Verslag van reserve-eerste luitenant P.F.J.M. Storms

Verslag van de gebeurtenissen tijdens de oorlogsdagen
10 Mei - 15 Mei 1940.
-------------------------------------------

Functie:  Reserve 1e Luitenant Storms commandant M.C.-III-19 R.I. rechter sectie.
 
Taak:  Verdediging van de Grebbestelling in het vak van III-19 R.I. op de rechtergrens, leunende tegen II-8 R.I. (zie schets).
 
Chefs:  Commandant M.C.-III-19 R.I. reserve Kapitein Schuman N.A.
Commandant III-19 R.I. Majoor Weber.
Commandant 19 R.I. Luitenant-Kolonel S.H. Smits.
 
Onder mijn bevelen:  1 volledige sectie zware mitrailleurs, benevens 1 dienstplichtige sergeant S.R.O.I. en 1 telefonist.
 
    Niet teruggetrokken, wel tijdelijk front Zuid gemaakt. Gevangen genomen na omvattende beweging in opstellingen van mijn sectie.


VERSLAG.

Klik hier voor een uitvergroting
Situatieschets van de rechter sectie van M.C.-III-19 R.I. behorende bij het rapport van reserve Kapitein N.A. Schumann, Commandant M.C.-III-19 R.I.
10 Mei 1940.
    0.30 uur Alarm. Graad 3 treedt te 3.00 uur in. Begeven naar bureau M.C.-III-19 R.I. en voorbereidingen getroffen. Te 4.00 uur ging in graad 4 en was de sectie gevechtsvaardig in de stelling.
    Te circa 8.30 uur telefonisch bericht ontvangen van intreding in den oorlog. Den verderen dag besteed aan verbetering der voorbereidingen, aanvoer extra munitie, indeeling van de sectie in piketten, uitkijkposten, aanvoer levensmiddelen.
    Verbindingen ongestoord. Eenmaal vanuit vijandelijk vliegtuig beschoten.

11 Mei 1940.
    In den namiddag verzoek ontvangen om vuursteun voor Commandant 2-II-8 R.I. (reserve kapitein Wiersinga) op het terrein Oost van Kruiponder. Mijn sectie grensde rechts tegen de Compagnie van Kapitein Wiersinga. De frontlijn maakte echter bij mij een sprong van 1000 Meter Oostwaarts tot Kruiponder en vervolgde daar den Griftdijk. De gevraagde vuursteun is geruimen tijd afgegeven. Gunstige uitwerking door waarneming in Grebbedijk gerapporteerd. Verband met kapitein Wiersinga goed.
    In den avond is in de Grebbedijk blijkbaar vrees ontstaan voor doorgedrongen vijandelijke patrouilles, althans verzoek om vuursteun West van Kruiponder. Vuursteun verleend.

    Bovenstaande schets moge de situatie verduidelijken, zij is echter uit het hoofd, zonder kaart gemaakt zoodat de onderlinge afstanden geheel onnauwkeurig zijn.

---------------------

    Te 22.00 uur contact met Luitenant Visser van 4 M.C. die patrouille zou loopen naar Kruiponder om de afwezigheid van den vijand, in 't tusschen gelegen stop- en frontlijn van II-8 R.I. gelegen terrein, aan te toonen. In verband daarmede vuur verlegd naar Oost van Kruiponder (plm. 1200 Meter en/over eigen troepen).
    Na vertrek patrouille Visser dringend verzoek van neven Compagnie 8 R.I. om onmiddellijke vuursteun West Kruiponder. Dit afgegeven. Patrouille Visser kwam niet verder en keert terug.
    In den loop van den dag aanvang vijandelijke artillerie beschieting, gedeeltelijk op Achterberg. Aanvoer munitie, olie en eten regelmatig doch bemoeilijkt door artillerievuur en den grooten afstand van keuken M.C. tot mijn stelling (plm. 3/4 uur gaans). Verbindingen in orde.
    Eveneens mitrailleurvuur ontvangen, doch onregelmatig. Artilleriescherven in de stelling.
    Stemming zeer goed.

