Verslag van reserve-Kapitein J.G. van Schalkwijk


VERSLAG OVER DE GEBEURTENISSEN BIJ DE VOORPOSTEN IN
HET VAK KESTEREN GEDURENDE DE VIJANDELIJKHEDEN VAN 10-14 MEI 1940.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

2e Compagnie IIIe Bataljon 46e Regiment Infanterie + sectie 9e Mitrailleur Compagnie
+ 1 stuk 46e Compagnie Pantserafweergeschut + 3 stukken 46e Bataljon 6 Veld

 

    Op donderdag 9 Mei 1940 te 23.15 werd bericht ontvangen van Commandant 3e bataljon 46e Regiment Infanterie dat van de Duitsche grens verontrustende berichten kwamen tengevolge waarvan op 10 Mei 1940 te 4.00 uur graad van strijdvaardigheid 3 volgde. Vrijdagmorgen 10 Mei 1940 kwamen groote aantallen Duitsche vliegtuigen, meerendeeld op zeer groote hoogte over de Betuwe in westelijke richting, die door afweergeschut op de Grebbeberg onder vuur werden genomen.

    Te 5.30 uur werd door de voorposten vuur ontvangen van stekende vliegtuigen, speciaal op de stellingen bij de molen en de Hoofdakker.
    Te 6.20 uur vloog een aangeschoten Duitsch vliegtuig in oostelijke richting zeer laag over de voorposten en kwam ver in het voorterrein neer.
    In den namiddag bleek de telefoonlijn met regimentscommandopost verbroken, zoodat verbinding met ordonnansen moest worden onderhouden wat gevaar en tijdverlies meebracht.
    Ook de verdere dagen bleken de telefoondraden telkens stukgeschoten, zoodat slecht een enkel uur per dag rechtstreeksche verbinding mogelijk was. De mij ter beschikking gestelde postduiven konden het gemis aan rechtstreeks contact slechts gebrekkig en alleen van voren naar achteren vervangen.
    In den namiddag is door commandant 9e Compagnie Pioniers de brug over de Linge bij paal 17 opblazen.
    Te 20.45 uur daalde een neergeschoten vijandelijk vliegtuig + 500 meter oost van Maneswaard, waarvan de inzittende Feldwebel als Krijgsgevangene naar Kesteren werd afgevoerd.

    ZATERDAG 11 MEI 1940.
    Te 2.30 uur werd door commandant Regimentswielrijders patrouille bericht, dat terrein westelijk van de lijn Hemmen - Randwijk vrij van vijand was.
    Te 8.45 uur moesten op last commandant 46e Regiment Infanterie hindernissen op de toegangswegen gesloten worden, zoodanig, dat verkeer per rijwiel nog mogelijk bleef. De asperges op den Bandijk waren echter niet aanwezig zoodat met betonringen en Friesche ruiters een hindernis werd gemaakt. Dit geschiedde eveneens op de wegen noordelijk en zuidelijk van spoorlijk Kesteren - Zetten.
    Te 11.25 uur werd vijandelijk artillerievuur ontvangen uit de richting Wageningen, waarbij werd ingeschoten op den toren van de Hervormde Kerk te Opheusden. Op mijn verzoek aan commandant 46e Regiment Infanterie is daarop de toren door commandant 9e Compagnie Pioniers vernield.
    Het Opheusdensche veer bleek onvernield aan den noordelijke oever van de Rijn te liggen, waarop door mij aan commandant 46e Regiment Infanterie werd verzocht maatregelen te treffen tot vernieling van het veer.
    Te 16.40 uur werd door commandant Regimentswielrijders patrouille bericht, dat vijandelijke gemotoriseerde troepen Wageningen binnenrukten en dat vijandelijke patrouilles werden waargenomen in Zetten.
    Te 19.30 uur moest de rijwiel-patrouille voor oprukkende lichte troepen terugtrekken tot achter de voorposten, terwijl een half uur later de voorposten werden aangevallen. Nadat afsluitingsvuur 527 was afgegeven op den Bandijk week de vijand terug.
    In Wageningen werden op verschillende plaatsen groote branden waargenomen, terwijl het Vrijdag-morgen begonnen bombardement van de Grebbeberg nog steeds voortduurde.
    In het voorterrein en in de richting Doodewaard werden gedurende den nacht van 11 op 12 Mei vuurwerk-seinen waargenomen.

