Enkele maanden geleden hadden we op deze site een korte discussie over de overste De Marees van Swinderen van 4-RH. Hij nam op 12 mei (laat) de leiding over de verdediging aan de spoorlijn in Rhenen, wilde die vervolgens alleen met zijn Huzaren voeren ( omdat hij geen enkel vertrouwen had in de andere eenheden ) en verliet op 13 mei zonder iemand in te lichten zijn commandopost, richting Elst.
In de bibliotheek van " de Greb " vond ik een artikel uit 1972 met de titel " 4-RH op de Grebbeberg ", overgenomen uit een herdenkingsboek van de Huzaren van Boreel 1813-1963. Zelden zag ik zo'n snoeverig artikel.
Dat het aan de Grebbe zo slecht was afgelopen lag allemaal aan de " zenuwen van de hogere legerleiding ( die chaotisch had geopereerd )en het " slechte gedrag van de infanterie" ( al was dat laatste dan wel weer de schuld van de politiek ).Niet eens absoluut onjuist, maar dan komt het. De Huzaren zelf worden opgehemeld en afgeschilderd als een superieure ( militaire ) mensensoort Dat Van Swinderen zijn regiment teugtrok ( volgens vele bronnen toch echt zonder opdracht en zonder enig overleg met wie dan ook ) was uitsluitend het gevolg van een van de divisiestaf (4e divisie) ontvangen bevel, dat bovendien ook nog eens veel te vroeg ( onnodig dus ) zou zijn gegeven. Van Swinderen was bovendien later, in Elst, met het idee gekomen om dwars tegen de stroom vluchtelingen in naar Rhenen terug te aan, alleen mocht dat toen niet meer.De boodschap is duidelijk: " we " moeten vooral niet denken dat de Huzaren ( op wie men zoveel vertrouwen stelde ) zomaar de spoorbaan verlaten hebben". 4-RH treft geen enkele blaam, anderen des te meer.Het artikel had maar een bedoeing: het pareren van de golf van kritiek , die op het ( op zijn best eigenzinnige ) optreden van van Swinderen was ontstaan. Saillant detail is overigens dat het artikel was aangevuld met een vraaggesprek met de oud-commandant van het regiment, dus met overste De marees van Swinderen zelf.
De " onterechte ' kritiek op de Huzaren had volgens het artikel zijn wortels al in de avond van de 12e mei, toen 2-3RH en 6-4RH net ingenomen posities bij Kruiponder ( dat moest worden heroverd ) weer snel ( binnen een uur ) ontruimd hadden, wat op de ( weinige ) overgebleven infanteristen van 2-8RI over was gekomen als een vlucht.Het was dan wel op bevel van de divisie gebeurd, maar het had er toch toe bijgedragen dat de handelwijze van Van Swinderen op 13 mei, met deze ervaring in het achterhoofd , dus kritischer was bekeken ( een zekere vooringenomenheid veroorzaakt had ). Misschien dat een andere gebeurtenis ( volgens mij, HG ) daarbij nog versterkend heeft gewerkt. In de namiddag van 12 mei dook bij de stoplijn het eskdron - Van Pallandt ( 3-4RH ) op, dat contact met de infanterie moest opnemen,de stoplijn maar ten dele bezet aantrof en er meteen weer vandoor was gegaan. Ook nu weer op hoger bevel en met nieuwe orders, maar het zal de twijfel tav de Huzaren hebben vergroot. Immers, die doken op en waren onmiddellijk weer weg.
Dit mag dan onredelijk zijn, het neemt niet weg dat de kritiek op de handelingen op 13 mei terecht blijft. Die kritiek is met name verwoord in een brief van A van Hilten ( sectie krijgsgeschiedenis, d.d 2-10-1949 ) aan De Marees van Swinderen in antwoord op een eerder schrijven van de laatste.Van Hilten wil geen lafheid of zenuwachtigheid bij de overste veronderstellen, maar zegt wel heel duidelijk dat deze zijn opdracht ( het vasthouden van de spoorlijnsteling )had moeten uitvoeren en dat sowieso overleg noodzakelijk was geweest met de commandant van de 4e divisie.Zijn opdracht was een DEFENSIEVE, het was niet te vergeijken met het opteden van de Huzaren op 10 mei ( Veluwe ), waabij het ging om een vertragend teruggaan. Ditmaal echter om het afgrendelen van een stelling. Zo'n verdedigig viel nu eenmaal niet offensief te voeren. De Marees van Swinderen ging er feiteijk van uit dat de bewegelijke Huzaren niet aan een stlling gebonden moesten zijn en daarom was hij een ( overigens heel behoorlijk! ) stuk terugegaan. Om dan later weer naar Rhenen terug te keren.Van Hilten stelde echter dat hij door dat teruggaan een gat in de stelling had veroorzaakt en bovendien andere eenheden ( speciaal genoemd wordt 1-46RI uit de Betuwe ) " aangestoken " had om ook terug te gaan, waardoor de stelling tenslotte onhoudbaar werd. Weliswaar waren de Duitsers ( ook daar waren in de middag van 13 mei wat problemen )daar niet meteen van op de hoogte, maar dat was meer ondanks Van Swinderen. Van Hilten had meer kritiek. De zelfstandig besloten terugtocht van 4-RH was niet alleen strijdig met de opdracht tot standhouden aan de spoorlijn, het was ook nog eens onnodig geweest op dat moment terug te trekken, omdat volgens allerlei bronnen ( ik noem kapitein Gelderman en overste Smit van 24RI )de toestand nog allerminst hopeloos was.
