Verklaring van dienstplichtig soldaat J. Gerritsen

Verklaring op 17 Juni 1940 voor Rijksrechercheur.
------------------------------------------------

  Jan Gerritsen, geboren te Velp, 9 Juli 1918, woonachtig te Velp verklaarde:

  Van 10 tot en met 14 Mei 1940 heb ik als miliciën-telefonist, gediend bij den Staf I-8 R.I., op den Grebbeberg. Vrijdagmorgen 10 Mei 1940, te 1.30 uur ben ik met andere telefonisten, genaamd Hagen en Van Hal in den commandopost van Kapitein Collette gegaan. Later kwam daar Kapitein Collette, Vaandrig Donkersloot, Sergeant Bosveld en de ordonnansen Toelen en Scholten daaronder begrepen.
  Toelen had practisch de leiding. Hoewel niet juist, waren wij blij, dat er tenminste iemand de leiding nam. De Kapitein hield er de moed niet in. Op een gegeven moment zei hij, dat men Fransch moest spreken. Hij vertelde ook, dat het daar wel onze laatste oogenblikken konden zijn. Hij was zeer zwaarmoedig. Toelen heeft de moed er in gehouden en beurde ons allen op. Hij bracht bijna geregeld de berichten weg. Toen Toelen op Zondag 12 Mei 1940 van een bericht terug kwam, was hij gewond. De Kapitein zeide: "O jé, o jé, nou is Toelen ook nog gewond". Toelen zeide toen tegen de Kapitein: "Het is niet zoo erg, ik kan nog loopen." Ik had het idee, dat de Kapitein het heelemaal hopeloos vond, nu Toelen gewond was. De Kapitein zond Toelen naar de hulpverbandplaats. Kort daarop is de Kapitein uit de commandopost gegaan en heeft toen gezegd, dat de commandopost naar de hulpverbandplaats moest worden verplaatst. Wij waren daar tegen omdat daarin geen commandopost mocht worden geplaatst en daar geen verdediging mocht zitten.
  Toelen heeft zich moedig gedragen. Hij had de leiding. Op een keer kwam Luitenant Timmermans met zijn sectie aan op de commandopost. De Kapitein zat toen al in de put. Toelen heeft den Luitenant Timmermans terug gestuurd en de zaak verder in orde gemaakt. Toelen was niets te veel. De Kapitein had nimmer persoonlijk contact met zijn manschappen.
  Nadat hij op Zondag 12 Mei 1940 zijn commandopost heeft verlaten heb ik hem niet meer gezien. Ik ben met Van Hal naar den Bataljonscommandopost gegaan en daar gebleven. Toen de Kapitein uit zijn commandopost is gegaan zijn ook de anderen van den commandopost gevlucht. Wij hadden toen nog geen Duitschers waargenomen. Toen waren er nog geen dooden of gewonden. Toelen was de eerste gewonde. De Kapitein is de oorzaak, dat de commandopost opgeheven is.
  Hij maakte den indruk erg zenuwachtig te zijn. Hij hemelde Toelen op en deed zelf niets. Hij liet alles aan Toelen over. Hij liet ons vaak den Majoor Landzaat opbellen en liet Toelen dan het gesprek voeren. Wat Toelen zeide en deed vond de Kapitein goed. Dit is de geheele waarheid.

Voorgelezen, volhard en in concept geteekend.

w.g. J. Gerritsen.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 784.07 KB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 2.04 MB)