, o.a. in Elst en in Amerongen, doch het niet gevonden en ook geen orders meer ontvangen. De wachtmeester bleek geheel gedemoraliseerd, schrok bij ieder geluid (b.v. het starten van een auto) en liep dan naar buiten, enz. De manschappen lagen doodelijk vermoeid te slapen. Het is blijkbaar niet bij den wachtmeester opgekomen, persoonlijk of telefonisch zich te melden bij C.-IV Divisie en daar orders te vragen.
  Nadat de Kapitein Berlijn de vluchtelingen onder bewaking had achtergelaten, is hij zelf doorgegaan naar Rhenen; het was toen ca. 2.30 uur in den morgen van 13 Mei. Op dien weg lag herhaaldelijk vijandelijk artillerievuur. Op den geheel open liggende weg was het een chaos van stilstaande en marcheerende onderdeelen en onsamenhangende groepen militairen. Er stonden veel treinen (keukenwagens, fouragevoertuigen, enz.) echter geen geschut, geen voorwagens en geen caissons. Ook veel infanterie zonder voertuigen. De Kapitein Berlijn heeft geen enkele officier gezien, zelfs geen sergeant-majoor, wel vele sergeanten. Het geheel stond en liep chaotisch door elkaar.
  Teruggekomen in Doorn, ontving hij in den loop van den morgen van C.-II-L.K. bevel, met twee betrouwbare Secties naar voren te gaan, en zich te melden bij C.-IV Divisie teneinde met die troepen den weg af te sluiten en terugvloeiende eigen troepen op te vangen. C.-IV Divisie heeft daarvoor aangewezen een lijn ter hoogte van Kp. 107. Kort daarna word aldaar door Kapitein Berlijn opgevangen een grote groep uit Rhenen terugvloeiende infanterie, volgens mededeeling van soldaten behoorende tot een compagnie onder bevel van Kapitein Meursing (?); officieren waren er niet bij. Deze militairen zijn op last van den Kapitein Berlijn weder in de richting Rhenen terug gegaan.
  Nadat de Kapitein Berlijn het bevel had overgegeven aan den oudsten officier-sectie-commandant, is hij weder naar St.K.-II L.K. teruggegaan.

De Generaal-Majoor,
Legerkorpscommandant,
J. Harberts.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 2.38 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 2.13 MB)