Verklaring van dienstplichtig korporaal P. Vis

Dienstplichtig Korporaal Vis, P., verklaart bij zijn verschijning voor de
Commissie Militaire Onderscheidingen, op 26 Juni 1947:
-----------------------------

    Ik was Korporaal-ziekendrager bij 1-II-24 R.I.

    Wij zijn eerst in Druten geweest, daarna doorgetrokken naar Tiel, verder naar Amerongen. Van hieruit zijn wij per auto vervoerd naar de Grebbe. Hier hebben wij gelegen bij de voorste linie, enige meters vanaf de inundatie. Onze post was gelegen in een paar huisjes, waarvandaan wij gewonden gingen ophalen, die wij, na 1e hulp verleend te hebben, aan een ander overgaven die ze weer bracht naar een verbandplaats.

    De troep was al weggetrokken. Ik zag nog een gewonde militair liggen. Deze hebben wij (hospitaalsoldaat Pothuis en ik) in veiligheid gebracht in een schuurtje achter een boerderij. De gewonde wilde met ons mee. Ik zei tegen hem dat het beter was te blijven en dat wij hem zouden komen ophalen. Hij wilde toch mee waarom ik Pothuis bij hem heb achtergelaten als bewijs dat wij zouden terugkomen. Hierna ben ik teruggelopen om een brancard te halen pl.m. 20 minuten ervandaan. Ik vroeg vrijwilligers. Hierbij bood Asbreuk zich onmiddellijk aan. Samen hebben wij nog tegen de jongens gezegd dat de gewonde toch zeker opgehaald moest worden. Mede door het voorbeeld van Asbreuk is er nog iemand meegegaan. De naam is mij onbekend. Met 3 man en een brancard zijn wij teruggelopen. Na de gewonde opgehaald te hebben zijn wij over sloten en door een bos gegaan, vanwege het hevige artillerievuur. Het heen en teruggaan vond plaats tijdens zwaar artillerievuur.

's-Gravenhage, 26 Juni 1947.

(get.) P. Vis.

Opgem.: J. v.d. B.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.26 MB)