Verslag van kapitein A. Wiersinga

Verslag Kapitein Wiersinga, Commandant 2-II-8 R.I., Arnhem
------------------------------------------------------------------

  Bij Jeugdherberg (Zondagavond) had ik het restant van de compagnie in den boschrand opgesteld. Ongeveer één uur ben ik weg geweest om me te melden bij Majoor van Dijk (van II-11 R.I.), volgens opdracht van Ritmeester van Voorst van Zijp. Met den kapitein v.d. Berg had ik geen verbinding kunnen krijgen.
  Toen den Majoor van Dijk de wapens afgenomen waren, kreeg ik opdracht van Luitenant-Kolonel De Marees van Swinderen om de zaken van II-11 R.I. te regelen. De Luitenant-Kolonel bevond zich op het snijpunt autoweg-Veeneendaalscheweg: ik ben er met den Ritmeester heengegaan.
  De toestand bij II-11 R.I. was hopeloos: de officieren hadden geen commando van den B.C. gehad. Ze stonden op den Nieuwen Veenendaalsche weg. Het was toen plm. 2.00 uur en ze waren er reeds een paar uur. Ze hadden wel verliezen gehad, vnl. de comp. van den Kapt. Hoffmans, maar die waren schromelijk overdreven. De dokter en de Kapt. Hoffmans en de Kapt. v.d. Ven hebben mij gezegd dat het een zegen was, dat de bataljonscommandant nu geen commando meer had. De comp. Goossen was al vooruit, ook de comp. van Kapt. Heinsma. De comp. Hoffmans bleef achter spoorbaan.
  Er viel toen artillerievuur. Ik heb mijn compagnie (plm. 5.00 uur) weggehaald en geplaatst N. van den autoweg en W. van den zijweg. Daar ben ik gebleven van 6.00 tot 12.00 uur, achter de Divisie reserve die de grendellijn bezette (I-24 R.I. + II-19 R.I. + II-11 R.I. + 4 R.H., alles onder commando van Luit.Kol. De Marees van Swinderen).
  Om 12.00 uur ben ik gegaan naar de opstellingen der artillerie om telefonisch verbinding te krijgen met Kolonel van Loon. Dit wist de Luit. de Vries. Daar heb ik de Stuka-aanval gehad, want de artillerie was al weg. Toen ik terugkwam was mijn troep al weg. Den ordonnans heb ik niet gevonden. De houding van Luit. de Vries en van Adj. Bison was dien morgen niet in orde: ze hadden een inzinking gehad. De Luit. de Vries had zich overigens goed gedragen.
  Toen ik eindelijk mijn troep in Elst weervond, ik fietste ze daar achterop, het kan wel bij pl. 10 geweest zijn, heb ik den Luit. de Vries een zeer ernstig standje gegeven: "Dit is wel het ergste wat jullie me gedaan hebben". Bij Elst stond de Kapt. Puffius bij wien ik mij gemeld heb. Ik heb eerst bij het snijpunt Elst-Veenendaal met den troep gelegen, doch toen is een tweede linie gevormd in den Veerweg.
  Op den weg van Wijk bij Duurstede naar Vreeswijk ben ik zelf vooruit gegaan om kwartier te maken en voor eten te zorgen. De soldaten zijn met leege militaire vrachtwagens meegereden.
  In Vreeswijk vond ik den Adj. Bison met den Luit. Quadvlieg (dien naam hoor ik van U, maar het was een luitenant van de Jagers) en die deelde mij mee dat de 2 luitenants voorlopig in arrest waren gesteld bij de wacht van Brigade B. Ik heb ze op eerewoord vrijgelaten, omdat ze mededeelden dat het een vergissing was. Ik vond het een bespottelijk geval, er was een wachtcommandant van St.K.-Brig.B, wien ik dit meegedeeld heb (ik meen matrozen). De namen zijn genoteerd.
  Toen ik om 23.15 uur op Zondagavond bevel gaf aan Lt.de Vries om terug te trekken, kwamen sterke Duitsche patrouilles van rechts en tevens was Kruiponder bezet. Het moreel van de troep was slecht, maar de stelling was naar rechts nog bezet. De sectie v.d. Heuvel zat echter tamelijk veraf. De kazemat nr. 30 bestond nog. Maar toen we weggingen, hoorden wij hevig gevecht bij de cp. van den B.C., zoodat we den Cuneraweg niet op zijn gegaan zoals aanvankelijk ons plan was.

Voorgelezen, volhard en geteekend,

(get.) A. Wiersinga.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 1.15 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 1.42 MB)