Ik maak met plezier gebruik van jullie expertise rond deze
onderwerpen. Daarom nog een vraag:
In hoeverre is er door de nl bevelhebbers gewerkt met scenario's met
betrekking tot de meest logische duitse aanvalsroutes? Verwachtte men
de dat de duitse aanval op het vak van de grebbeberg gericht zou zijn?
-- » Dit bericht is geplaatst op 8 juni 2007 09:55 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
Duidelijk was dat er voor de Duitsers 3 mogelijkheden openstonden, in het noordelijk deel Amersfoort, centraal de Emmikhuizerberg en in het zuiden de Grebbeberg. Dit door de afwezigheid van inundatiemogelijkheden en het dus vrij blijven van accessen.
Voor de commandant Veldleger ( JJG van Voorst tot Voorst ) stond het in elk geval vast dat het de Grebbeberg zou gaan worden, afgaande althans op zijn uitspraak voor de Enquete Commissie na de oorlog:
13169. De Voorzitter: "Had men enig idee wat er aan vijand tegenover ons stond, b.v. een regiment of een divisie?"
A. "De commandant van de IVde divisie en de commandant van het IIde legerkorps hebben steeds de vijand onderschat. Ik niet. Ik heb juist altijd gezegd in mijn staf: de Duitsers vallen aan over de Grebbe, de kortste lijn van de Duitse grens over Arnhem naar Utrecht. Ik had het Duitse optreden tegen Polen in September 1939 bestudeerd, daarbij was mij opgevallen het doorbreken door alles heen naar Lemberg (Lemberg in Galicië). De Duitsers hadden daar een zeer sterke gemotoriseerde stoottroep gemaakt en deze had opdracht, recht toe recht aan, "Mir nichts, dir nichts" - zoals zij het zo mooi konden zeggen! - op te rukken naar Lemberg, de stad te omsingelen en te nemen. Ik dacht aanstonds: dat zelfde hangt ons ook boven het hoofd, een stoottroep rechtstreeks van Zevenaar naar Utrecht, dus over de Grebbe, daar komt de hoofdstoot. Zodoende heb ik het ook voor mijn persoonlijke verantwoording kunnen aannemen om de commandant van de IIde divisie en twee regimentscommandanten tijdelijk uit hun vak bij Veenendaal te halen. Ik voelde, dat daar, waar zij zaten, geen aanval van betekenis zou plaats hebben. Ik wist, dat de Duitsers zouden trachten er met één mokerslag te komen. Dat was voor mij een grote verantwoordelijkheid. De commandant van het IIde legerkorps heeft gezegd: de C.V. heeft dat gedeelte van de stelling ontbloot. Ik heb de verantwoordelijkheid daarvoor durven aanvaarden. In mijn verdedigingsbevel van September 1939 heb ik dan ook in een van de laatste punten gezegd: Houdt de beheersende Grebbeberg onder alle omstandigheden, richt deze naar alle zijden ter verdediging in, houdt tot het laatst stand op dat belangrijke punt, dat behouden moet worden".
Wat JJG hierboven opmerkt tav van het uit hun vak halen van de commandant 2e divisie en 2 van zijn regimentscommandanten heeft overigens betrekking op de tegenaanval ( uitgevoerd op de 13e mei ), zoals die IN EERSTE INSTANTIE was gepland. Later kreeg deze tegenaanval een andere opzet, waarbij vooral Brigade B werd ingezet en bovengenoemde commandanten niet meer nodig waren.
