Schrijven van kolonel J. van Voorthuysen inzake dienstplichtig soldaat A.F. Roefs

HOOFDREGELINGSBUREAU
REGELINGSBUREAU LANDMACHT
Afdeeling I C.
-------
Nr. 1231.
Onderwerp:
Onderscheiding.
---

's-Gravenhage, 14 Januari 1941.
Willem Lodewijklaan 1.


Ik verzoek Uwe bemiddeling in verband met het volgende:
Mij is door een der kapiteins, die onder leiding van Majoor Landzaat heeft deelgenomen aan de verdediging bij het Paviljoen op de Grebbeberg voorgedragen de dienstplichtig soldaat Roefs van III-8 R.I. welke daarbij zou zijn gesneuveld.
Bij informatie blijkt ons zoveel bekend geen soldaat Roefs gesneuveld te zijn, doch is wel gewond en langen tijd in Amsterdam verpleegd de dienstplichtig soldaat A.F. Roefs, wonende de Tiel. Op het gemeentehuis aldaar is zijn adres bekend.
Op mijn verzoek om inlichtingen kreeg ik geen antwoord.
Het zou mij zeer aangenaam zijn, indien U door een Uwer officieren ter plaatse eens willen doen nagaan of bedoelden A.F. Roefs inderdaad heeft deelgenomen aan de verdediging bij het Paviljoen op de Grebbeberg, of hij daar is gewond, hoe hij daaruit is gekomen en wat hij over het verloop van het gevecht, voornamelijk het sneuvelen der Majoor Landzaat kan meededeelen.


De Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf,
V.E. Nierstrasz.

Aan
Hoofd
Territoriaal Afwikkelingsbureau Lienden


==========================================================================


Territoriaal Regimentsbureau Nijmegen
Lienden
No 53 A

Lienden, 23 Januari 1941

Naar aanleiding van het gestelde in Uw brief Afdeeling I.C., No 1231, d.d. 14-1-1941, moge ik het volgende ter Uwer kennis brengen:
De in Tiel (Groote Brugschegrintweg 13) wonende dienstplichtig soldaat A.F. Roefs behoorde niet tot III-8 R.I. maar tot I-8 R.I. De Majoor Landzaat was commandant van laatstgenoemd onderdeel.
Roefs was als telefonist ingedeeld bij de Verbindingsafdeeling van M.C.-I-8 R.I.; Commandant van M.C.-I-8 R.I. was de Reserve Kapitein Dales, wonende te Arnhem (nader adres dezerzijds niet bekend).
Roefs deed dienst bij de derde sectie van bovengenoemde Mitrailleurcompagnie. Commandant dezer sectie was de Sergeant-capitulant van Meteren. Het Bataljonsbureau was eerst gevestigd in Hotel "Grebbeberg" en werd gedurende den oorlog verplaatst naar het Paviljoen van dit hotel, hetwelk ongeveer 200 meter ten Oosten van het hotel lag.
De stukken van de derde sectie M.C.-I-8 R.I. waren opgesteld ongeveer 1000 meter Oost van Grebbehotel.

De dienstplichtige Roefs verklaarde mij desgevraagd dat op Zondag 12 Mei 1940 in den middag de stelling werd verlaten en de stukken in de koepels onklaar gemaakt werden achtergelaten. De verbindingslijn naar Commandant Mitrailleurcompagnie was op dat moment reeds verbroken. Reeds voor dien tijd waren de telefoonleidingen meerdere keeren verbroken of kapot geschoten en heeft Roefs als Commandant van een patrouille van 2 man deze lijn onder vijandelijk vuur meerdere keeren hersteld door lasschen en door het inleggen van nieuwe stukken kabel. Toen de verbinding uiteindelijk niet meer tot stand gebracht kon worden heeft de Sectiecommandant met een korporaal-toegevoegd verband trachten op te nemen met Commandant Mitrailleurcompagnie. De Sectiecommandant heeft den dienstplichtige Roefs niet meer teruggezien noch den korporaal.
De terugtocht van stelling op Grebbehotel geschiedde onder leiding van den opvolger-Sectiecommandant, dienstplichtig Sergeant Dekkers.

