|
De kwestie van de Franse en Engelse hulp - de officiële mededelingen hierover vanuit het commando Veldleger en het AHK - blijven typische kwesties die we telkens (en op ieder front) tegenkomen. In het "topic" over Reynders kwamen we het tegen, waarbij ik een vraagteken stelde bij het feit dat Winkelman zolang op de Fransen bleef hopen en zijn schijnbare lakse houding jegens acties tegen de bezetting van de Moerdijkbruggen. Tevens mijn verbazing over de verrassing die de aankomst van de Duitse pantsers teweeg bracht op het AHK, alsmede de fatale gevolgen hiervan. Bij Van Loon komen we het (de Engelse bombardement geruchten) tegen in de kwestie van de voorbereidende acties op de tegenaanval.
Vermoedelijk heeft niet iedere lezer van dit forum toegang tot de handelingen van de Enquête Verslagen en slechts een klein deel staat nog op de site (wordt aan gewerkt). Een aantal aardige passages uit de Enquête verslagen maken de kwestie nog duidelijker en dus beslist aardiger ... en deze passages verduidelijken wellicht in enige mate mijn eerdere kwalificaties van het handelen van deze en gene op het AHK. Uit onderstaande citaten van sommige door mij gekwalificeerde hoofdrolspelers laat ik iedere bezoeker van dit forum dan maar zijn eigen conclusies trekken (vooral wegende de daadwerkelijke gebeurtenissen; N.B.; deze wijken nogal eens af van de uitspraken tijdens de verhoren!). Ik vraag wel speciale aandacht voor de citaten uit de verhoren van de chef-staf HFM van Voorst tot Voorst, en de militair attaché in Parijs, overste Van Voorst Evekink. Voorts de zeer boeiende citaten uit de verhoren van generaal Winkelman. De zorgvuldige lezer (en daar behoor ik toe ondanks beweringen van anderen dat dit niet zo is) haalt hier heel veel uit.
(vraag 1199): Winkelman
"(...) Alleen in de laatste zitting van de Ministers van het Kabinet op de 13de mei, toen was de stemming, meer in het bijzonder bij de Ministers van de sociaal-democraten, om te eindigen. In die zitting is voorgelezen een brief uit Engeland, waarbij gezegd werd, dat aan onze herhaalde vragen om steun tenslotte niet meer kon worden voldaan, dat Engeland al zoveel had gedaan, had gedaan wat het kon, en dat het nu niet verder kon.(...)"
(vraag 1286): Winkelman
"Dan geeft hij (sic: Van Voorst Evekink - attaché te Parijs) verder het overzicht van wat er met de generaal Gamelin is besproken en daarin zegt hij onder andere: "In mijn gesprek kwam naar voren, dat de geallieerde legerleiding zich bij eventuele hulpverlening aan Nederland, uitsluitend liet leiden door de wens in aansluiting aan het in België te bereiken front Antwerpen-Leuven enz de zgn. Dijlestelling, ten tweede de beveiliging van de Scheldemond door afsluiting van de toegang tot Zeeland.
(vraag 1288): Winkelman
"Vermoedelijk heb ik dat gesprek ten dele met hem (sic: Van Voorst Evekink) gevoerd. Ik heb eerst met de generaal Gamelin zelf getelefoneerd, waarbij ik aan generaal Gamelin gevraagd heb om zijn steun, om de Moerdijk te helpen herwinen en dat dat van het hoogste belang was. Ik herinner mij dat aan de andere kant van de telefoon zich ook Van Voorst Evekink bevond.”
(vraag 1289): Winkelman
“(…) … en of hij uit het zuiden met zijn troepen daarheen wilde gaan. Generaal Gamelin heeft mij dit toegezegd, maar het is nooit gebeurd. (…)”
(vraag 23722): Van Voorst Evekink
Voorzitter: Wat in de brief van generaal Winkelman (sic: de verzegelde brief op de ambassade die bij een aanval op Nederland door Duitsland aan de Franse legerleiding moest worden aangeboden) of in de op last van generaal Winkelman opgestelde brief heeft gestaan, weet u?
“Ja, van dat stuk heb ik op 29 maart 1940 en op 5 april 1940 inzage gehad”
(vraag 23723): Van Voorst Evekink
Voorzitter: wilt u nog eens vertellen wat er in stond?