Het noemen van deze zaak ( het onttrekken van genoemde commandanten aan hun onderdelen ) als bewijs voor de stelling dat zijn visie juist was geweest doet m.i toch een beetje gratuit aan; het was toen voor iedereen intussen sowieso wel duidelijk dat de Duitse hoofdstoot de Grebbeberg als doel had. » Deze reactie is geplaatst op 8 juni 2007 10:09 |
|
|
|
In reactie op de verklaring van de commandant veldleger komt bij mij de volgende reactie op:
Als men deze aanvalsroute verwachtte en ervan overtuigd was op dit niveau van bevelvoering, waarom is het vak dan alleen door een regiment verdedigd waarbij weinig eenheden van voldoende omvang beschikbaar waren om eventueel een tegenaanval te lanceren om het gewenste doel, handhaven van de hoofdweerstandslijn zijnde de Grebbelinie (als zodanig gekozen door de in februari 1940 aangetreden Winkelman in overleg met zijn chef-staf Van Voorst tot Voorst) te bereiken? Ik blijf dit fenomeen, ook na het lezen van het boek over Winkelman waarin de strategie nader verduidelijkt wordt, onlogisch. Had het niet beter geweest meer troepen samen te trekken achter de Grebbberg in plaats van verdeling langs de gehele line, inclusief de beter verdedigbare (geïnundeerde) gebieden.
De tweede vraag die ik daarbij wil opwerpen is dat ik iets van ambivalentie in de strategische keuzen van Winkelman bespeur omdat de volgende reden. Namelijk: Hoofdverdediging van het hart van Nederland, vesting Holland, was hoofddoel strategie, maar toch werden de eenheden verspreid achter de Grebbelinie, m.i. met de mogelijkheid om zonder contact met de vijand bij doorbraak snel op de waterlinie te kunnen terugvallen. Ik denk dat men toch verwachtte dat de Grebbebergfortificering onvoldoende diepte had en daarmee altijd doorbroken zou worden.
De tegenaanval welke uiteindelijk is uitgevoerd werd met vermoeide troepen uitgevoerd na verplaatsing welke hierop niet waren toegerust. De kracht van de tegenstoot was verre van toereikend gelet op de aanwezige sterkte aan Duitse kant. Het feit dat men de Duitse aanvalsroute verwachtte had tot de conclusie moeten leiden om sterkere formaties achter het Grebbevak te positioneren met inbegrip van een noodscenario (behoudens terugtrekking tot de waterlinie).
Graag uw reacties, » Deze reactie is geplaatst op 8 juni 2007 16:25 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
Hajo, een mooi citaat van JJG van Voorst tot Voorts. De man heeft zich bijzonder dubieus opgesteld tijdens de verhoren. Zijn positie als een van de seniore opperofficieren heeft hij helaas na de oorlog mogen houden en ik ben ervan overtuigd dat de man daardoor voorkomen heeft dat hijzelf kritisch bejegend is. Zijn leiding was immers bepaald niet boven kritiek verheven.
Hij was de generaal die doodleuk verklaarde dat hij voor de keuze van de Grebbelinie was [boven het Oostfront Vesting Holland] omdat zijn troepen in deze stelling beter offensief konden uitbreken, en zelfs (!) tot in Duitsland zouden kunnen opereren. De fantast!
Zijn opmerking richting Van Loon en Harberts is schandalig onder de gordel geweest, maar bovenal een feitelijke verdraaiing van zaken. Van Voorst was helemaal niet beter geinformeerd omtrent de sterkte van de vijand, en hij heeft bij mijn beste weten geen enkele poging gedaan [nog zijn staf] om de legerkorps en divisiecommandant tijdens de meidagen te overtuigen van hun ongelijk qua inschatting van de tegenstander. De door hem op 12 en 13 mei aan Van Loon uitgeleende stafofficieren brachten die informatie ook helemaal niet meer richting Elst. Sterker - de verkenners van het 2e Luchtvaart Regiment - ofwel de luchtmacht van het Veldleger - kwamen keer op keer met het bericht terug dat er geen grote vijandelijke troepenconcentraties voor de zuidelijke Grebbelinie waren waargenomen. Ook brugslag over de Yssel en het Apeldoornse Kanaal werd niet waargenomen. De huzaren verkenners die de Veluwe tot in Apeldoorn werden ingestuurd kwamen ook niet terug met berichten over massale vijandelijke operaties. Bovendien was de inzet van de Luftwaffe minimaal boven de Veluwe en was de inzet van artillerie op 10 en 11 mei eveneens minimaal. Pas op 12 mei nam deze toe maar bepaald niet in de mate als voorzien. Op de wijze waarop onze hoofd- en opperofficieren waren geoefend - uitgaande van aftastende vijandelijke stoottroepen en massale inzet van artillerie en luchtmacht op het uiteindelijke zwaartepunt van de aanval - waren de conclusies van Harberts en Van Loon bovendien op 11 en 12 mei helemaal niet bizar. Alles is a posteriori te voorzien, maar de kunst is vooraf te voorzien. Daarin faalde Van Voorst zelf hopeloos, want anders had hem gevraagd moeten worden waarom juist de Grebbebergverdediging relatief zo ver achterlag bij de rest van de Grebbelinie. Die onconfortabele vraag is JJG van Voorst bespaard gebleven - althans het is niet uitgediept. Dezelfde generaal die diverse communiques richting zijn ondergeschikte commandanten stuurde over aanstaande Britse bombardementen en Fransen hulptroepen. Dezelfde generaal die zijn legerkorpscommandant actief en onreglementair passeerde toen hij diens 2e divisie directe opdrachten gaf voor de organisatie van de tegenaanval.