In den nacht van Zondag op Maandag (12 op 13 Mei 1940) werd in de omgeving van het hotel de strijd tegen vijandelijke patrouilles hervat. Een achtergelaten mitrailleur M.20 werd door hen medegenomen en bij dien strijd gebruikt. Toen het hotel bijna omsingeld was heeft de sectie kans gezien door een loopgraaf en greppel naar het paviljoen te komen. Hierbij sneuvelde de dienstplichtige Kip. De Majoor Landzaat was in het paviljoen aanwezig maar volgens zeggen reeds gewond. Het Paviljoen was bezet door onderdeelen van I-8 R.I. Door gebrek aan munitie en omdat te veel menschen in het paviljoen aanwezig waren, achtte de opvolger-Sectiecommandant het wenschelijk om met zijn afdeeling (sterkte op dat moment ongeveer 15 man) verder terug te gaan in Westelijke richting tot spoorlijn Achterbergsche straatweg. Tijdens terugtocht beschoten. Tijdens terugtocht door stellinggebied van II-8 R.I. Sergeant van Dalen gesneuveld, één soldaat gewond. Dienstplichtige Roefs bij klimmen over een hoog hek in Ouwehands dierenpark bij afspringen aan hiel gewond (verstuiking, kneusing en bloeduitstorting). Gewonden kwamen mee tot Rhenen en werden daar naar hulpverbandplaats gebracht. Van hieruit per autobus via Driebergen, Utrecht naar Amsterdam vervoerd en aldaar ter verpleging opgenomen in Nederlandsch Israelitisch ziekenhuis. Aldaar circa 2.5 week verpleegd en daarna met 14 dagen ziekteverlof thuis in Tiel. Zich op 13 Juni gemeld bij zijn onderdeel 8 R.I. te Wageningen en op Vrijdag 14 Juni met groot verlof aangezien hij werk had.

De dienstplichtige Roefs verklaarde tevens nog dat Commandant M.C.-I-8 R.I. den Reserve Kapitein Dales, toen de sectie daar aankwam, aanwezig was in het paviljoen en aldaar gewond raakte evenals de dienstplichtig soldaat van Hasselt van 3e Sectie M.C.-I-8 R.I. Van genoemden van Hasselt hoorde Roefs dat kort na het verder terugtrekken van de 3de sectie, de bezetting van het paviljoen gevangen genomen was.
Als sectiecommandant van M.C.-I-8 R.I. traden verder nog op de Reserve 1e Luitenant Londo en de 2e Luitenant v.d. Grijp. Nadere gegevens kon Roefs mij niet mededeelen. Wel had hij bij een later gehouden bezoek aan Rhenen hooren zeggen dat Majoor Landzaat in het paviljoen verbrand zou zijn.

De dienstplichtige Roefs heeft op 13 Juni van den administrateur van het onderdeel te Wageningen soldij ontvangen over de week van 5 - 12 Mei. Van Mei tot 13 Juni heeft Roefs niets ontvangen. Hem komt dus nog soldij over dit tijdvak toe, benevens 14 dagen vergoeding levensmiddelen. Administrateur van de Compagnie was Sergeant van Hinten. Adm.Bat.-Verplegingsofficier was Vaandrig Lans. Tevens heeft Roefs bij het verlaten van de stelling zijn goederenzak moeten achterlaten waarin zich onder meer aan particuliere goederen bevonden: 1 paar hooge schoenen, 2 stel ondergoed, 4 paar sokken, 1 overhemd, 1 vulpen en 1 vulpotlood.
Ik moge U adviseeren het daarheen te willen leiden dat aan genoemden Roefs alsnog het hem toekomende zal worden uitbetaald benevens een redelijke vergoeding voor zijn particuliere eigendommen.

De dienstplichtige Roefs maakte op mij een prettigen en zeer betrouwbaren indruk, eenvoudig, rustig, verstandig. Kwam mij voor als een flink soldaat.


De Kolonel,
Hoofd Afwikkelingsbureau Lienden.
(get.) J. van Voorthuysen.
(voormalig commandant Brigade A.)

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 437.77 KB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 726.13 KB)