Verklaring van kapitein G.J. van Buuren

HOOFDKWARTIER VAN DE GENERALE STAF
COMMISSIE VAN ONDERZOEK
--------------------
 

P R O C E S - V E R B A A L

  Op heden de 13e Januari 1948 verscheen voor onze Commissie G.J. van Buuren, geboren 27 Mei 1900, wonende Frankenstraat 80 te 's-Gravenhage, in 1940 Kapitein, bij de Staf van de IVe Divisie, die ons het volgende verklaarde:

  "De Kolonel van Loon was gedurende de mobilisatie een ideaal commandant. Hij was altijd even rustig, terwijl een goede samenwerking dank zij zijn optreden mogelijk was. Ook in de oorlogsdagen heb ik persoonlijk nooit iets gemerkt, dat hij besluiteloos of zijn hoofd kwijt was. Er heerste ook in de oorlogsdagen een harmonische sfeer. Ik bevond mij in de commandopost, niet in dezelfde bunker als de Kolonel, maar heb toch verschillende malen met hem te maken gehad. Zelfs op 13 Mei, toen ik mij bevond bij de troepen, die de tegenaanval uitvoerden, heb ik enige malen uit het terrein telefonisch contact met de Kolonel persoonlijk gehad, om hem in te lichten, het laatst om 12.00 uur, toen ik hem de vordering van de opmars mededeelde. Ook toen heeft hij mij zeer rustig te woord gestaan.
  Bij het samenstellen van de plannen voor 13 Mei ben ik niet betrokken geweest. Op 13 Mei in het laatste telefonische onderhoud met de Kolonel kreeg ik opdracht weer terug te keren op de commandopost. Ik heb mij daar per rijwiel door het terrein heen begeven en vond toen de commandopost verlaten. Vlakbij op de hoofdweg stond de Chef van de Staf, de Kapitein Lefèvre de Montigny, op wiens opdracht ik mij naar Elst heb begeven, waar de Kolonel van Loon bezig was met het geven van orders voor het in stelling brengen van terugtrekkende troepen.
  Er is toen in verschillende lijnen stelling genomen. Later heb ik de Kolonel ontmoet bij de Oostrand van Amerongen, waar de Kolonel mij, terwijl ik op de treeplank van een auto zat, bevelen dicteerde voor de terugtocht op de Vesting Holland. De Kolonel was toen gezien de omstandigheden rustig. Vanzelfsprekend waren we allemaal, na zoveel dagen actie en weinig slaap, uitermate vermoeid en door de terugtocht en het mislukken van vooraf beraamde plannen, zeer onder de indruk.
  Terwijl de commandopost van de Divisie gevestigd was tussen Remmerden en Rhenen was het Stafkwartier gevestigd in de Westrand van Amerongen op Zuilenstein. De plaats van de Kolonel in de Oostrand van Amerongen met officieren van zijn Staf, regelende te Elst, vormde onder deze omstandigheden dus in het geheel geen abnormale toestand. Bij Amerongen bevonden zich zeer veel opeengehoopte voertuigen. Het is dus zeer goed mogelijk, dat de Kolonel zich daarmede heeft bemoeid."

Voorgelezen, volhard en getekend,

(get.) G.J. van Buuren,
Majoor.

De Commissie van Onderzoek,

(get.) V.E. Nierstrasz,
Generaal Majoor tit. b.d.

(get.) F.A.J. de Klerck,
Luitenant Kolonel der Artillerie b.d.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 2.56 MB)