Verklaring van dienstplichtig soldaat A. van Mourik

Dpl. van Mourik, A. van 3-II-8 R.I., verklaart bij zijn verschijning voor
de Commissie van Militaire Onderscheidingen, op 6 Januari 1947:
-------------------------------------------

  Mijn C.C. was Kapitein Hakkert. Sectiecommandant was Vaandrig Elzas.
  's Morgens 1e Pinksterdag was ik in mijn stelling in Rhenen. Ik was helper in de mitrailleurgroep en Reuvers was mitrailleurschutter, wij zijn steeds bij elkaar gebleven.
  Majoor Jacometti gaf bericht dat er een tegenaanval gedaan moest worden, waarna we naar voren gingen, richting Dierenpark, wij kwamen nog over een harde grintweg en zoo in het bosch waar de duitschers zaten. Ik meen dat het was waar nu het kerkhof is.
  Kapitein Hakkert gaf het commando: 'vuur' waarna we wilden schieten maar de mitrailleur weigerde. 's Nachts tevoren had hij nog goed geschoten. Reuvers heeft met de hand nog de kolf van de mitrailleur afgehaald maar hij deed het nog niet. Intussen zei de de vaandrig dat wij terug moesten trekken. De majoor werd gedood waardoor de Vaandrig het commando overnam.
  Wij wilden weg gaan en de mitrailleur laten liggen omdat hij toch niet meer ging, doch Reuvers moest van den Vaandrig terug om hem te halen. Wij trokken terug naar de stelling vlak in de buurt bij de grintweg en zijn daar 's nachts gebleven.
  Kapitein Hakkert die bij ons was zei: 'julllie kunnen terug gaan naar de eigen stelling, doch op eigen risico". Wij zijn daar echter gebleven met 7 man, o.a. Reuvers, Eysink en ik. De andere jongens zijn naar de eigen stelling teruggetrokken.
  Op maandagochtend ontdekten wij plotseling dat op plm. 40 Mtr. afstand Duitschers ingegraven lagen. Wij hebben daarop geschoten tot onze munitie op was waarna wij ons moesten overgeven.

's-Gravenhage, 6 Januari 1947

A. van Mourik.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.39 MB)