Verklaring van kapitein Th.J.A. Boers

A f s c h r i f t .

11 G. B.

Klik hier voor een uitvergroting
kapitein Th.J.A. Boers, commandant van 1-11 G.B. (1936)
    Kapitein BOERS van 1-11 G.B. verklaart, dat, toen hij op 13 Mei naar de spoorlijn te RHENEN oprukte, hij talrijke onderdeelen is tegengekomen; hij weet niet welke.
    Hij heeft nog van zijn Bataljonscommandant opdracht gekregen, om den weg af te zetten en de menschen tegen te houden.
    Onder de terugtrekkenden bevonden zich ook huzaren, maar hij heeft daarbij geen officieren gezien.
    Het was een bende, volgens kapitein BOERS, zonder orde en tucht.
    Toen hij bij de spoorlijn kwam, was daar geen ander onderdeel.
    De tweede compagnie had Noord van hem moeten komen, doch die heeft niet doorgezet. Ten slotte, nadat hij uren aan de spoorlijn had gezeten, heeft hij bemerkt, volkomen in de lucht te hangen en toen heeft hij het besluit genomen, om terug te gaan.
    Hij heeft geen zware weerstand tegenover zich gehad; wel werd van hier en daar, van den overkant, geschoten. (verliezen 2 dooden en 11 gewonden).
    Een kleine afdeeling van zijn compagnie is zelfs nog ten Zuiden van het station aan de Oostzijde van de spoorlijn geweest.



(Dit verslag is tot stand gekomen door medewerking van Joost Bruinsma.)

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 357.95 KB)