Verslag van reserve-kapitein C.H.A. Stevens

Beuningen, 4 Juni 1940. 

Verslag krijgsverrichtingen tijdvak 10/14 1940
Commandant M.C. - I - 29 R.I.
-------------------------------------------------------------------------------------------

  Vrijdagmorgen 10 Mei omstreeks 3.30 gewekt door motorengeronk vliegtuigen. Opgestaan en bij zien dergelijk aantal vliegtuigen geconcludeerd Nederlandsche Neutraliteit geschonden. Mij gekleed en naar Bataljonsbureau begeven, alwaar echter geen orders waren binnengekomen.
  Een sectie zware mitrailleurs, welke om 4 uur op wacht moest zijn bij Veer Megen, heeft onmiddellijk na aankomst vuur op vreemde vliegtuigen geopend. Ook Commandanten 1e en 4e sectie door middel van ordonnansen laten bevelen onmiddellijk vuur openen op vreemde vliegtuigen. Mij na ruim 1 uur wederom naar Bataljonsbureau begeven ter verkrijging van orders, doch ook thans nog geen orders aldaar binnengekomen. Daar nu de vliegtuigen op groote hoogte passeerden van Bataljonscommandant order ontvangen niet meer te vuren op vliegtuigen daar trefkans te gering. Te plm. 6.30 uur Compagniescommandanten allen op Bataljonsbureau en aldaar van Bataljonscommandant orders ter verdediging van Megen. 1e Sectie tot vuren op vliegtuigen gereed. Uitgang Megen, Dijk Haren, 2e sectie idem, einde Dr. Baptistslaak, 3e sectie idem, Kapelweg, 4e sectie reserve. Nog niet alle opstellingen waren ingenomen toen ik bericht ontving: "Alarm, Kapelweg 8 uur". Te 8 uur troep gereed tot vertrek, wagens bepakt; munitiecaisson lamoen gebroken, andere wagen gevorderd, munitie op dezen wagen medegevoerd. Te plm. 9.30 uur op Bataljonsbureau ontboden alwaar doel, marsch en marschorder bekend gemaakt.
  I - 29 R.I. - 3e compagnie plus 1 sectie zware mitrailleurs gaan onverwijld over pontonbrug Ooyen, over Alphen, nieuwen weg naar Dreumel en gaat aldaar over tot legering. 3e Compagnie plus 1 sectie zware mitrailleurs gaan over Ooyen naar Maasbommel. Commandant 2e sectie opdracht gegeven zich onder bevelen te stellen. Commandant 3e compagnie. 1e Sectie opdracht aan hoofd colonne te marcheeren, stukken gereed tot vuren op luchtdoelen. 3e Sectie marcheert tusschen 1e en 2e Compagnie, eveneens gereed tot vuren op luchtdoelen. 4e Sectie aan einde colonne, eveneens gereed tot vuren op luchtdoelen. Ik bevind mij hoofd 3e Sectie. Plm. 9 uur is het Bataljon afgemarcheerd. Gedurende den geheelen marsch dreiging vreemde vliegtuigen. Bij Kasteel Ooyen urenlang gewacht tot 6 R.I. de pontonbrug was gepasseerd. Zonder verdere stoornissen tegen 18.30 uur Dreumel bereikt, alwaar tot legering overgegaan.

11 Mei.
  Te 1.30 uur afgemarcheerd naar Wijk bij Duurstede. Volgorde marsch. Sectie zware mitrailleurs, 1e compagnie sectie zware mitrailleurs, 2e compagnie sectie zware mitrailleurs. Ik bevind mij hoofd colonne. Nog gedurende duisternis pontonbrug bij Tiel gepasseerd. Gedurende dezen marsch veel gevuurd op vreemde vliegtuigen en tweemaal door vliegtuigen aangevallen. Eén man van treinpersoneel bij deze laatste aanval gewond. In den loop van den voormiddag plm. 10 uur te Wijk bij Duurstede aangekomen, alwaar tot legering werd overgegaan.

