Schrijven van kapitein H. Onderstal

AFSCHRIFT.

4e Compagnie politietroepen
Commandant
Nr. 88 G.


Onderwerp:
Krijgshandelingen.

Bijlagen: vier.

Driebergen, 14 Juni 1940.   

      Ingevolge de opdracht, vervat in het schrijven van den Commandant Veldleger d.d. 27-5-1940, Sectie I, Nr. 195 G, (Uw naschrift d.d. 29-5-1940, Nr. 1449 G), bericht ik U beleefd, dat ik geen gevallen als bedoeld in 1e van dat schrijven bij de compagnie heb te melden of aanhangig te maken, behoudens dat een geval van twee korporaals van het sub-detachement Renswoude nog in onderzoek is.
      Nopens 2e, dus de krijgshandelingen van 10 t/m 14 Mei, worde het navolgende aangeteekend.
      De compagnie politietroepen, voor het uitbreken van den oorlog onderverdeeld in een aantal detachementen en sub-detachementen, bestond daarna uit een detachement Staf IIe Leger Korps (L.K.), detachement IIe Divisie en IVe Divisie, elk onder bevel van 1 luitenant en een detachement 4 R.H., onder een O.W.I. (opper wachtmeester instructeur).
      Deze detachementen hebben de hun opgedragen werkzaamheden op goede wijze uitgevoerd, met dien verstande, dat integrale en richtige uitvoering van de verstrekte opdrachten door de geringe sterkte aan personeel wel eens in het gedrang kwam.
      Nopens de detachementen IIe en IVe Divisie en 4 R.H. moge ik hiernevens de terzake bij mij binnengekomen berichten overleggen.
      T.a.v. het detachement Staf IIe L.K. worde medegedeeld, dat de taak voornamelijk bestond uit:
      1e. bewaking stafkwartier en onmiddellijke omgeving;
      2e. optreden tegen eventueel gelande en gesignaleerde parachutisten;
      3e. aanhouding en afvoering naar Wijk bij Duurstede van Duitschers en N.S.B'ers; een en ander op last van Commandant IIe L.K.;
      4e. bewaking c.q. ondervraging krijgsgevangenen.

  Op 13 Mei verzamelde ik, nadat ik had vernomen dat de toestand op de Grebbeberg kritiek bleek, al het personeel, waarover ik te Doorn beschikte, met inbegrip van een aantal hoofden van de Koninklijke Marechaussee, voorzag een ieder van 3 scherpe eihandgranaten (aanval), deelde de beschikbare mitrailleurs in en melde aan Commandant IIe L.K., dat ik een sectie had verzameld, teneinde, welke opdracht ook, uit te voeren.
      Ik teeken hierbij aan, dat Commandant IIe L.K. op 12 Mei des namiddags den kapitein der Koninklijke Marechaussee Gelderman met een twaalftal hoofden had opgedragen zich naar Rhenen te begeven teneinde aldaar eventueel vluchtende of terugtrekkende troepen op te vangen en terug te zenden naar hunne opstellingen, een taak, welke ook was toebedeeld aan het detachement politietroepen van de IVe Divisie.
      Terwijl ik wachtende was op eenige opdracht, kwam het bericht, dat het veldleger terug moest trekken op de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, op welk moment Commandant IIe L.K. mij opdroeg, met den meesten spoed en onverwijld voor het bezetten van lijnen en kruispunten ter regeling van het verkeer de gevormde sectie in te zetten. Deze spoed was noodzakelijk, omdat op hetzelfde oogenblik de terugtocht een aanvang zou nemen.
      Op grond hiervan heb ik in een 4-tal lijnen 12 kruispunten doen bezetten teneinde regelend op te treden en zijn in de loop van den ochtend van 14 Mei deze verkeersposten weer verzameld, waarna detachementen politietroepen werden gevormd in het nieuwe legeringsgebied van IIe L.K.
      Tenslotte moge ik een verslag aanbieden van den thans bij mijn o.h. compagnie ingedeelde S.M.I. Van der Zee, groepscommandant politietroepen te Kampen.

De Kapitein,
Commandant 4e Compagnie Politietroepen:
(get.) H. Onderstal.

Aan:
Commandant IIe L.K.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 817.50 KB)