“Het hoofdpunt was: de zending van vier divisien over zee (sic: naar Vesting Holland)”
(vraag 23725): Van Voorst Evekink
Voorzitter: Bepaaldelijk over zee?
“Ja. Natuurlijk was dat absurd. De Fransen hadden wel andere zorgen aan hun hoofd; (…)
(vraag 23831): Van Voorst Evekink
Voorzitter: Generaal Wilson gaat dan verder [citaat]:
“(…) Ik werd dus opgebeld [AG: 8.47 uur 10 mei] en de toenmalige overste Van Voorst Evekink heeft mij toen in dat telefoongesprek ongeveer het volgende meegedeeld: “(…) Hij [Gamelin] deed mij toen een aantal mededelingen, waarvan de eerste was: Dat van steun voor verdediging van het hart des lands geen sprake kon zijn (…)”
(vraag 1500): H.F.M. van Voorst tot Voorst (chef-staf)
“Omtrent hetgeen van Franse zijde te verwachten was werd de opperbevelhebber niet geheel in het onzekere gelaten. (…). De beslissing van de generaal Gamelin werd daarop aan de overste [Wilson] gedicteerd. Zij kwam hierop neer, dat op Franse hulp voor de verdediging van het hart des lands niet kon worden gerekend, dat er een gemotoriseerde Franse divisie in de avond van 10 mei in Zeeuws-Vlaanderen kon worden verwacht en dat de Frans-Engelse legers oprukten naar de lijn Namen-Antwerpen, de zgn. Dijle-stellingen, waaruit zij sprongsgewijs van stelling tot stelling vooruit zouden gaan”.
(vraag 15668): H.F.M. van Voorst tot Voorst
“(…) ik heb daarin geschreven, 24 november 1939: … is de Duitse legerleiding voornemens om de vrije hand te hebben ten zuiden van de Maas in Noord-Brabant en ik twijfel daaraan niet, gezien de ervaring welke zij in 1914 bij Antwerpen hebben opgedaan. Dan zal zij, hetzij onmiddellijk voor, hetzij tijdens de opmars naar het zuidwesten de in Noorbrabant geplaatste delen van het veldleger geheel buiten gevecht willen stellen. Overeenkomstig de Duitse aanvalswijze zal dit (…) gepaard gaan met een omtrekkende aanval, b.v. in de richtingen (…) Tilburg, Heusden en Keizersveer; (…) Turnhout, Breda, Moerdijk. (…) Naar mijn mening zal Duitsland – indien zij hun slag tegen Nederland willen slaan, indien er inderdaad geen aansluiting is met het Belgische leger, indien zij inderdaad beschikken over een zo groot aantal tanks van voldoende capaciteit (…) – een aanval doen door omtrekking van het 3e Legerkorps door Belgie, gepaard aan een bindende aanval in het front; (…) Dus de Moerdijk was wel degelijk van het begin af aan onder ogen gezien (…)”
(vraag 15719): HFM van Voorst tot Voorst
“(…) verder stel ik de vraag wie in de gedachtengang van generaal Reynders onder die omstandigheden de Moerdijk had moeten heroveren. Er waren daarvoor immers geen troepen beschikbaar. Nu is de hele lichte divisie daar tegenaan gegooid.”
(vraag 15732): HFM van Voorst tot Voorst
Voorzitter: Wat betreft het zuidfront van de vesting holland is ons nog opgevallen dat de bevelsverhoudingen daar misschien niet zo gelukkig waren. Het (…) zuidfront (is) gereorganiseerd na de wisseling van het opperbevel. Beide groepen, de Groep Kil en de groep Spui zouden rechtstreeks vanuit Den Haag worden gecommandeerd door de commandant van de Vesting Holland. Heeft zich dat bij de oorlogsvoering misschien ook gewroken?
“Dat weet ik niet. (…)”
(vraag 15772): Winkelman [En oordeelt u zelf over dit antwoord! Zeker wegende het antwoord op vraag 15668 van de chef-staf van generaal Winkelman. Hoe consistent of inconsistent zijn de heren? En wegende het verbod dat van Winkelman uitging op vernietiging van de Moerdijkbrug door artillerievuur op 10 en 11 mei?]