12 Mei 1940.
    Te 0.00 uur artillerievuur op de stelling. In den morgen geen bijzonderheden. Artillerievuur onregelmatig.
    Te 13.00 uur telefonisch bericht dat II-19 R.I. via de Grebbesluis een tegenaanval zal ondernemen op een bekend gemaakt vuursein. Op dit sein moet door mijn sectie minus 1 stuk (dat door opstelling in koepel in die richting niet vuren kan) vuursteun werden gegeven. Vuren voorbereid. Waarnemingsposten voor vuursein uitgezet. Tevens bericht ontvangen dat coupures in hekversperring voor mijn stelling moeten worden gedicht. Wegens den af te geven vuursteun en de zichtbaarheid het sluiten ervan in den avond bevolen. Te 15.00 uur waargenomen. Zeer goed gericht eigen artillerievuur Oost van Kruiponder.
    Het afgesproken sein voor den tegenaanval is niet gegeven, wel een ander sein. Instructies gevraagd aan Commandant M.C.-III-19 R.I. Deze beveelt: "Vuursteun afgegeven". Aldus gehandeld. Tijdens dit vuur beschoten door vijandelijke P.A.G. gericht op onze schietsleuven. Geen voltreffers.
    Daarna soldij uitbetaald; het geld was kort te voren gebracht; en post verzameld. Stemming uitstekend.
    Te 17.00 uur zware beschietingen door eigen artillerie op onze stelling. 5 x getelefoneerd met Commandant M.C.-III-19 R.I. "Eigen vuur hindert ons". Na plm. 30 - 40 minuten wordt dit vuur met kleine sprongen oostwaarts verlegd tot het belandt op de stellingen van 8 R.I. in de Grebbedijk. Te plm. 18.00 uur personen in voorterrein waargenomen, zwaaiend met lappen. Kort tevoren telefonisch bericht Commandant M.C.-III-19 dat vijand brutaal optreedt o.a. in Nederlandsche uniformen en witte vlag zwaaiend. Derhalve het voorterrein onder vuur genomen tot duidelijk was dat het gevluchte Nederlandsche soldaten waren uit den Grebbedijk (Compagnie Wiersinga) die voor eigen artillerie de stelling hadden verlaten en daarna in open veld in eigen artillerievuur kwamen. Zij waren haveloos en gedesorganiseerd en voerden gewonden mede. Zeiden vele verliezen te hebben geleden. Aan 2 gewonden eerste hulp verleend en Roode Kruis patrouille aangevraagd aan Commandant M.C.-III-19 R.I. Na ruim één uur zijn deze gewonden door gevraagde patrouille afgevoerd. De stemming in den troep had geleden doch was nog goed. Vele scherftreffers in de stelling.
    Verbindingen goed, ook zijwaarts, behalve met kapitein Wiersinga. Aanvoer munitie, mitrailleurolie en eten werd steeds moeilijker door vijandelijke artillerie beschieting en de groote afstanden tot keuken en commandopost M.C.-III. Tijdsduur der aanvoeren daardoor zeer groot. Vergden bijna alle tijd en dat deel van den troep dat rusten mocht.
    Den geheelen dag artillerie beschieting, soms gericht, soms onregelmatig. Te plm. 21.30 uur (het was donker) opeenvolgende beschieting met mitrailleurs op korten afstand uit Westelijke richting (dus van achteren). Vermoeden van doorgedrongen vijand voor (of "daar") een groot deel van II-8 R.I. is teruggetrokken. Overlegd met Commandant M.C.-III-19 R.I. dat in dien zulks juist was het innemen van een andere stelling met front Zuid met spoed raadzaam was, wilde zulks niet onmogelijk worden waarna afsnijden in mijn stelling zeer eenvoudig zou zijn. Aan vijandelijke zijde intusschen vele lichtsignalen uit richting Grebbeberg en Veenendaal.
    Wederom intensieve mitrailleurbeschieting uit zelfde richting. Overtuiging dat vijand reeds achter ons zit en ons oprolt of afsnijdt. Weer gebeld met Commandant M.C.-III-19 R.I. die in overleg met Commandant III-19 R.I. opdracht verleend om mijn sectie spoedig te verzamelen bij de stopsectie van onze Compagnie. (Opmerking met pen: "sergeant Smit") (plm. 650 meter West van mijn stelling). (Opmerking in kantlijn: "plm. 1200 meter"). De sectie moet daartoe de vuursectiën van de stopsectie passeeren. Daarom is gevraagd om een vuurverbod van een half uur voor de stopsectie op een door mij gegeven tijd. Verbinding zelf verbroken, sectie verzameld en naar sectie stoplijn gebracht.
    Daar aangekomen contact met Commandant M.C.-III-19 R.I. gezocht, die opdraagt: "Vervoeg je bij Commandant 1-III-19 R.I. in mijn eigen commandopost. Ik ben zelf bij Commandant III-19 R.I.". Gemeld bij Commandant 1-III-19 R.I. en vernomen dat langs Hooge steeg door 1-III en 2 sectiën M.C.-III front Zuid zal worden gevormd onder commando van Commandant 1-III-19 R.I. t.w. 2 sectiën M.C.-III en 1 sectie 1-III langs Hooge steeg (voorste lijn) waarvan 1 sectie gemengde troepen onder mij; rest 1-III langs Friessensteeg, vervolgens 3-III en 2-III daarachter. Sectie naar nieuwe opstelling gebracht. Plaatsen gekozen. Intusschen tot versterking gegeven en in opdracht van Commandant 1-III-19 R.I. naar zijn commandopost teruggekeerd om nadere instructies. Het was toen 1.00 uur en 13 Mei.

