Verklaring van dienstplichtig soldaat J. de Jager

Dienstplichtige de Jager, J. van 4-II Auto Bataljon, verklaart bij zijn verschijning
voor de Commissie Militaire Onderscheidingen, op 5 Mei 1947:

Klik hier voor een uitvergroting
Groepsfoto van 4-II Auto Bataljon gemaakt in de omgeving van Hydepark te Doorn (21 januari 1940)
  12 Mei 1940 kregen wij opdracht van onze Sectiecommandant Vaandrig Der Kinderen om de munitie op de Grebbeberg te verplaatsen. Wij gingen in colonne met lege wagens er naar toe. Mijn wagen reed op de tweede plaats. De huif was van de wagen afgenomen en een lichte mitrailleur op de wagen geplaatst. Er waren plm. 5 of 6 militairen bij, met karabijnen.
  Wij reden van Driebergen door Rhenen en kwamen op een verharde grintweg naar Ouwehand's Dierenpark onder vuur. Rechts van de weg brandde een villa, tegenover een magazijn waar krokodillen in de winter bewaard werden. Wij reden door tot bij Ouwehand's Dierenpark waar 2 Friese ruiters stonden opgesteld. De eerste wagen reed er tussen door, zij kwamen toen in elkaar te zitten waardoor de weg versperd werd. Ik stapte uit om de weg weer vrij te maken. Op dat moment ontplofte de eerste granaat op plm. 10 meter afstand op de grond, ik heb toen direct de klep van de wagen geopend om de andere militairen gelegenheid te geven dekking te zoeken. Tegelijkertijd kwam de 2e granaat. Ik hoorde hem aankomen en kon nog net op de grond gaan liggen. Hij ontplofte precies op de auto waardoor de militairen allemaal uit de wagen werden geslingerd. Ik meen dat er 3 gesneuvelden waren. De chauffeur van de 3e wagen werd gewond. Ik kroop over de grond om verder dekking te zoeken en kwam in een loopgraaf terecht, plm. 50 meter van de wagen. Hier waren al enige militairen in. Er stond een kist munitie in, vermoedelijk met karabijnpatronen. Er werd hevig gevuurd zodat wij de kist munitie wel kwijt wilde. Deze werd uit de loopgraaf er bovenop gezet. Ik dacht nu wil ik wel weg en ben eruit gegaan. Een artillerist is met mij medegegaan. Wij kropen terug naar de wagen waar v.d. Borght, de chauffeur van de 3e wagen, erg kreunde, hij was in zijn been geraakt. Die artillerist en ik hebben hem in de wagen gelegd, waarna hij weg liep. De 3 andere mensen die daar lagen heb ik laten liggen omdat er niets meer aan te helpen was. Daarna ben ik weggereden. Enkele wagens waren achterwaarts de berg afgegaan. 4 wagens bleven staan daar zij schade hadden opgelopen. 2 voorbanden van mijn wagen waren lek. Ik reed met mijn wagen alleen, hulpchauffeur Van Krevelen was er niet bij, die was weg gelopen, met v.d. Borght in mijn wagen naar de hulpverbandplaats in de omgeving van de watertoren aan de kant van Remmerden, op de Grebbe. Onder het rijden vielen er in de buurt van het Dierenpark bomen over de weg door granaten waar ik overheen reed. Bij Rhenen zag ik nog een garage in brand staan, waar er nog benzine getankt werd. Ik ben door Rhenen gereden richting Remmerden waar ik een hospitaalsoldaat aanhield. Ik heb hem gevraagd om mij naar de dichtbijzijnde verbandplaats te brengen. Ik ben met die hospitaalsoldaat teruggereden naar Rhenen, links af naar boven. Dicht bij de verbandplaats heb ik Majoor v.d. Ploeg nog aangetroffen. Bij de verbandplaats hebben wij v.d. Borght naar binnen gedragen. De rit had plm. 3 kwartier geduurd. Hier was een aalmoezenier die mij vroeg even binnen te komen, hij vroeg mij de naam van de gewonde. Ik zei het hem en vertelde hoe ik aan hem kwam. Door een achterop rijdende Rode Kruisauto was de weg versperd zodat ik hier nog plm. anderhalf uur vertraging had, voordat ik naar Driebergen terug kon rijden. Van voren werd de weg versperd door een met paarden bespannen artilleriewagen. Tijdens het anderhalf uur wachten werd er van twee kanten geschoten. Artillerievuur schoot over mij heen naar de Duitschers. In Elst aangekomen heb ik mij bij kennissen eerst verfrist, omdat ik onder het bloed zat van de gewonde militairen. Hierna kwam de herstellingsploeg die nieuwe banden op de wagen aanbracht. Ik ben toen naar Driebergen gereden naar de garage van ons Bataljon. Ik wilde mij melden bij de Kapitein. Dicht bij de garage werd ik aangehouden door een officier die mij opdracht gaf in de garage te wachten tot ik zou worden opgehaald. Nadat ik was opgehaald heb ik verslag uitgebracht bij de Kapitein waar officieren en onderofficieren bij tegenwoordig waren.
  Betreffende Vaandrig der Kinderen: Hij is met onze colonne meegegaan naar de Grebbeberg. Hij was correct, militair.
  Betreffende van Krevelen: Hij stapte ook uit, omdat de weg versperd was. Ik geloof dat hij in de lucht heeft geschoten. Later heb ik hem niet meer gezien.

's-GRAVENHAGE, 5 Mei 1947.

(get.) J. de Jager.

Opgem. J.v.d.B.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.45 MB)