Schrijven van sergeant-capitulant W. van Meeteren

M A R E C H A U S S E E.
VIe Divisie.
Brigade Zutphen.

Onderwerp:
Krijgsgeschiedenis.

Zuthpen, 24 Januari 1941.

  Naar aanleiding van Uw schrijven Nr. 1224, dd. 13 Januari 1941, deel ik U het volgende mede:

  Het blijkt mij dat ik een foutieve verklaring heb afgelegd. De verklaring van mijn C.C. is juist.
  Tijdens het etenhalen ben ik niet bij mijn C.C. geweest. Eerst nadat ik gewond ben geraakt heb ik mijn C.C. opgezocht en hem verteld hoe de zaak er voor stond. Hierna heb ik getracht mijn stelling weer op te zoeken, doch dit is mij niet mogen lukken.
  Het is nooit mijn bedoeling geweest om mijn stelling zondermeer te verlaten. Ik hoop dat U niet den indruk hebt gekregen dat ik onnoodig uit de stelling ben gegaan en dat U overtuigd is van mijn goede wil om de stelling tot het uiterste bezet te houden.
  Toen voor mij de mogelijkheid om de stelling te bereiken uitgesloten was, bleek er voor mij niets anders over dan mij in de stoplijn te melden en mij daar verdienstelijk te maken.
  Ook uit de stoplijn heb ik herhaalde malen getracht om naar voren te komen. Ik heb hiervan ook mededeeling gedaan aan den S.M.I. Pas, die op dat moment de hoogste meerdere was in mijn onmiddellijke nabijheid.
  Ik hoop dat ik hiermee aan Uw verzoek heb voldaan.
  Het verkeerde inlichten in mijn eerste schrijven is te wijten aan het feit, dat de verschillende dingen te lang zijn geleden om ze weer duidelijk voor de geest te halen.

De Marechaussee,

(get.) W. van Meeteren.
Sectiecommandant 3e Sectie M.C.-I-8 R.I.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.23 MB)