Bijlage 1a: Aanvullende verklaring van dienstplichtig soldaat J. Verwoerd
Onderzoek inzake: van HAL.
Verhoor: J. VERWOERT. (moet zijn: VERWOERD)
No: 1271.
Bijlage: 1a.
A A N V U L L E N D E V E R K L A R I N G.
Op heden, 5 Mei 1941, verklaarde J. VERWOERD van M.C.-II-8 R.I., in aansluiting op zijn vorige verklaring, aan mij R.A. HUETING, ambtenaar bij het Hoofdregelingsbureau, Korte Voorhout 14 te 's-Gravenhage, nog het volgende:
"Ik behoorde tot M.C.-II-8 R.I. Bovendien behoorden nog daartoe (dus tot de M.ะก.):
van HATTUM,
van ROSSUM
en TOONEN DEKKERS.
Vrijdagavond is de sluis in de lucht gegaan.
Zaterdagmorgen plusminus 10 uur zijn wij begonnen aan het graven van de schuilplaats boven op den berg. Tegen 3 uur in den middag waren wij klaar.
Zondagmorgen zijn de Duitschers er voor de eerste maal geweest.
Nadat Sergeant van HAL met eenige anderen uit de schuilplaat waren gegaan, bleven er nog over:
van INGEN (gewond),
van HATTUM (gewond),
van ROSSUM (gewond en den volgenden dag overleden),
SPAN (timmerman en gesneuveld),
WILLEMSEN (gesneuveld),
KAMPSCHREUR (gewond)
en VERHOEF (deze zat vooraan, vlak bij het gat).
De Sergeant van HAL is bezig geweest, een wit zakdoekje aan een tak te binden, bij wijze van overgave, maar toen waren de Duitschers er al.
Van een ladder weet ik niets, naar ik weet zeker, dat er stapjes uit den opstaanden kant van de schuilplaats gestoken waren. Ik weet zeker, dat er dekens en 1 of 2 stroozakken in de schuilplaats lagen. De geweren hadden wij boven bij de schuilplaats aan rotten gezet.
Ik weet beslist, dat tot degenen, die na den eersten aanval van de Duitschers uit de schuilplaats geklommen zijn, hebben behoord:
Sergeant van HAL,
Jan KLAPPERS
en Bert van der WAL.
Opheusden, 1941.
Na doorlezing volhardt bij zijn
hiervoren opgenomen verklaring
en teekent:
w.g. J. VERWOERT.
's-Gravenhage, 10 Juni 1941.
w.g. R.A. Hueting.
|
