Verklaring van majoor W.P. van den Abeelen

Verklaring van den Majoor (thans Kolonel) W.P. van den Abeelen, Commandant 15 R.A., afgelegd
in de vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 31 Maart 1947.
------------------------------

Klik hier voor een uitvergroting
Majoor W.P. van den Abeelen, commandant 15 R.A. (1939-1940) » meer
Majoor Kramer was Commandant van I-15 R.A.
(De 1e en 2e Afdeeling van 15 R.A. waren ingedeeld bij het IIe L.K., de 3e Afdeeling bij het IVe L.K.)
De 1e Afdeeling was goed opgesteld. Majoor Kramer heeft de opstelling in korten tijd moeten inrichten. De nieuwe stellingen waren in een week tijd gereed. Zij waren goed gebouwd. De commandopost van den Majoor Kramer was ingegraven.
Commandant 15 R.A. met zijn Staf was aanvankelijk bestemd voor Commandant L.K.A., doordat het IIe L.K. werd versterkt met 19 R.A. (III) en de Commandant van 19 R.A. ouder was dan ik werd deze met zijn Staf C.-L.K.A.
De Kapiteins Eskens en Wijns van 15 R.A. waren toegevoegd aan C.-19 R.A.
Ik zelf heb een opdracht gehad om met een afdeeling van twee batterijen van 7 veld een stelling te betrekken bij Veenendaal aan den rand van de inundatie (tot 11 Mei). Batterij-commandanten waren de Kapiteins Roozendaal en Alberda van Eekenstein. Van Goor en Rijswijk waren de Afdeelings-commandanten van de Afdeelingen, waaraan de batterijen tijdelijk waren onttrokken. Na het volbrengen van deze opdracht ben ik opgenomen in de Staf van den Kolonel Bartels.
Eind April is beslist, dat ik geen C.-L.K.A. meer kon blijven, omdat Overste Enklaar ouder was dan ik.
De schietopdrachten zijn rechtstreeks uitgegaan van den Kolonel Bartels. De Overste Enklaar was practisch uitgeschakeld.
Ik had rechtstreeks verbinding met de 10 Veld en met I-15 R.A. en de afdeeling 19 R.A.

Vraag: Waarom heeft slechts 1 batterij van de 10 Veld gevuurd?
Antwoord: Onze artillerie stond voor het grootste gedeelte gericht naar het Noorden. Het schootsvak was naar het Zuiden beperkt. De Kolonel Bartels heeft dikwijls overwogen om de reserve-stellingen te doen innemen. Dit is nooit geschied en indien het geschiedde, zou het nog onvoldoende zijn geweest. Er is wel één batterij ingezet. Die stond er open en bloot maar hiermede is niets gebeurd.

Wij wisten op geen stukken na, waar de vijandelijke artillerie stond. De geluidmeetafdeeling kon alleen de richting aangeven, maar niet de afstand bepalen. Zij kon geen snijpunten krijgen.
De lichtmeetdienst heeft ook geen succes gehad. Het vak was naar mijn mening veel te breed om regelmatig goede waarnemingen te kunnen verrichten. Er waren reserve-lichtmeetposten ingericht. Het heele terrein was moeilijk om inzicht in te krijgen.
De geluidmeetdienst heeft ook geen resultaat gehad. Vermoedelijk als gevolg van het eigen vuur.
De Dunoberg ligt richting Oosterbeek (naar aanleiding van het voorgelezen verslag).
Op 11 Mei zou er worden gevuurd op artillerie, maar dat werd ingetrokken. Dat is waarschijnlijk een opdracht geweest van den C.-L.K.A. Daarna kwam de opdracht om het vuren te staken.
Naar aanleiding van voorgelezen voordracht voor den Majoor Kramer: Na het verlaten van de stellingen heb ik de afdeeling het eerst waargenomen bij het Kasteel Zuilenstein. De infanterie trok reeds terug. De Afdeelings-commandant vroeg ons: "Moeten wij ook terug". Ik zei: "Neen, wij hebben geen orders".
De Kolonel Bartels heeft eerst eenige batterijen over laten brengen naar Elst, (De batterijen hadden de stellingen ingenomen om ongeveer 16.30 uur) teneinde een stelling te hebben bij een eventueelen terugtocht. Dat heeft de Kolonel Bartels zelf zoo geregeld.

Vraag: Wie heeft bevel gegeven tot den terugtocht van I-15 R.A.?
Antwoord: Tot dezen terugtocht is besloten omtrent 17.00 uur. Er is een ordonnans gekomen van den Majoor Kramer, om te vragen wat er gebeuren moest.
Ik kan wel onderschrijven, dat het zoo is geschied, zooals U voorleest uit het verslag van den Kolonel Bartels. Ik vind het, gezien de omstandigheden, in wezen hetzelfde of men de opdracht krijgt tot den terugtocht of dat men hierin wordt vrijgelaten.
De Kolonel Bartels heeft tegen mij gezegd, dat ik maar weer moest optreden als C.-15 R.A. Ik ben toen gegaan naar Zuilenstein. Ik kreeg de mededeeling, dat Staf IVe Divisie den terugtocht moest regelen en hoorde toen, dat I-15 R.A. zich moest begeven naar Schalkwijk. De Kolonel Bartels is in den terugtocht niet gekend.
De Generaal Harberts zat in Hotel "Cecil". Ik ben nooit bij den Generaal ontboden.
Geel was toegevoegd-hoofdofficier aan den Kolonel Bartels.
Na afloop van den oorlog kreeg ik van den Kolonel Nierstrasz nog wel eenige vragen te beantwoorden.
Wat ik in de voordracht over de andere officieren heb gezegd, heb ik overgenomen van den Majoor Kramer.
Eén kanon is stukgeschoten. De heele afdeeling is onder vuur geweest uit de lucht (op 12 Mei). Eén man werd daarbij gewond aan zijn hand. De 10 veld heeft nooit verliezen gehad.

12 en 13 Mei. Voor den tegenaanval ben ik 's avonds gegaan naar den commandopost van de IVe Divisie. De Divisie Commandant heeft ons gevraagd te vuren op vijandelijke artillerie. Wij hebben toen beschermende afsluitingsvuren voor den volgenden dag uitgerekend. Deze lagen in het vak van den tegenaanval. Wij hebben ook berekend een vuur op den Westrand van de stad Wageningen. Dat vuur is ook afgegeven. Het vuur duurde 1.5 à 2 uur, tot 12.14 (13 Mei). Wij hebben inlichtingen gevraagd om vuur af te geven op den Grebbeberg, maar kregen geen positieve gegevens.

's-Gravenhage, 31 Maart 1947.
W.P. van den Abeelen.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 3.84 MB)