Verklaring van reserve-wachtmeester P.V.O. Bartels

Verklaring van den Reserve wachtmeester, thans 2e Luitenant P.V.O. BARTELS van 1-4-R.H.
afgelegd in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen van 21 April 1947.
--------------------

  Vraag: Welke functie had U en wat heeft U gedaan tijdens de Meidagen.

  Mijn functie was groepscommandant. Ik stond onder bevel van den Luitenant Baron van LIJNDEN. Wij hebben in de nacht de stellingen betrokken, op aanwijzing van den Ritmeester FEIST. Van de toestanden was mij toen niet veel duidelijk. Wij zaten op de uiterste linkervleugel. Toen het dag werd zag ik dat wij aan de spoorlijn lagen. Gedurende de nacht is er weinig gebeurd. Overdag (13 Mei) kregen wij artillerie en infanterievuur van de vijand en werd door ons ook gevuurd. Wij vuurden op waarschijnlijke vijandelijke opstellingen. Ik heb van de uitwerking weinig waar kunnen nemen. De Peletons-Commandant heeft herhaalde malen opdracht gegeven om het terrein te bestrijken met mijn mitrailleur.
  Op een gegeven moment hebben wij de stellingen verlaten, want eigen artillerievuur zou voor de stelling gelegd worden. Wij hebben gedurende dien tijd in dorp Rhenen gepatrouilleerd. Ik ben daarbij herhaalde malen beschoten. Ik geloof dat daar Duitschers zaten maar ik heb niemand waargenomen, (Oost van het centrum van Rhenen). Daar zijn wij een uur geweest en kregen toen opdracht ons stellinggedeelte opnieuw te betrekken. Daar hebben wij gezeten tot vier uur 's middags. Daarvoor kregen wij een aanval van duikbommenwerpers. In het stellinggedeelte waar ik zat waren geen treffers; wel voor en achter ons. Tijdens de bomaanval dekte wij ons beneden de borstwering van de loopgraaf. Er waren daar geen schuilnissen. Wij hadden mitrailleuropstellingen maar die waren niet overdekt. Wij moesten over de borstwering heenvuren. Niemand is naar het bombardement blijven kijken. Ik schat het aantal vliegtuigen op 15 à 20. Betrekkelijk kort daarop kregen wij opdracht van den Ritmeester FEIST om in groepen terug te trekken en ons te melden in Amerongen. Door de boschen ben ik naar Amerongen gegaan.

  Vraag betreffende de houding der peletonscommandant.

  Hij was zeer actief met het geven van aanwijzingen en vuuropdrachten. De 1e Luitenant BARTELS over wien ik een verklaring heb afgegeven is geen familie van mij.

  Vraag: Waarom hebt U geen verklaring afgegeven van den Heer van LIJNDEN.

  Vermoedelijk had de Ritmeester FEIST genoeg verklaringen over het gedrag van den Luitenant van Lijnden. Wat ik verklaard heb van den Luitenant BARTELS is ook van toepassing op de Luitenant van LIJNDEN. De reden waarom ik over de Luitenant van LIJNDEN niets heb gezegd is dat mij uitsluitend gevraagd is een verklaring te geven van den Luitenant BARTELS.
  Wij hebben verkenningpatrouilles uitgevoerd waaraan de Luitenant BARTELS en de Luitenant van LIJNDEN beiden hebben deelgenomen onder vuur.

's-Gravenhage, 21 April 1947.

(get.) P.V.O. Bartels.

Opgen. F.M.V.
typ. C. v. R.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1004.82 KB)