(redactie)
Totaal berichten: 2.112
|
De verbindingsafdeling op regimentsniveau was een tamelijk grote afdeling.
De verbindingsdienst was geen zelfstandig onderdeel in 1940, maar een sub-onderdeel van de Etappen- en Verkeersdienst. Binnen de legeronderdelen waren echter de diverse sub-onderdelen van de EVD onderverdeeld in diverse aparte staffuncties, waarvan een de verbindingsafdeling.
Hoofdverantwoordelijkheid op regimentsniveau was het aanbrengen en instandhouden van de verbindingen tussen het regimentshoofdkwartier en [het lagere echelon] de drie bataljons commandposten. Daarbij het beheer van de verbindingsmiddelen voor het regiment, zoals de centrales, telefoons, telex [als die aanwezig was], verbindingssnoeren, alsmede optische verbindingsmiddelen. Tevens opereerde men de verbindingsmiddelen. Bij sommige regimenten werd daarnaast een postduivendienst in stand gehouden.
Het regiment had tenminste verbinding met de drie bataljons [en deze elk weer met hun compagnieën] en met het hogere echelon, in dit geval het divisie hoofdkwartier. Hiertoe werd een centrale bediend in het regimenthoofdkwartier. Voorts was de regimentverbindingsafdeling betrokken bij het coordineren van de verbindingen binnen het gehele regiment. Bovendien had men een aantal lijnpatrouilles. Dit waren groepjes van twee of drie man, met een reservehaspel verbindingsdraad en reparatiemiddelen, die als taak hadden de verbindingen tussen regiment en bataljons, alsmede regiment en divisie kort op het eigen hoofdkwartier te onderhouden.
De verbindingsdienst was meestal alleen verantwoordelijk voor niet-fysieke verbindingen. Motorordonnansen vielen niet onder die verantwoordelijkheid. Wel was er een regimentspatrouille met rijwielen. Deze had ook een verbindingstaak echter louter in opdracht van de regimentscommandant en veel wijdser dan alleen sec verbindingen onderhouden. Men kon allerhande opdrachten ontvangen fysieke taken uit te voeren zoals berichten rondbrengen, contacten leggen met gezochte eenheden, tuchtzaken, etc.
De grootte van de verbindingsafdeling varieerde sterk; van de staven überhaupt. De staf van 8RI was verhoudingsgewijs klein bijvoorbeeld. Ik heb zo gauw geen inzage in hoe sterk de eenheid was bij de staf van 8RI. Commandant van de verbindingsafdeling was de kapitein J. Hulleman, en commandant van de patrouille sergeant Wint.
De functie van instructeur regiment voorlichtingsdienst is mij bij naam onbekend. Daar kan ik dus geen (extra) licht over schijnen. » Deze reactie is geplaatst op 9 mei 2007 02:23 |