“Dat is volkomen juist [het feit dat Winkelman niets had vernomen van het rapport van Sas omtrent de 9.Pz.Div]. Ik heb daar nooit van gehoord. (…) Daar sta ik versteld van; ook van het feit dat mij dat noch door mijn voorganger noch door het hoofd van de Inlichtingendienst generaal Fabius ooit is medegedeeld, want wanneer ik gehoord had dat men vermoedde dat het het plan van de Duitsers was om via Brabant over de Moerdijk naar het hart van het land door te stoten begrijpt u wel dat ik maatregelen zou hebben genomen dat de Moerdijkbrug niet meer zou bestaan op het moment, dat de Duitsers de grens over kwamen. Dat spreekt toch vanzelf.” [in 15782 herhaalt Winkelman dit standpunt nog eens]
(vraag 15857): Winkelman
Voorzitter: (…)Had men achteraf geredeneerd, in die eerste dagen niet nog meer kunnen doen om de zaak weer in handen te krijgen?
“Ik geloof het niet”.
(vraag 15858 + 15859): Winkelman
“Op 10 mei heb ik generaal Gamelin verzocht, omdat de Moerdijk het voornaamste punt was, daarop aan te vallen. Hij heeft dat toegezegd maar het is niet gebeurd.”
Voorzitter: Hij heeft dat toegezegd?
“Ja, hij heeft telefonisch toegezegd dat het zou gebeuren”
(vraag 15861): Winkelman [En attentie voor de tegenstrijdigheid met het antwoord op vraag 15857]
Voorzitter: De eerste opdracht voor de lichte divisie was toch Waalhaven terugnemen, niet waar? Zouden ze daarna naar de Moerdijk moeten gaan?
“Ja, maar het passeren van de Noord is niet gelukt. Toen is een nieuwe opdracht verstrekt, nl. naar het eiland van Dordt te gaan en over ’s Gravendeel naar Waalhaven gaan; dat is echter ook niet gelukt.
(vraag 15862): Winkelman [Expliciet verklarend dus dat pas de secundaire opdracht voor de LD de herovering van Moerdijk was! Hiermee dus tevens aantonende dat zijn antwoord op de terechte vraag 15857 van de voorzitter onjuist is.]
Voorzitter: Was het de bedoeling de lichte divisie daarna te belasten met de herovering van de Moerdijkbrug, als de Fransen het niet deden?
“Als Waalhaven hernomen was, zou er door de commandant Vesting Holland een nieuw bevel gegeven moeten worden, maar het is moeilijk te zeggen wat er verder geschied zou zijn. Ik moet mij bepalen tot het feit dat de lichte divisie er niet in geslaagd is over de Noord te komen, en later evenmin over de Kil.”
(vraag 15870): Winkelman [Wederom: in tegenspraak met zijn antwoorden 15772 en 15857]
Voorzitter: Had men niet op krachtdadiger wijze die eerste morgen de lichte divisie op de Moerdijk kunnen afsturen? Vond u het strategisch absoluut noodzakelijk dat te doen aan de noordkant?
“Op dat ogenblik was Waalhaven waar voortdurend vijandelijke luchtlandingsinfanterie op de grond werd gezet een buitengewoon voornaam punt. Als dat doorging en de Duitsers kregen voldoende troepen zou zelfs voor de Duitsers het onmiddellijk bezit van de Moerdijkbrug niet meer zo urgent zijn”
(vraag 15872): Winkelman [Let u vooral op de laatste zin van het antwoord waarmee Winkelman niet alleen aangeeft dat hij op een vage toezegging van Gamelin blind staarde, maar tevens dat hij helemaal niet het maximale deed vanaf 10 mei om Moerdijk te ontzetten; hiermee is hij niet alleen in tegenspraak met dat punt maar vooral ook met hetgeen hij n.a.v. vraag 15772 zegt. Immers daar stelt hij dat als hij geweten had dat de Duitsers Moerdijk wilden gebruiken voor het binnentrekken van VH hij de bruggen onmiddellijk bij inval had laten ontploffen. Die rigoureuze mening staat wel heel haaks op de conserverende gedachte die Winkelman op 10 en 11 mei nog had toen hij onze artillerie verbood om op Moerdijk te schieten. Dezelfde artillerie overigens die landingen op Waalhaven volkomen onmogelijk had kunnen maken had zij daadwerkelijk intensief op dit veld geschoten]
“Op het ogenblik is praten achteraf. Op dat ogenblik was ons toegezegd de hulp van de Fransen die op de Moerdijkbrug zouden aanvallen in samenwerking met het 6de Grensbataljon. Wat mij betreft, ik was hoopvol gestemd dat wij de Moerdijkbrug zouden terugkrijgen. Dat is niet gelukt. Nu kan men zeggen: had u dit nog niet kunnen doen? Dat is achterafpraten. Op dat moment achtte ik het niet nodig andere troepen aan hun eigen taak te ontrekken en reserves waren niet meer beschikbaar.”