Klik hier voor een uitvergroting
Situatieschets van de rechter sectie van M.C.-III-19 R.I. behorende bij het rapport van reserve Kapitein N.A. Schumann, Commandant M.C.-III-19 R.I.
Maandag 13 Mei.
    Aldaar bericht ontvangen over voorgenomen tegenaanval door 4 bataljons. Opdracht op commandopost blijven tot nader bevel. Te 3.00 uur laat mijn opvolgend Sectiecommandant me berichten dat sectie door onregelmatige opstelling onrustig wordt en afdruipt in richting Cuneraweg. Commandopost verlaten en troep verlaten op kruispunt Cuneraweg - Friessensteeg. Aldaar neemt Commandant 1-III-19 R.I. leiding over en beveelt ter plaatse in stelling te komen, de zware mitrailleur voorop en de tirailleurs er achter. Meermalen gewezen op tactisch onjuiste opstelling en volgorde (er was 25 Meter zicht op den weg) doch geen resultaat. Lichte beschieting door vijandelijke artillerie.
    Te 4.30 uur Bevel Commandant III-19 R.I. Het front Zuid in de opstelling in den nacht hernemen. Aankomende bevindt de sectie zich juist op de grens van zwaar vijandelijk artillerievuur. Na dit vuur met spoed opstellingen van den nacht verbeterd. Waarneming van den vijand in de boomen bij Ouwehands Dierenpark. Blijven zonder eenige verbinding met Commandant 1-III-19 R.I.
    Te plm. 10.00 uur vlucht in paniek voorbij een sectie van 8 R.I. met een luitenant. Deelen van onze troepen worden medegezogen. Halt doen houden en naar opstelling teruggezonden.
    Inmiddels blijken wij te liggen tusschen het vuur van vijand en van de tegenaanvallende 4 bataljons. Aangezien geen enkel verband, het initiatief genomen en verzameld bij de tegenaanvallende bataljons aan kruispunt Cuneraweg Friessensteeg waar het gros van 1-III-19 R.I. ook al was. Daar orders gevraagd, maar die waren er niet. Tegenaanval verliep zeer langzaam. Plm. 11.00 uur Commandant M.C.-III-19 R.I. opgebeld. Deze deelde mede niet eerder in oude voorbereide stellingen terug te keeren (dus de Grebbestelling) voor dat de tegenaanval de stoplijn en II-8 R.I. bereikt had en mijn rechter flank dus aangeleund was.
    Te 11.30 uur bevel "alle stellingen van III-19 R.I. worden weer bezet". Daarvan ligt echter alleen mijn stelling nog voor het front van den tegenaanval.
    Sectie derhalve verzameld en met veiligheidsmaatregelen door de tegen aanvallende bataljons heengebroken die intusschen niet voorwaarts gingen, doch rustten en aten. (Weteringsteeg). Sectie onmiddellijk in stelling gebracht en getracht telefonische verbinding te herstellen hetgeen niet gelukte. 10 minuten na aankomst in stelling barst van 3 zijden mitrailleurvuur op ons los. Onze mitrailleurs beantwoorden dit met het stormvuur doch de strook grond voor mijn commandopost wordt niet door vuur bestreken omdat de groep tirailleurs die daar lag en mijn commandopost in afwachtingsdekking voor 7 man dekken moest, niet gelijktijdig in de stelling is teruggekeerd. De nadering van den vijand is daardoor zeer vergemakkelijkt. De camouflage, het hooge gras, de vele heggen en boomen maken zicht zeer slecht, zoodat de vijand tot op 50 Meter commandopost nadert zonder gezien te worden. Hij snijdt mijn commandopost van de zware mitrailleuropstellingen af en mijn commandopost met afwachtingsdekking is omvat, terwijl de bemanning beschikt over enkele geweren, revolvers en geen handgranaten. Het vuur is met deze wapens onderhouden tot de vijand zoo dicht was genaderd dat hij vanuit de hooge schietgaten niet meer bestreken werd. Vijand naderde ook de uitgang en vuurde van achter.
    Op dat moment heb ik besloten tot overgave. Van de aanvallende bataljons was niets meer te zien. Een korporaal die ik wegzond om ontzet te vragen kreeg ten antwoord dat dit niet mogelijk was en mocht niet naar mij terug.
    Gevangen genomen te plm. 12.30 uur. Terrein onder zwaar mitrailleurvuur van beide kanten. Voorterrein vol van vijand. Afgevoerd naar vijandelijke linies via Kruiponder en Grebbedijk.
    Etenaanvoer gestagneerd vanaf 12 Mei 16.00 uur.
    Verschoten munitie plm. 20.000 patronen. Bemanning mitrailleuropstelling in Noordelijke richting teruggetrokken. Contact met vijand was verbroken.

