Verhoor van reserve-tweede luitenant H. de Vries

Verhoor op 18 Juni 1940 van H. de Vries, reserve-2e luitenant 2-II-8 R.I. woonachtig te Heereveen.
------------

  Ik was commandant reservesectie, opgesteld ter hoogte van Maatsteeg, Bij mij stond de 4 M.C. onder commando van luitenant Visser.
  's Middags heb ik adj. Bison zien terugtrekken; hij is aangekomen en is door C.C. ingedeeld bij mijn sectie; mijn steunpunten waaren overvol. Tegen den avond zag ik schuinsrechts voorwaarts kleine Duitsche afdeelingen naderen. Ik had het overcompleet personeel, vooral lichte mitrailleurs tusschen de steunpunten opgesteld en wilde tegen het donker aanvallend optreden.
  Het was reeds donker toen ik een ordonnans (Balkema) van den C.C. kreeg met de opdracht: "zoo spoedig mogelijk terugtrekken". De C.C. zou toen reeds weg zijn. Ik heb mijn groepen gewaarschuwd en ben onder dekking van de bezetting van het steunpunt 13 van adj. Bison met de 2 andere bezettingen, afgetrokken naar de school in Achterberg. Deze zou 10 min. na mij terugtrekkenen. De C.C. was daarover ongerust en heeft mij teruggezonden, om den adj. Bison op te halen. Ik kon er toen niet meer doorkomen, maar de adj. Bison is op eigen gelegenheid gekomen. We zijn samen naar de Jeugdherberg gegaan waar ik volgens opdracht van den C.C. op hen moest wachten. Ik vond daar aanvankelijk alleen ritmeester van der Voort van Zijp maar na een half uur kwam ook de C.C. Deze gaf mij opdracht naar de weg in N.-richting te gaan om daar op nadere orders te wachten. Daar bevond zich de geheele troep. Op last van den C.C. is de troep in het bosch in rust gesteld (achter het kruispunt). Tegen het licht worden begon onze artillerie te schieten. De kap. Wiersinga, die mij in het geheel niet met den toestand op de hoogte bracht, stuurde mij toen met een deel van den troep naar de boschrand ((langs den autoweg) richting Remmerden waar ook het restant van onze Compagnie zat. We lagen daar niet in opstellingen. In den namiddag kwam een bomaanval op de artillerie-opstellingen. De kapitein was toen weg, naar ik later gehoord heb, om orders te halen) en had mij opgedragen op den troep te passen en te zorgen dat die niet zou wegloopen want er waren verschillende zenuwachtige sergeants bij die ik niet kon vertrouwen.
  Er waren ca. 3 x 13 vliegtuigen die eerst bij Rhenen bezig waren en toen losbranden op de artillerie-opstellingen. Enkele menschen van den troep gingen toen op de vliegtuigen met mitrailleurs en geweren schieten. De adj. Bison en ik hadden den indruk, dat ze ons daardoor ontdekten. Ik heb den troep toen 5 à 700 m N.W.waarts verplaatst naar een boomgaard. Op de plaats bij den autoweg liet ik den ordonnans voor den kapitein achter. De kapitein is 10 min. later teruggekomen, heeft de boodschap gehoord en is toen richting Remmerden gefietst. Ik meende, dat hij zou terugkeeren, maar dat is niet gebeurd. Ik heb 2 à 3 kwartier gewacht, niettegenstaande voortdurend troepen terugstroomden, die ons aanspoorden ook mee terug te gaan. Ik heb ordonnansen uitgestuurd om den kapitein te vinden (o.a. den sergeant toegevoegd), maar dat lukte niet. Toen weer een half uur gewacht. Van alles stroomde terug in groepjes. Daarbij was een mij onbekend 1e luitenant met een troep, die meedeelde, dat alles terug moest naar Amerongen. Dit gold, volgens hen, ook voor mij. Toen ben ik met mijn troep door de boomgaarden naar Elst teruggetrokken. De troep kwam daar in keurige orde aan, waar ik kapitein Wiersinga vond bij pl. 10. De kapitein wou geen uitlegging hooren en mij geen orders geven. Ik ben dus met den troep verder getrokken en kreeg van een kapitein die het verkeer regelde, de opdracht stelling te kiezen achter den weg naar het veer, zuid van den kunstweg. Daar stonden ook 4 zware mitrailleurs en er kwam later ook een groepje van 19 R.I. De kapitein bemoeide zich met niets meer en was op den kunstweg bij den anderen kapitein pratende.
  Ik heb later opdracht gekregen terug te trekken op Amerongen. Sectiegewijs is de compagnie toen aangetreden en (al etende) afgemarcheerd naar Amerongen onder mijn bevel. De kapitein was er nog steeds niet bij. Na een kwartier is hij mij voorbijgefietst, zeggende dat hij naar kasteel Zuijlestein moest en ik de compagnie maar moest wegbrengen. Ik heb toen van een majoor last gekregen, naar Wijk bij Duurstede te gaan. Den kapitein vond ik weer bij Wijk bij Duurstede, waar we brood en koffie kregen (plm. 23.30).
  Later zijn wij via den Lekdijk naar Vreeswijk teruggetrokken op order van den luit., die daar de zaak regelde. Ik heb gezegd, dat de C.C, er niet bij was: hij antwoordde, dat die wel na zou komen. Om een uur of 5 kwamen we in Vreeswijk en vonden daar den kapitein weer.
  Tijdens den terugmarsch kwam mij een groep van plm. 50 à 60 man wielrijders onder 1e luitenant Quaedvlieg achterop, waarvan de voorsten de lantaarns omhoog gericht hadden, er cirkelde voortdurend een vliegtuig rond, maar het mistte sterk. Ik heb hem het woord gevraagd, dat hij niet kende. Ik heb toen dien luitenant gearresteerd en hem zijn pistool afgenomen. De rest van den troep onder een serg. naar zijn bestemming gezonden en de luit. meegenomen. Later zijn die per vrachtauto met nog een bijbehoorende luitenant onder gewapend geleide (onder Adj. Bison) naar Vreeswijk gezonden (de vrachtauto was van de wacht sluis Wijk bij Duurstede onder een sergeant. Daar is de groep vermoedelijk gemeld bij kap. Wiersinga, want deze heeft adj. Bison gezegd, dat ze onder erewoord waren vrijgelaten.
  Mij heeft de kapitein gezegd, dat ik 's middags bij den kol. van Loon zou moeten komen, maar door de capitulatie is dat niet doorgegaan.

Voorgelezen, volhard en geteekend,

w.g. H. de Vries.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 1.67 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 2.47 MB)