(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
I – 13 RI en 1 – I – 13 RI in het bijzonder ( eerste deel ).
Dit eerste deel is in hoofdzaak gebaseerd op betrouwbare, controleerbare gegevens, het hierop volgende tweede deel is een hypothese.
I – 13 RI was als onerdeel van de z.g Peeldivisie gestationneerd in vak – ERP van de Peel-Raamstelling en was ingeklemd tussen II – 17 RI en III – 27 RI. Zij en de andere bataljons van de Peeldivisie hadden de taak de aftocht van het IIIe LK te dekken. De 3 compagnieen en de MC waren verdeeld over de Defensiekanaal (frontbreedte 5 km ) en de Hoofdstelling langs het z.g Koordekanaal, ruim 4 km achter het Defensiekanaal.
Aanraking met de vijand vond op de 10e mei niet plaats, afgezien van enkele Duitse patrouilles, die met vuur werden verdreven. Rond 21.00 uur kreeg de commandant van Vak – Erp bevel van de commandant van de Peeldivisie ( kolonel Schmidt ) om terug te trekken op de Zuid-Willemsvaart, waar I – 13 RI een plaats kreeg tussen pl. 96 en pl. 100 ( in dit gedeelte bevond zich sluis 5 ). De terugtocht verliep zonder poblemen. Wel had men veel van het ingelegde verbindingsmateriaal moeten achterlaten, evenals veel munitie ( waaraan dan ook de volgende dagen gebrek ontstond ) en een aantal mitrailleurs. De stemming was gezakt omdat men feitelijk zonder slag of stoot de stellingen had moeten ontruimen.
Aan het Zuid-Willemskanaal begon men opstellingen te maken. Een goot nadeel was dat de oostelijke kanaaldijk hoger was dan de westelijke, wat inzicht in het voorterrein en uitbrengen van vuur belette. De 1e compagnie bevond zich op de linkervleugel , in dit vakgedeelte bevond zich de Erpse ophaalbrug in de weg Keldonk – Erp. Bij die brug stond een stuk 6 veld.
Omstreeks 11.00 uur op 11 mei verschenen daar enkele Duitse pantserwagens, die door de 6 veld wel werden geraakt, maar niet vernietigd. Enkele uren later werd de 6 veld door de Duitsers onder geschutvuur genomen, dat eveneens op andere plaatsen werd gelegd en grote indruk maakte. Vervolgens verschenen op de oostelijke kanaaldijk weer een paar pantserwagens die naar het zuidoosten reden. Door de bocht in de vaart konden zij de zuidelijke dijk onder mitrailleurvuur nemen, zodat bij de 1e ( en 3e) ) compagnie de indruk werd gewekt dat de vijand al in de rug zat. Veel soldaten verlieten op eigen gezag het kanaal. De algemene terugtocht begon waarschijnlijk bij de 3e compagnie en breidde zich uit naar de 1e. De grote frontbreedte maakte het moeilijk de mannen op te vangen. Met rubberboten brachten de Duitsers troepen oer het kanaal en beschoten de daar nog standhoudende troepen. Daarna maakten ze van in het kanaal liggende schepen een soort brug, waarover ze enkele pantserwagens naar de westoever brachten.
In Sint-Oedenrode keeg de commandant van I – 13 RI ( majoor Staal ) de commandanten bijeen van de 1e en 2e compagnie met het grootste deel van hun compagnieen. Met de 3e compagnie bestond geen contact meer.
De 1e en 2e compagnie kregen bevel naar het westen te trekken, te voet, per rijwiel ( met andere militairen achterop ) en enkele auto’s, die steeds terugkeerden om weer anderen op te halen, wat vaak niet meer lukte.
Majoor Staal reed , na aankomst in Best, met zijn auto vooruit en raakte door een mitrailleurkogel in zijn arm gewond. Uiteindelijk is hij, via Oost-Capelle, in Middelburg terecht gekomen. Van zijn verwonding heeft alleen de commandant van de 1e compagnie ( kapitein de Ras ) bericht ontvangen met de opdracht om te verzamelen bij Rijen. Zijn compagnie verplaatste zich inmiddels te voet en per rijwiel.
In Rijen trof hij tenslotte slechts 35 militairen aan van degenen die een rijwiel ter beschikking hadden gehad. Hij kwartierde deze mannen in. Wat er vervolgens is gebeurd maakt het Stafwerk over Noord-Brabant niet helemaal duidelijk. Zeker is wel dat De Ras op 13 mei, nadat hij o.a in Breda en Zundert was geweest, met
enkele van zijn manschapen in Antwerpen is aangeland. Zowel het bataljon als de 1e compagnie waren op dat moment ongetwijfeld al volkomen gedesintegreerd. » Deze reactie is geplaatst op 28 januari 2006 14:58 |