Verliezen rechter sectie:
    Gesneuveld: 2 sergeants en 2 soldaten.
    Gewond: 1 sergeant, later overleden. 3 soldaten.


De reserve 1e Luitenant,
w.g. P.F.J.M. STORMS.

Amsterdam, 24-1-1941.

P.S. Opmerkingen:

  1. Houdbaarheid stellingen tegen artillerievuur beter dan verwacht werd.
  2. Munitieaanvoer ruim voldoende.
  3. Olie aanvoer niet voldoende verzorgd.
  4. Als grootste bezwaar gevoeld dat de opstellingen niet door loopgraven waren verbonden; kruipsleuven te vertragend.
  5. Eigenschappen van den troep: Beter naarmate de spanning steeg; doch snel gedemoraliseerd. Vele flinke soldaten. Troep zeer afhankelijk en volgzaam.
  6. Allergrootste bezwaar. Vrijwel geen opruimingen gedaan en de begroeiingen met rogge. Nadering vijand is zoo zeer vereenvoudigd.
  7. Berichtgeving van hoogerhand verwarrend en dikwijls overbodig gedetailleerd.
  8. Verbindingen bovengronds primitief beneden critiek.

(Dit verslag is tot stand gekomen door medewerking van M.F.M. Keizers.)

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 6.47 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 2.42 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 3
(PDF, 2.19 MB)