Het verschil tussen wat het artikel beweert en de opmerkingen van Van Hilten is duidelijk: volgens het artikel werden de Huzaren OP BEVEL VAN DE DIVISIE teruggestuurd en op een ( veel ) te vroeg tijdstip. Waarom? Omdat de divisie kennelijk niet inzag hoe belangrijk standhouden aan de spoorlijn was en men teveel vertrouwde op de inundaties van de Waterlinie. Eigenlijk was dit de laatste kans op een succesvolle ( offensieve ) verdediging en die werd de Huzaren onthouden. Van Hilten stelt echter dat de Huzaren OP EIGEN GEZAG EN ZONDER BEWEZEN NOODZAAK teruggingen Deze opvattingen staat volkomen haaks op elkaar.
Ik denk nog steeds dat de Huzaren op de Grebbeberg , afgezien van de groep-Hollertt en enkele anderen, absoluut geen enkele meerwaarde hebben gehad. Een meerwaarde waarop ze zich, vanuit een voor anderen vrij irritant " esprit de corps " lieten voorstaan en die ze inderdaad op andere plaatsen ( Achterveld, Voorthuizen, Valkenbug, Keizersveer enz. ) hebben aangetoond. Maar NIET op de Grebbeberg en dat is kennelijk ( tenslotte was en is dit het symbool van onze strijd in de meidagen )lang een pijnpunt gebleven. Ook al lieten ze zich ook hier ' door geen enkele paniek aansteken ' en deden ze ook hier alles in ' vokomen orde ". Dit in tegenstelling tot de infanterie, waarop men overduidelijk neerkeek. Typerend is b.v hoe men oordeelt over de commandant van 2-19RI, majoor Van Apeldoorn.De Marees vn Swinderen deelde een zekere ijd een commandopost met deze officier.Nu is niemand erg enthousiast over deze majoor, maar het volgende is toch wel heel denigrerend: " een weinig geslaagde reserve-officier, die eerst MAAR een baantje had als stationscommandant van Zwolle en die hier nu terecht is gekomen. "
Vergeten wordt dat het wel de infanterie was die de offers bracht,terwijl de Huzaren maar een gesneuvelde telden.Bovendien waren ze erg trots op het feit dat zij te midden van de enorme chaos slechts 17 vermisten hadden. Een bewijs van hun grote discipline. Dat kun je natuurlijk verdedigen, maar er zijn ook verschillende minder vleiende verklaringen mogelijk.
Zelfs al waren ze ' verkeerd " gebruikt ( nl. als infanteristen ), dan nog hadden de Huzaren er op grond van hun " hogere moreel " en "traditie " moeten STAAN. Nu verdwenen ze schielijk als gevolg van een ( ongecontroleerd ) bericht dat enkele Duitsers over de spoorbaan waren, de andere onderdelen aan hun lot overlatend.Met het doel vanuit Elst een offensieve verdediging te gaan voeren, waar natuurlijk nog minder van terecht zou kunnen komen als in de vroege uren van 13 mei langs langs de spoorlijn toen ook al zoiets op stapel stond. Natuurlijk is deze smet op het verder redelijk witte blazoen van de Huzaren niet leuk, maar het had niet ( zoals in dit artkel ) mogen leiden tot een volstrekte ommekeer van feiten.
Dit stukje is iet voortgekomen uit een ( langzaamaan slijtende ) frustratie die ik voelde toen ( ik was toen als niet-huzaar kamerwacht ergens in de Prins Willem 3 kazerne ) een Huzaren-luitenant een net door mij gevulde asemmer omvrschopte met de mededeling dat het nog eens en dan beter moest gebeuren. Maar ik snap nu uiteindelijk wel dat dit alleen maar een uiting was van natuurlijk Huzaren-gedrag ( offensieve verdediging ). » Dit bericht is geplaatst op 12 oktober 2003 17:36 |