(vraag 18919 + 18927): Winkelman [Hierbij wordt Winkelman gevraagd of hij wist van de tweede melding van Sas dat een Duitse pantserdivisie klaarstond om via de Langstraat naar Moerdijk op te rukken, welke mededeling in april zou zijn gedaan. Opvallend is dat Winkelman hierop nu zegt – in tegenstelling tot wat hij antwoordde op deze vraag gesteld onder 15772 – dat hij nu niet veel anders zou hebben gedaan!]
Voorzitter: kunt u zeggen bij wie het is blijven liggen?
“Ik wil liever geen namen noemen omdat ik natuurlijk niet kan nagaan wie het waren; maar het moet op iemands tafel zijn blijven liggen” [Iemand van de staf; die daar vervolgens met de ontwikkelingen gedurende de meidagen blijkbaar niets mee deed!]
Voorzitter: Het is zeer te betreuren, dat het zo gelopen is, want u zou daarin misschien aanleiding hebben gevonden om andere maatregelen te nemen?
“Dat is nu achteraf moeilijk te zeggen [!]. Men moet het beschouwen in het licht van de toenmalige omstandigheden. Mogelijk zouden nog wel enkele maatregelen zijn getroffen maar ik denk niet dat het in grote lijnen verschil zou hebben gemaakt zoals ik het nu zie. (…)”
[Kortom: los van het feit dat dit contradictoir is met eerdere verklaringen van Winkelman – met de wetenschap voor de inval van de 9.Pz.Div. op route naar Moerdijk – zou hij blijkbaar niet hebben overwogen de ladingen en ontstekingen onder de brug gereed te hebben, de alarmering van de eenheden hebben gewijzigd, de bezetting verzwaard, enz. Het is verleidelijk om dit te bestempelen als buitengewoon passief!]
De heer Brongers zei eerder deze week over mijn persoonlijke evaluatie (en analyse) van Reynders‘ verhoor onder andere het volgende:
“De wijze waarop Goossens opperofficieren als Reijnders, Van Voorst tot Voorst en soms Winkelman meent te moeten aanvallen getuigt van een merkwaardige arrogantie, gebrek aan deskundigheid, lekenwijsheid en weinig inlevingsvermogen. (…)Vaak leest hij niet goed. Het door hem zo genoemde goedkoop oordelen “after the event’ is over de gehele linie en in de meest sterke mate op hem zelf van toepassing. Helaas mist hij het vermogen dit zelf te onderkennen. De heer Oorschot probeerde dat hem al eerder vergeefs duidelijk te maken. Op meer intelligente tegenspraak wenst hij onveranderlijk en breedsprakig het laatste woord”.
Ik laat nu een ieder zelf lezen en een oordeel vellen. Nu wil ik inderdaad vaak het laatste woord, als dat nodig is, maar een goede verstaander heeft aan bovenstaande citaten uit de verhoren ook genoeg. Of heeft daarmee dezelfde basis als die ik had om tot bepaalde conclusies te komen. Ik vind dat Winkelman (en zijn staf) beslist niet geëxcelleerd hebben in leidinggeven en tactisch beslissen rond de situatie aan het zuidfront van de Vesting Holland. De lezer moet zelf maar bepalen wat hij uit de antwoorden opmaakt die Winkelman geeft. Ten aanzien van de Franse hulp is Winkelman de enige die stelt dat Gamelin op enig moment “beloofd heeft” de Moerdijk voor hem aan te vallen. Andere intimi van de Frans-Nederlandse contacten kregen alleen maar andere berichten die juist wezen op vooral Belgische oriëntatie van de Fransen. Wellicht heeft Gamelin zich er eenvoudig met een “oui” afgemaakt op de vraag van Winkelman, wellicht was de taalbarrière van belang. Ik vind dat Winkelman zich daar op flinterdun ijs begaf. Enig opportunisme lijkt hier aan de orde. En dat verzin ik niet zelf, dat concludeert iedere objectieve lezer uit de antwoorden van Winkelman zelf. Althans, dat denk ik.