12 Mei.
  Zondagmorgen geen bijzonderheden. Te 3 uur namiddag alarm. Op Bataljonsbureau werd bevolen onmiddellijk afmarsch. Tegenaanval ondernemen in den vroegen ochtend van 13 Mei op doorgedrongen vijand in Grebbelinie. Onmiddellijk afmarcheeren richting Leersum. Doel marsch en verplaatsing aan compagnie gedurende marsch naar Leersum bekend gemaakt. Door compagnie ernstig en met kalmte opgenomen. Onderweg door auto's en treilers van Autobataljon opgeladen, en hiermede verplaatst richting Amerongen. Alhier berichten, niet naar Grebbeberg, gat in linie is reeds gedicht. Na ruim een uur wachten verder getransporteerd. Richting onbekend. Tegen aanbreken van den dag in Bosch weer uitgeladen. Alhier vernomen dat tegenaanval toch zou worden ondernomen. Aan boschrand werd kuch uitgedeeld. Troep verdekt in houtgewas opgesteld. Gewacht met Commandanten andere compagnies op komst Bataljonscommandant. Tegen 4.30 uur is deze aangekomen en aanvalsvak en aanvalsbevel bekend gemaakt. Uitgangsstelling ter hoogte paal 26 links van spoorweg Veenendaal/Rhenen. Aanvalsvak links begrensd door spoorbaan, rechts door lijn K van Kampen, G. Achterberg, B. Grebbe. Te bereiken lijn rivier Grebbe. Compasstand 26,5.
  1e Compagnie valt aan in vak begrensd door rechts Spoorweg, links Lijn C. Achterberg, A Laarsche Berg Koningstafel. 2e Compagnie links van deze lijn, 3e compagnie midden en 600 achter.
  Bij iedere compagnie wordt 1 sectie zware mitrailleurs ingedeeld.
  1e Sectie Commandant Luitenant Ruward, U begeeft U naar Commandant 1e compagnie en stelt U onder diens bevelen.
  Commandant 2e sectie, sergeant Wakkier naar Commandant 2e compagnie idem.
  Commandant 3e sectie, adjudant Delgorge, 3e compagnie idem.
  Commandant 4e sectie, sergeant Papenburg Reserve, achter 3e compagnie. Ik bevind mij hoofd 4e sectie.
  Aan hoofd Commandogroep en 4e sectie afgemarcheerd naar uitgangsstelling. Commandant Staf Bataljon reserve 2e luitenant Fransen zich bij mij gemeld en onder mijn leiding eveneens afgemarcheerd naar uitgangsstelling.
  Vanaf artillerie-opstellingen nabij Jeugdherberg in verspreide orde opgetrokken naar uitgangsstelling. Gering tegen-artillerie-vuur. In uitgangsstelling aangekomen gewacht op nadere bevelen, deze bleven uit. Toen mij met Korporaal Meyer en ordonnans de Vries naar voren begeven om te verkennen, en te kunnen constateeren waarom niet voorwaartsch gegaan werd. Aan Luitenant Fransen commando overgedragen. Artillerievuur wordt zwaarder. De Commandant 3e Compagnie Kapitein Helder bereikt, en van deze vernomen dat hij bericht gehad had van Bataljonscommandant om halt te houden. Terug naar eigen troep en deze ongeveer 200 meter naar voren gebracht, aangezien vijandelijk artillerievuur in uitgangsstelling te zwaar werd. Gewacht op nadere bevelen. Toen deze na geruimen tijd nog niet kwamen en ordonnansen onverrichterzake terugkwamen en geen verbinding met Bataljonscommandant te verkrijgen was, wederom met Korporaal Meyer en ordonnans de Vries voorwaartsch gegaan en opnieuw verband gezocht met Commandant 3e compagnie, de kapitein Helder. Commandant 1e compagnie ook aldaar aangetroffen. Deze heeft zich toen weer naar eigen compagnie begeven. Thans ook onder zwaar en licht mitrailleurvuur. In overleg met Commandant 3e compagnie op eigen initiatief voorwaarts en ten aanval overgegaan. 1e Stuk onder Commandant sergeant Papenburg in stelling laten brengen bij boerderij nabij Molen K.M. (442-169). Opdracht aan 2e stuk Commandant sergeant v.d. Meyden stelling nemen nabij boerderij aan kunstweg die loopt van kruispunt van wegen ten Noorden van school (442-169) naar K.M. paal 25 aan spoorweg.
  Nadat deze stukken hun stellingen hadden ingenomen mij wederom begeven naar Commandant 3e compagnie en deze medegedeeld, dat stukken in stelling waren. Deze is toen ten aanval overgegaan, terwijl 1e stuk vanaf verhoogde opstelling aanval mitrailleurvuur kon steunen. Toen ik mij naar 2e stuk wilde begeven ontmoette ik den Grootmajoor Pannekoek. Deze van de situatie op de hoogte gesteld vanaf het balcon van een leegstaand huis. Op dit moment trokken eigen troepen terug onder het zwaaien met zakdoeken nabij harde weg paal 25.
