Schrijven van dienstplichtig soldaat H.W.J. Nijs

HOOFDREGELINGSBUREAU
REGELINGSBUREAU LANDMACHT
Afdeeling I C
-----
Nr. 1479

Onderwerp:
Krijgsgeschiedenis

 

's-Gravenhage, 14 Maart 1941
Willem Lodewijklaan 1.

Allen,

Mij is bekend, dat U gedurende den oorlog heeft deelgenomen aan een tegenstoot onder bevel van Majoor Jacometti en dat U onder bevel stond van vaandrig H.H. Elzas. Tevens heb ik vernomen, dat deze vaandrig zich in het gevecht zeer goed heeft gedragen.
Ik verzoek U, mij zoo nauwkeurig mogelijk mede te deelen, hoe die tegenstoot is uitgevoerd en vooral hoe de vaandrig Elzas daarbij is opgetreden.

De Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf,
(get.) V.E. Nierstrasz.

Aan:
- Dienstplichtige van voormalig 3-II-8 R.I. H. Nijs - Gendt (Gelderland)
- Dienstplichtige van voormalig 3-II-8 R.I. J. Melchers - Huissen (Gelderland)
- Dienstplichtige van voormalig 3-II-8 R.I. J. Mahler - Haalderen
- Dienstplichtige van voormalig 3-II-8 R.I. J. Eijsink - Winterswijk

==========================================================================


Gendt, 21 Maart 1941.

Gaarne wil ik Uw vragen beantwoorden. Eerste Pinksterdag om een uur of vier kwam majoor Jacometti naar ons toe. Hij riep "Drie-twee attaqueren". Wij de bajonet op 't geweer en met de majoor mee, die ons aanduidingen gaf, onder andere verspreiden, dekken enz.

Al gauw vlogen behalve de granaten ook de kogels om ons heen, de majoor moedigde ons geweldig aan. Volgens mij was de majoor niet erg voorzichtig, in de eene hand zijn revolver en in de andere zijn klewang, als dekking ging hij op een knie achter een boom zitten. Er is toen geweldig geschoten heen en weer, de majoor viel volgens mij het eerst, daarna verschillenden van onze jongens, 't was een ontzettend geschreeuw en gekreun. Toch zijn we zo langzamerhand verder gekropen tot dat we in een stelling voorbij de dierentuin kwamen. Daar hebben we de nacht doorgebracht, onze vaandrig en kapitein waren ook nog bij ons restje. De volgende morgen zijn we heel voorzichtig weer naar onze eigen stelling gegaan.

Aan onze vaandrig Elzas hebben we een reuze steun gehad, hij was in één woord af met de oorlog. Voor de oorlog mochten we hem niet zo erg, hij was erg op zijn puntjes, geweldig strikt. U zult misschien wel even goed weten als ik, dat een soldaat graag eens de tucht in de steek laat of een buitenkansje waarneemt. Dat was het wat de vaandrig niet toe liet. Maar in de oorlog heeft hij werkelijk getoond dat hij ook een flinke kerel was en dat heeft alles ruimschoots goed gemaakt. Ik durf wel te zeggen dat dat de mening van alle jongens is. Tot het laatst hield hij stand en toen we rond om ons de vijand naar ons toe zagen sluipen, riep hij "mitrailleurs schieten, jongens, schieten!".

Misschien mag ik wel het vermoeden uiten, dat als overal zoo'n leiding geweest was, als wij van onze vaandrig gehad hebben, het nog heel anders gelopen zou hebben en tenminste niet zo'n warboel waardoor veel van onze jongens door eigen vuur gesneuveld zijn.

Alles is lang niet te beschrijven, ook te verschrikkelijk. Ik weet niet waarom U mij verzoekt het een en ander mee te delen, dat doet er ook niet toe.

Ik hoop U hiermee van dienst te zijn geweest.

H.W.J. Nijs.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 633.13 KB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 807.66 KB)