Een tweede is de ambivalentie die spreekt uit zijn antwoorden over de Moerdijkbrug. Ik som ze kort op (ook van anderen in zijn omgeving):
- Bij voorwetenschap van de Duitse pantseraanval door Brabant zou Winkelman de bruggen direct hebben opgeblazen; maar tegelijkertijd stelt hij dat als hij kennis had gehad van de Duitse beweging dat hij niet veel anders had gedaan dan hij tenslotte in werkelijkheid heeft gedaan! Dat is contradictoir.
- De chef-staf zegt dat hij al in 1939 publiceerde over de Duitse strategie om met een pantserleger door Brabant o.a. Moerdijk te bedreigen. Zijn broer (CV) gaf al eens aan dat er zelfs strategiespellen waren gebaseerd op een dergelijke aanval. Desondanks (en het vorige punt wegende) mocht onze artillerie tot 12 mei niet op de Moerdijk vuren, omdat men zich blijkbaar niet realiseerde dat er een pantserleger aankwam!
- Waarom wilde Winkelman Moerdijk überhaupt heroveren – en niet gewoon vernietigen? Ook in de verhoren wordt totaal niet duidelijk waarop hij hoopte. De Fransen hadden allang aangegeven zijn verzoeken voor 4 divisies niet in te willigen, zich te concentreren op Antwerpen en het hart van Nederland niet te willen steunen – en toch moesten de Moerdijkbruggen tot 12 mei perse gespaard blijven. Waarvoor? Het wordt ook uit de verhoren niet duidelijk
- Winkelman is zeer ambivalent als hem wordt gevraagd of hij in retrospect er alles aan heeft gedaan om de Moerdijk te hernemen / op te blazen. Hij antwoord de directe vraag met “nee, ik had geloof ik niet meer kunnen doen” maar indirect geeft hij aan dat dit wel had gekund. Hij gaf immers de lichte divisie in eerste instantie opdracht zich op Waalhaven te concentreren. Waalhaven had immers – zij het natuurlijk met moeite – door artillerie volkomen onbruikbaar geschoten kunnen worden. Van die optie werd amper gebruik gemaakt. De lichte divisie kreeg pas laat en in derde instantie opdracht Moerdijk aan te pakken. Toen was het te laat. Daarbij had Winkelman kunnen opteren voor een combinatie van 6GB met in Zeeland gelegerde troepen voor een aanval op het zuidelijke bruggenhoofd. Tenslotte weigerde hij, zoals gezegd, toestemming aan de artillerie de bruggen te vernielen met artillerievuur (had dit al gekund).
Wat voorts opvalt is dat t.a.v. de geruchten die zijn ontstaan in ons land over Franse hulp boven de rivieren geen enkele vraag is gesteld tijdens de Enquête verhoren. Waar de geruchten vandaan komen, komt in feite niet aan de orde. Winkelman vroeg een achttal divisies (vier van de Engelsen en vier van de Fransen) voor hulp binnen vesting holland. Een bataljon Guards in Hoek van Holland en enkele demolition parties waren het maximum dat kwam. Al op 10 mei werd bekend dat de Fransen niet gingen voldoen, en op 13 mei in de ochtend maakte Londen bekend dat met een paar bombardementen en een bataljon in Hoek van Holland hun maximale bijdrage aan de landoorlog was bereikt. Wie de geruchten vervolgens de wereld in bracht dat de Fransen in de vesting holland waren aangekomen en de Britten bij de Grebbeberg gingen bombarderen is een raadsel. Dat het van “hogere commandanten” afkwam lijkt eigenlijk wel zeker. Dat blijkt wel uit de verslagen van majoor Landzaat, of kolonel Van Loon. Maar het raadsel wordt niet opgelost. » Deze reactie is geplaatst op 11 oktober 2004 11:03 |