Verklaring van dienstplichtig soldaat J.H. Jansen

  Verklaring afgelegd door den dienstplichtig soldaat Jansen, J.H. van M.C.-I-8 R.I.
in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen op 23 Januari 1947.
------------

Klik hier voor een uitvergroting
De ingang van de ijskelder langs de Heimersteinselaan in Rhenen (1999)
  Ik ben geweest bij den Luitenant Londo. In de kelder van de commandopost konden een man of 12. Er was daar stroom. Olie en patronen waren er genoeg. Bij de 3de sectie was op een gegeven moment gebrek aan olie. Die hebben wij, dienstplichtige Krouwel en ik, er gebracht. Ik kwam terug van een opdracht. Een granaat was 2 meter van mij af in den grond geslagen. Ik was 3 minuten bewusteloos. Ik was achterover gevallen. Toen ik bij kwam was ik doof. Daarna heb ik de olie er gebracht. Er was niemand voor te vinden en heb ik mij vrijwillig gemeld. Krouwel is met mij meegegaan. Ik heb er ongeveer 1 uur over gedaan. Onderweg kregen wij geregeld artillerie vuur. Wij liepen richting Militair Kerkhof en toen naar voren. Wij konden niet direct oversteken. Wij werden toen reeds door de Duitschers onder vuur genomen. Ik had een geladen pistool bij mij. Wij hebben niet kunnen schieten. Ik heb de olie afgegeven aan sergeant van Meteren. Ik geloof dat hij in de buitenste koepel zat (aan de kant van de rivier). De opdracht die ik moest brengen aan de 4de sectie luidde: "Vuren tot het laatst".
  Ik was afstandmeter bij de sectie. Ik ben ook bij de Bataljonscommandopost geweest, éénmaal met een briefje.
  De Luitenant Londo gaf rustige en flinke bevelen. Hij was moedig en sprak ons moed in. Mijn kameraden vonden hem ook moedig.
  De Luitenant was er niet bij toen ik gevangen werd gemaakt (Zondag 12 Mei). Wij kregen bericht dat wij terug moesten trekken en liepen toen zoo tegen de Duitschers aan. Wij hebben ons overgegeven nadat wij eerst nog gevuurd hadden. De Duitschers gooiden met handgranaten. Wij waren met een man of 9 en geheel omsingeld.
  's Middags schoten de Duitschers al in den loopgraaf. Ik heb Duitschers uit de boomen geschoten. Er zaten er niet veel. De Duitschers zaten achter ons.
  Van enkele Duitschers was de broek gescheurd en die trokken onze broeken aan. De jassen moesten wij uittrekken. Waarom weet ik niet.
  Wij zijn naar Wageningen gebracht en moesten op den grond blijven liggen. Als wij ons oprichtten werden wij getrapt. Er werd toen al geschoten. Twee van ons bleven daar achter; ik vermoed dat zij dood waren. De Duitschers waren tamenlijk ruw. Wij kregen ook nog een toespraak van een Duitsch officier.

  Hazewinkel ken ik wel maar heb ik niet zien optreden.

's-Gravenhage, 23 Januari 1947.
J.H. Jansen.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.70 MB)