Verklaring van dienstplichtig soldaat H.E.H. Meertens

Verklaring afgelegd door den dienstplichtig soldaat H.E.H. Meertens, van 2 A.M.C.
in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen, van 17 April 1947:
--------------------

  Aanvankelijk was ik ingedeeld bij den lichtmeetpost rood als telefonist waarnemer op den Grebbeberg, welken post was gelegen ongeveer 200 Meter noord van de boschwachterswoning.
  Lichtverschijnselen hebben wij niet gezien. Alleen kon ik op den 1sten dag een noodlanding van een Duitsch vliegtuig zuid van den Rijn melden. Postcommandant was de Wachtmeester Frankenmolen.
  Op 11 Mei 1940 tegen 8 uur 's morgens werd de omgeving van Post Rood onder artillerievuur genomen. Ik had geen dienst en bevond mij in de boschwachterswoning.
  Ik ben naar den Post gegaan en trof den bediening in de schuilplaats, waar ik mij bij hen voegde. Door deze beschieting is de telefoonverbinding onklaar geraakt. Gedurende de beschieting is de Kapitein Ten Sijthoff bij ons geweest, die ons moed in sprak. Hij zeide dat de Duitschers het niet speciaal op onzen post gemunt hadden, doch dat zij een kaartvuur op den Grebbeberg afgaven. Nadat het artillerievuur verlegd was hebben Frankenmolen en ik getracht de verbinding te herstellen. Dit is ons voor een paar seconden gelukt; toen werd de lijn weer op een andere plaats stuk geschoten.
  Naarmate de beschieting voortduurde zakte het moreel van de bediening. De auto voor ons vervoer was reeds beschadigd en de chauffeur vond het geraden, teneinde de auto voor vernietiging te vrijwaren, terug te gaan om nadere orders te halen. Met de auto zijn wij door het artillerievuur heengetrokken naar Elst. De chauffeur heeft onderweg toen wij buiten het artillerievuur waren een band verwisseld. De Kapitein Ten Sijthoff gaf te kennen dat het hem tegenviel dat we reeds terugkwamen, temeer daar hij ons kort tevoren nog moed had ingesproken. Ik verklaarde mij bereid met een andere bezetting terug te gaan indien hij het noodig vond. De Kapitein ging hier echter, vermoedelijk wegens gebrek aan personeel, niet op in. We kregen rust en zouden daarna bij andere posten worden ingedeeld.
  Toen wij teruggingen was de ordonnans De Vries niet op post Rood aanwezig. Hij was naar de meetcentrale. Door de meetcentrale is hij met een opdracht naar een van de andere posten gestuurd en vandaar naar post Rood teruggekeerd. Wij waren toen al weg. Dicht bij den post heeft hij zijn motor achtergelaten, die door een val defect was geraakt.
  Op 12 Mei ben ik met ordonnans De Vries nog naar post Rood teruggeweest om materiaal en de defecte motor te halen. Dit had Kapitein Ten Sijthoff ons verzocht, waardoor wij ons bereid hebben verklaard. Van post Blauw was bericht binnengekomen dat een Officier aldaar een verkeerde stemming wekte. Kapitein Ten Sijthoff verzocht De Vries en mij om er heen te gaan ter versterking en zoo noodig dezen officier gevangen te nemen. Bij onze aankomst op 12 Mei 's avonds tegen 21.00 uur was de officier niet aanwezig. De Officier verscheen ook des nachts niet. Er werd niet met artillerie geschoten voordat het licht was. Ik kon geen vuurverschijnselen zien. Na in den kelder een paar uur geslapen te hebben werd ik tegen 10 uur 's morgens wakker door de komst van den Officier met eenige manschappen. Zij maakten veel misbaar over de komst van de Duitschers. De Vries was naar de meetcentrale om het nieuwe wachtwoord te halen. De bezetting, behalve chauffeur Los en ik, verdween. De bezetting vond het niet haar taak te vechten, doch slechts te meeten. Door de verwarring heb ik er niet aan gedacht den Luitenant te arresteeren.
  De Luitenant wilde anderzijds ook weer de Koerheuvel verdedigen.
  Sergeant Frankenmolen werd door hem met een geladen wapen bedreigd bij dezen verdediging te helpen.
  Ik heb mij met Los in de richting van de auto, die bij den post hoorde, begeven. Dit was in de richting Rhenen. Ik heb nog naar de bediening van den post gezocht in de richting van den Rijn tot op den grooten weg. Uit de Hoofdstraat in Rhenen zag ik soldaten komen zonder veldjas, die als gevangenen door de Duitschers waren vooruitgedreven. Er waren enkele gewonden bij. Later bleek dat de bediening van post Blauw rechtstreeks naar de meetcentrale is gegaan. Ik heb gehoord dat zij daar verteld hebben dat de post door de Duitschers was overvallen. Kapitein Froonhof moet hen onder bedreiging met zijn pistool gedwongen hebben mede terug te gaan.
  Los had inmiddels de auto gehaald en is daarmede naar de meetcentrale gereden. Ik ben teruggegaan naar post Blauw om het materiaal te halen. Ik kwam met het telefoontoestel de trap af, toen ik Vaandrig Posthuma ontmoette. Hij zeide: "zoo telefoonjager". Hij liep door naar boven. Ik ben met ordonnans Lenssen meegereden naar de meetcentrale. Onderweg zijn wij de postbezetting met Kapitein Ten Sijthoff en Kapitein Froonhof, die weer terug kwam en waarbij ook chauffeur Los weer aanwezig was, misgereden. In de meetcentrale trof ik Kapitein Ten Sijthoff dus niet. Aan den 1e Luitenant Lenssen heb ik instructies gevraagd. Deze zei dat ik eerst rust moest nemen omdat ik op post Blauw den geheelen nacht gewaakt had. 's Middags werd ik gewekt voor den terugtocht naar Driebergen / Vleuten.
  Ordonnans De Vries heeft zich flink gedragen.
  Hij reed onder verspreid artillerievuur terug naar post Rood. Hij is niet zooals de anderen teruggetrokken, zij het dan ook dat hij op het moment van terugtrekken niet aanwezig was. Hij is meegegaan om de materialen uit post Rood terug te halen. Hierbij moesten we onder verspreid artillerievuur, dat vanaf Rhenen tot aan den Grebbeberg lag, door. Na de motor te hebben achter gelaten zijn we met sprongen naar de boschwachterswoning en daarna naar den post gegaan. Het materiaal (kijker, theodoliet, telefoontoestel) hebben we meegenomen. Duitschers heb ik niet gezien; wel lag in de omgeving mitrailleurvuur. Ik hoorde de kogels in de boomen inslaan.

's-Gravenhage, 17 April 1947.

(get.) H.E.H. Meertens.

Opgemaakt M.
Typ. v.d.B.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.75 MB)