    ZONDAG 12 MEI 1940.
    Te 2.30 uur ontving ik bericht, dat commandant Mitrailleur Compagnie 1e bataljon 46e Regiment Infanterie opstellingen had ingenomen langs den Bandijk front noord gezien de vijand in het nevenvak was doorgedrongen tot oostelijke rand Grebbeberg. Te 6.00 uur berichtte sectie commandant bij paal 17, dat langs den weg zuidelijk van paal 17 werd aangevallen dor ongeveer 10 wielrijders, een motor met zijspan en een trekker. Het stuk 6 veld loste vier schoten, waarmede motor met zijspan en trekker werden vernield. Er werd tevens gevuurd vanuit de betonnen kazemat met de lichte mitrailleur. Na eenig vijandelijk infanterie-vuur trok de vijand zich terug in het eerste huis langs dezen weg plusminus 600 m. voor de stellingen.
    Te 7.30 berichtte sectiecommandant bij paal 17, dat station Opheusden onder vijandelijk artillerievuur lag, waarschijnlijk afkomstig van de Waaldijk. Hierdoor bleek de opstelling en het stuk 6 veld onklaar.
    Dadelijk daarop is het stuk pantserafweergeschut van de Maneswaard in stelling gebracht bij paal 17 en daarna met groote moeite over de Linge in de opstelling 6 veld geplaatst.
    Daar gedurende den dag voortdurend beweging werd opgemerkt bij de vernielde trekker is een der manschappen van het stuk pantserafweergeschut daarheen geslopen langs noordelijke kant spoordijk. Hij constateerde, dat het inderdaad een trekker was met een stuk vijandelijk pantserafweergeschut.
    De stukscommandant van het Pantserafweergeschut besloot toen de trekker in brand te schieten, zoodat eventueel daarin aanwezige munitie mede zou verbranden, wat na drie schoten volledig gelukte.
    De bediening die in het huis was gevlucht werd daaruit verdreven door gezamenlijk vuur van de 2 lichte mitrailleur en het stuk pantserafweergeschut.
    Het gemis aan kijkers bij de voorposten werd sterk gevoeld, daar een en ander zich afspeelde op 600 m. Voor de opstelling en zoodoende met het bloote oog slecht controleerbaar was.
    In den namiddag week de vijand voor de voorposten terug. Een peloton 6e eskadron 1e Regiment Huzaren trachtte opnieuw voeling met den vijand te krijgen en meldde, dat vijandelijke pantserwagens oprukten van Zetten naar Andelst.
    Te 19.00 uur viel kort voor de stellingen aan den Bandijk een Nederlandsch vliegtuig neer. De beide inzittende gewonde sergeants werden door geneeskundig personeel naar achteren afgevoerd.

    MAANDAG 13 MEI 1940.
    Gedurende den nacht werden geen bijzonderheden in het voorterrein waargenomen.
    Te 5.00 uur werd waargenomen, dat vijandelijk artillerie in stelling was gekomen 100 meter noordelijk van steenfabriek (vierkant 171-90;439.90). In den loop van den voormiddag werd deze opstelling door onze artillerie tot zwijgen gebracht.
    Te 8.40 uur werd op zijn verzoek aan commandant 46e Regiment Infanterie bericht, dat de inundatie noch in het eigen vak, noch in het nevenvak werkte, zoodat de voorterreinen nog geheel droog waren.
    Te 9.00 uur kreeg ik opdracht van commandant 46e Regiment Infanterie een sectie Mitrailleur Compagnie 1e bataljon 46e Regiment Infanterie op te stellen bij pl. 17 front Zuid, omdat de voorposten in 44e Regiment Infanterie waren teruggenomen.
    Te 11.00 uur werd in het voorterrein bij paal 17 tusschen spoordijk en Linge waargenomen, dat een auto stilhield en een patrouille van ongeveer 8 man verdween in de kweek. Hiervan is later niets meer bemerkt.
    In den loop van den dag verschenen herhaaldelijk stekende vijandelijke vliegtuigen boven de voorposten en werden lichtseinen uit vliegtuigen afgegeven boven onze opstellingen, waarop eenig artillerievuur uit de richting Wageningen volgde.
    Sedert den vorigen middag was de telefonisch verbinding en daarmede het persoonlijk contact met de regimentscommandopost verbroken, wat te meer noop daar noordelijk en zuidelijk van het regimentsvak de vijand was doorgedrongen in westelijke richting. Meer en meer bleek, dat een rechtstreeksche aanval in de Betuwe niet was te verwachten, maar het gevaar voor omsingeling werd elk uur groter.
    Te 16.00 uur werd bevel ontvangen de voertuigen te pakken, waarop kort daarna bevel tot terugtrekken volgde. Beide orders werden door motor-ordonnansen overgebracht, die den tocht onder levensgevaar volbrachten.
    Te 19.00 uur waren de voorposten verzameld in een boomgaard oostelijk van straatweg Aalst - Lienden, alwaar nadere opdracht volgde om af te marcheren naar Vianen. De terugtocht werd te 2.30 uur in de grootste orde aangevangen, doch veel oponthoud werd veroorzaakt door andere militaire colonnes, die allen op weg waren naar Vianen langs denzelfden Rijndijk.

    DINSDAG 14 MEI 1940.
    Te 6.00 uur werd Vianen bereikt waar tot legering werd overgegaan in het mij aangewezen rayon.
    De sectie van Maeswaard, die door vij. vuur genoodzaakt was geworden voorloopig aldaar te blijven, kwam eenige dagen later te Vianen aan.

  De Reserve Kapitein,
Commandant Voorposten,

J.G. van Schalkwijk.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 2.14 MB)