Vorige week hebben Hugo en ik in samenwerking met Duitse en Amerikaanse historici een uitgebreid gevechtsrapport met gevechtsanalyse gevonden van II./FJR1, dat bij Moerdijk landde. Daaruit zijn enkele opvallende nieuwe zaken naar voren gekomen. Er worden enkele gebeurtenissen beschreven die klaarheid brengen in een aantal hardnekkige vraagstukken, zoals onder meer de exacte inzet van 5./FJR1 en 6./FJR1 alsmede van het op de eerste twee oorlogsdagen 'vermiste' 12./FJR1. Deze Kompanie blijkt zoals verwacht met de rest van III./FJR1 bij Dordrecht te zijn aangekomen, maar na het verslaan van het bataljon Ravelli onmiddellijk zuidwaarts te zijn gegaan om de noordelijke verdediging van de Moerdijkbruggen op zich te hebben genomen. Daarop werd de 5e Kp ook naar het zuiden gestuurd, waardoor vanaf de middag van 11 mei in feite op enkele kleine Gruppes na, geheel II./FJR1 in de zuidelijke verdediging rond Moerdijk lag. Ze waren daar onderwijl zelfs door een peloton PAK en een peloton met mijnen uitgeruste pioniers van 22.PiKp versterkt, wat overigens al bekend was. Ook bekend was de aanwezigheid van twee stukken Skoda berggeschut van Olt Schram. Een en ander geeft echter een duidelijk beeld van een sterk zuidelijk bruggenhoofd, terwijl altijd de gedachte bestond dat slechts ongeveer twee compagnieën Duitsers aan de zuidzijde van de Moerdijk bruggen lagen.
Bovendien is achterhaald hoe bepaalde historici, zoals Kurowski, erbij kwamen in hun boeken te melden dat de spoorbaanbrug bij Dordrecht door Nederlandse troepen was opgeblazen.
Er wordt voorts duidelijk gesproken van het door de Nederlanders naast de spoorbrug gereed hebben liggen van allerhande vlonders om de spoorbrug voor wieltransport gereed te maken. Dat werd door de Duitsers met enthousiasme gebruikt. Voor ondergetekende nieuws en nooit eerder in Nederlandse verslagen of boeken gelezen. Deze voorbereiding aan Nederlandse kant had vermoedelijk te maken met de anticipatie op de oversteek van de Lichte Divisie en Franse troepen die de Vesting eventueel binnen konden gaan.
Wat bovendien helder wordt is dat de luchtaanval op Zevenbergen en regio, die de Fransen onder andere verjoeg, inderdaad is aangevraagd. Zoals ondergetekende al verwachtte betrof het geen Ju-87 eenheid maar een Ju-88 eenheid. Maar ... niet KG.4 viel aan volgens het verslag, maar een Schlachteinheit van IV.FK, die KG.30 ter beschikking hadden. Die aanval was aangevraagd via Tweede Tol en vermoedelijk daarna via Rijsoord, waar men over lange afstand verbindingen beschikte. Die werkten overigens slecht. De aanval werd door een 'Staffel zweimotoriger Sturzkampfflugzeuge (Ju-88)'. Over de toestellen lijkt wel duidelijkheid te bestaan, maar ten aanzien van IV.FK is enige scepsis. Die wordt nog uitgewerkt. Maar omdat ook gesteld wordt dat diezelfde FK Breda aanviel in de avond, is er sterke aanleiding te denken dat toch KG.4 de aanvallen uitvoerde. Het was namelijk die eenheid die heel nadrukkelijk in zijn gevechtsverslagen aangeeft de luchtaanvallen op Breda en Etten te hebben uitgevoerd op 11 mei.
Ook de ontwikkelingen na 11 mei zijn boeiend. Maar daarbij geen opzienbarende zaken. Hoewel uit andere bronnen inmiddels is vastgesteld dat niet slechts verkenners van 9.PD om 1500 uur Nederlandse tijd reeds contact maakten met de parachutisten, maar dat daarbij eveneens een Kompanie van SR.11 was betrokken. De gemotoriseerde infanterie van 9.PD dus.
Het rapport, met daarin een gevechtsverslag van toenmalig C.8./FJR1 Boehmler, is een zeer betrouwbaar document. Alle voorname verifieerbare zaken en gebeurtenissen lijken te kloppen, waardoor de waarde van het document aanzienlijk kan worden genoemd. Het geeft aanleiding een groot aantal details in de tot op heden gepubliceerde verslagen rond de strijd om de bruggen op de 10e en de Franse actie op de 11e te herzien. Dat zal enige tijd en nadere studie vergen. Maar het betekend wel dat content op
http://www.zuidfront-holland1940.nl aangaande die gebeurtenissen een herziening dient te krijgen. Omdat die herziening substantieel zal zijn, zal ervoor worden gekozen tekstueel helder te maken welke passages een gereviseerde inhoud kregen.
Wij zijn in elk geval buitengewoon content met de aanvullende informatie, die nu door internationale samenwerking vrij is gekomen.