Het recent geplaatste verslag van reserve kapitein Dewez (2-I-11RI) is - als het volledig op waarheid berust - een aanwinst. Het schept over een aantal zaken een ontnuchterend beeld.
Het begint al met (dit was al bekend) het bizarre gedrag van de BC majoor vd Ploeg. We kwamen deze man al tegen in de verslagen van Verbern en Franssen. Deze majoor blijkt volkomen ongeschikt voor zijn rol, en het beeld wat wordt geschetst van de door hem gecommendeerde eenheid is deerniswekkend.
Vervolgens schept het verslag een onthutsend beeld over de gang van zaken rond de opdracht die I-11RI kreeg om de stoplijn te versterken (?). Naar verluid was de kapitein Dewez totaal niet op de hoogte van het feit dat hij en zijn mannen de stoplijn moesten bezetten - maar waren zij in de veronderstelling een aanvalsstoot te moeten ontwikkelen. Die stoot zou dan dus achter de mannen van 3-I-8RI plaatsvinden die minuten voor aankomst van 2-I-11RI naar voren waren gegaan. Over de aankomst in de stoplijn zegt hij dat hij verbouwereerd vaststelde dat die niet bezet was! Niet vreemd dus dat de vanuit het westen aankomende mannen van 11RI op 3-I-8RI schoten in de veronderstelling dat de Duitsers hen aanvielen!
Dan zien we hoe ontzettend chaotisch het zuidelijk deel van de stoplijn wordt verdedigd - of althans - hoe die verdediging is georganiseerd. Kapitein Brittijn - toch al een toonbeeld van passiviteit en volkomen ongeschiktheid voor het vak - blijkt ook uit het verhaal van Dewez een zielig hoopje commandant. Dewez constateert in de nacht van 12 op 13 mei dat een flink deel van de stoplijn (hij spreekt over 100 meter - de breedte van een sectie) volkomen onbezet is. Brittijn zit met alle mannen om zich heen verzameld in zijn CP ... Hajo heeft al eens opgemerkt dat Brongers over dit fenomeen veel te weinig uitwijdt in zijn boek. De stoplijn is vrijwel zeker de nacht van 12 op 13 mei rond de Grebbeweg maar fragmentarisch bezet geweest. En dat is dus de stoplijn - de laatste hardnekkig verdedigde linie! Hieruit wordt helemaal duidelijk hoe volkomen chaotisch en structuurloos de verdediging van de Grebbeberg gebeurde na 12 mei. Je vraagt je in deze af - en daarbij "rehabiliteer" ik Hajo dus in relatie tot onze discussie over Landzaat recent op dit forum, in welke mate Landzaat de "poor qualities" van Brittijn heeft vastgesteld gedurende de meidagen. He trieste feit is namelijk dat Brittijn als enige kapitein (als enige boven de rang van luitenant) ten zuiden van de Grebbeweg zat. In hoeverre heeft Landzaat gemerkt / kunnen merken hoe enorm zwak deze commadant en daarmee deze vleugel was? Je zou inderdaad (Hajo) kunnen afvragen in hoeverre Landzaat dit had kunnen weten en of het dan verstandig was een tegenaanval door die incompetente commandant te laten doen. Of sluit het een (het laatste) het ander (het eerste) uit? En wist Landzaat dus echt niet hoe onthutsend zwak Brittijn was?
Dan geeft Dewez een nuchter verslag van Landzaat in de laatste uren voor en tijdens de slag rond de Bat.CP. Eerst het nuchtere en korte reageren van Landzaat op Verberne die "arrestant" Franssen komt brengen, vervolgens de beschrijving van het feit dat Franssen een "nerves break-down" heeft en het heel nuchtere haast machinale gedrag van Landzaat tijdens de verdediging van het paviljoen. Landzaat die niet meer reageert op een opmerking dat "ze nog wel terug kunnen". Hieruit blijkt zo duidelijk (zo voel ik dat) de vermoeidheid bij de majoor over het slappe gedrag van veel officieren om hem heen. Een officier huilend in de hoek, een ander die hem uitnodigt terug te trekken. Typerend hier ook - als je als lezer enige afstand neemt - het plaatje van enerzijds de besliste en zekere Landzaat en anderzijds de beschrijving van zijn kapiteins en luitenanten die vrijwel allen falen of typisch panisch gedrag vertonen ...
Het is een uiterst boeiend verslag van Dewez!
http://www.grebbeberg.nl/bibliotheek/data/rap00586.html