Verhoor van sergeant-majoor-instructeur S. Pas

Verhoor op 9 Juli 1940 van den S.M.I. S. Pas, dienst gedaan bij de 4e Sectie van 2-I-8 R.I., woonachtig te Arnhem.
------------------------------------------------

  Ik ben gewond geweest, sedert Donderdag j.l. weer thuis uit Duitschland terug.
  Vrijdagavond reeds vuur uit front gekregen. Ik heb de opdracht gegeven "niet vuren". Ik kon deelnemen aan het stormvuur. 's Avonds zelf nog op patrouille geweest, meende achter mij iets - een licht - te vermoeden, doch niets gezien en niet gevuurd.
  Zaterdagmorgen begonnen de vliegtuigen het prikkeldraad te bepoeieren met bommen voor de sectie; dit meen ik althans.
  Gedurende den Zaterdag heb ik geen vijand gezien. Nog drinkwater laten halen. In den nacht van Zaterdag op Zondag ontving ik vuur, naar ik meen van alle kanten; ik gaf opdracht niet te vuren, want ik heb niets gezien. Ik hoorde de kogels langs mij heen suizen.
  Op een gegeven oogenblik kwam bij mij een klein gedeelte van de 2e Sectie in de stelling (van Luitenant Timmermans) waarbij dpl. Sergeant Harmsen. Zij zeiden dat de Duitschers in de stelling waren. Ik heb hen in mijn stelling gehouden. Toen kreeg ik opdracht de stelling van de 2e Sectie te bezetten voor het aanbreken van het volle daglicht. Deze opdracht kwam eerst mondeling per ordonnans en daarna schriftelijk per ordonnans. Wij kregen toen artillerievuur. Wij hebben betrekkelijk snel de stelling bezet. De menschen hadden eerst bezwaar, omdat zij zeiden dat de Duitschers erin zaten. Mijn sectie was goed; het kwam door de menschen van de 2e Sectie. Nadat ik er een tijdje gezeten heb, kreeg ik opdracht mijn eigen stelling weer te bezetten. Bij de verplaatsing naar de stelling heb ik niet met handgranaten laten werpen.
  Later kwam Luitenant Timmermans terug en moest ik mijn eigen stelling weer bezetten, een mitrailleur moest ik vooraan achterlaten. Van het verloren gaan van geweren herinner ik mij niets.
  Deze eene mitrailleur moest ik geven voor het stekelvarken waarin de mitrailleur onklaar was.
  Ik heb 2 man gestuurd om een mitrailleur te halen bij de commandopost van de Bataljons Commandant, heb hen echter niet meer teruggezien. Zelf ben ik toen naar achter willen gaan langs een omweg, en kwam terecht door het vele vuur op de kw. en in de stelling van 3-I-8 R.I. bij de Kapitein Brittijn (niet gezien.) in de stoplijn. Daar stond de Overste en Majoor Landzaat. Ik was er alleen; Kapitein Collette niet gezien. Aan den Overste heb ik toen gezegd, dat ik het daarvoor onder artillerievuur niet kon houden zonder wapens. Ik wilde weer wapens ontvangen. De Overste zeide mij aldaar te blijven om de leiding te nemen; wie het commando in mijn sectie heeft overgenomen weet ik niet.
  Ik had toen sedert Vrijdagnacht niet geslapen en ben toen tegen de borstwering gaan zitten. Toen was daar de Kapitein Rangelrooij ook.
  Zondagmiddag ben ik met de menschen van de compagnie voor een tegenstoot met de compagnie naar voren gegaan tot plm. 300 m. voor de prikkeldraadversperring, waarop wij weer terug moesten. Er werd van links en rechts geschoten. Ik heb toen de stoplijn weer bezet. Met een mitrailleur ben ik op de borstwering gegaan, om een vijandelijk mitrailleur tot zwijgen te brengen. Daar ben ik gewond geraakt, en later bij de hulpverbandpost gevangen genomen. Verpleegd in Arnhem, in Emmerik en in Dorsten.

Voorgelezen, volhard en geteekend,
w.g. S. Pas.

  (Volgens mededeeling van Commandant 8 R.I. heeft hij bij zijn bezoek aan de stellingen S.M.I. Pas aangetroffen bij 3-I-8 R.I.
   Deze gedroeg zich zeer nerveus, zoodra hij iets hoorde, sprong hij met een geweer rond (gevechtshouding).
   Hij maakte de soldaten zenuwachtig door zijn opgewonden gedrag, in plaats van hen te kalmeren.)

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 956.70 KB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 205.69 KB)