  Met hem overlegd dat zijn Bataljon ten aanval zou gaan links van opstelling 2e stuk en dat door zijn troepen verband zou worden opgenomen met terugtrekkende groep ter verkrijging van nadere inlichtingen. Aldus is geschied. De aanval van het Bataljon van majoor Pannekoek geschiedde ongeveer op het zelfde moment als de aanval van de 3e compagnie, rechts van K.M. De aanval van deze troepen gelukte tot ongeveer 500 meter in het geheel open voorterrein in de richting Levendaalsche weg. Het infanterievuur en ook granaatvuur wordt veel sterker intusschen. Door onze stukken worden verschillende vijandelijke weerstanden (waarschijnlijk licht mitrailleurvuur) buiten gevecht gesteld. Vanuit huizen aan Cuneraweg werd 1e stuk meerdere malen onder vuur genomen en werd dit vuur door sergeant Papenburg beantwoord. Verder werd vuur ontvangen uit boschrand, Levendaalsche weg, welk evenwel door sergeant Papenburg en van der Heyden beantwoord werd. Intusschen ging of kan de infanterie in het voorterrein niet meer voorwaarts. Commandant commandogroep toen met zijn groep naar voren gestuurd om reden hiervan op te speuren en zich met Commandant 3-I in verbinding te stellen. Plotseling begint van achter ons, door wie is niet door mij vastgesteld kunnen worden meerdere zware mitrailleurs te schieten en geven een geweldig vuur af dat minuten lang aanhoudt. Hierna is alles stil en verbluft. Op onderzoek uitgegaan doch opstelling niet kunnen vinden, noch een door mij uitgezonden ordonnans. Intusschen, of liever eenigen tijd hiervoor komen uit boschrand Levendaalsche weg personen zonder jassen aan met opgeheven handen uit Boschrand. Waarschijnlijk is dit de aanleiding geweest tot stokken aanval. Even na salvo zware mitrailleurs trekken eigen troepen plotseling terug uit het voorterrein en ontstaat paniek. Mij bevindende bij stuk sergeant van der Heyden werd thans ook van alle zijden infanterievuur ontvangen, terwijl ook van alle zijden artillerievuur toenam. Hier stand gehouden totdat alle eigen troepen uit voorterrein verdwenen waren. Toen ook sprongsgewijze teruggetrokken langs kunstweg naar uitgangsstelling. Hier bijna aangekomen bomaanval uit vliegtuigen. Dekking gezocht onder een nabij viaduct. Hierna alles uit elkaar geslagen en in paniek terug. Nabij Commandopost Majoor Schotman aangetroffen en deze gevraagd of er nadere bevelen waren. Besloten terug te gaan naar plaats vanwaar 's morgens vertrokken, om troep weer trachten te verzamelen. Majoor Schotman eveneens. Dwars door bosschen uiteindelijk met onderdeelen van andere regimenten op kunstweg Veenendaal-Elst aangekomen, van hier mij begeven naar Elst. Alhier aangekomen 2e en 4e sectie en een stuk 3e sectie aangetroffen. Deze wederom verzameld en op zoek naar nadere bevelen. Hier door een kapitein met franschen naam bevel ontvangen opnieuw stelling in te nemen. Hier wederom in stelling gekomen en ingegraven. Na eenigen tijd wederom bevel ontvangen stelling te verlaten en terug te trekken langs kunstweg Elst - Amerongen. Bij vermelden bij verkeersposten tot welk onderdeel wij behoorden, bevel ontvangen steeds door te gaan en zoo loopende te Doorn aangekomen om plm. 11.30 uur. Mij hier ter plaatse met Burgemeester in verbinding gesteld voor verkrijgen van transportmiddel voor vermoeide troep. Van dezen toezegging gekregen gebruik te mogen maken van enkele personen en vrachtwagens van de Burgerwacht. In twee transporten troep van Doorn naar Driebergen gebracht. Van lid Burgerwacht vernomen nog 2 militaire wagens achtergebleven, 1 truck zonder chassis en een vrachtwagen. Deze medegenomen naar Driebergen. Truck naar Utrecht gereden met gedeelte troep. Rest geloopen en per rijwiel plm. 5 uur 's morgens Utrecht bereikt. Mij gemeld bij Roell Kazerne, alwaar verwezen naar Coehoornkazerne, alwaar met troep gerust tot plm. 9 uur. Alhier eveneens aangekomen 1e sectie. Te ongeveer 2 uur bevel ontvangen af te marcheeren richting Vreeswijk. Alle onderdeelen van I - 29 R.I., die hier aanwezig waren verzameld en commando op mij genomen, aangezien eenig kapitein van I - 29 R.I. Te plm. 2 uur met Bataljon afgemarcheerd richting Vreeswijk. Aanwezig waren 1-I, 2-I, 3-I en 29e Mortieren, benevens de bataljonsartsen Dr. Pull ter Gunne en Dr. v.d. Spek, benevens de Veldprediker Drs. Lugtigheid. Bij eerste rust langs weg naar Vreeswijk geruchten over capitulatie. Aangezien ik deze niet wilde aannemen als van naast hoogere eigen commandant mij tezamen met Dr. van der Spek en Drs. Lugtigheid naar Gouda begeven, en commando overgedragen aan 1e Luitenant Ruward. Te Gouda vernomen van majoor de Haan en bevolking dat capitulatie een feit was. Terug naar troep. Intusschen had Luitenant Ruward bevel gekregen naar Vreeswijk op te marcheeren. Na aankomst aldaar tot inkwartiering overgegaan. (Lt. de Vries Feyens) en wij daags daarna bij Regimentscommandant Overste Land.

De Reserve-kapitein,
C. - M.C. - I - 29 R.I.,
w.g. C.H.A. Stevens.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 2.99 MB)