Overigens was ook de bewering in dit antwoord van Van Voorst over zijn overtuiging dat de Duitsers alleen bij de Grebbeberg zouden aanvallen apert gelogen. Dat wist de man helemaal niet. De Duitse doctrine - indertijd wel uitstekend door Reynders onderkend VOOR de oorlog - was juist dat binnen de korps- en divisievakken eenheden vrijheid van handelen hadden in de invulling van hun tactiek. Ze kregen alleen een vast objectief toegewezen, maar mochten vrij op de binnenlinies manoeuvreren binnen hun vak. Zolang men het tactisch objectief maar diende. Zo betekende dit dat langs de Maas iedere Duitse divisie zijn eigen overgang moest veroveren en veilig stellen. Bij de Grebbelinie betekende het bijvoorbeeld dat de 227.ID op 10 mei nog niet wist waar het zwaartepunt van haar aanval zou liggen. Oorspronkelijk wilde men rond Amersfoort aanvallen, maar na twee dagen de linie testen, besloot men helemaal bij Scherpenzeel het zwaartepunt te leggen. Daarnaast was er nog de beweging van het 368IR dat zomaar op 12 mei bij de Klomp probeerde door te breken. Autonoom wel te verstaan. Stel dat dit regiment dit op 13 mei opnieuw had willen proberen, of zelfs nog iets noordelijker? Het had immers als flankbeveiliging van de 227.ID aanval bij Scherpenzeel bepaald niet misstaan. Het is daarom te bizar voor woorden dat Van Voorst dit antwoord heeft durven geven, omdat het een aperte onwaarheid was, en alleen bedoeld - althans dat is mijn idee - om zijn onoirbare ingrijpen in de bevelketen te verklaren. Immers, hij had kolonel Barbas van de 2e divisie instructies gegeven buiten Harberts om. En dat was een volmaakt onrechtmatige daad van de Veldlegercommandant!
Overigens neemt e.e.a. niet weg dat inderdaad ernstig rekening werd gehouden met een Duitse aanval bij de Grebbeberg. Door de gehele legerleiding trouwens; dit was zeker geen prerogatief van Van Voorst. » Deze reactie is geplaatst op 8 juni 2007 16:52 |
|
|
|
Hoe is de verbetering van de frontsectoren dan geprioriteerd? Ik begrijp van dhr Goossens dat aan de sector Rhenen - Achterberg relatief minder is gewerkt dan andere grebbeliniesectoren? » Deze reactie is geplaatst op 8 juni 2007 20:27 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
Naar verhouding veel aandacht is in elk geval besteed aan het stellinggedeelte rond Veenendaal - De Klomp. In deze sector had de stelling ook een redelijke diepte, hier en daar naar voren komend in 3 verdedigingslijnen (exclusief de voorposten ). De reden is duidelijk: het meer dan 20 meter hoge Emmikhuizer Berg - acces. Punt was ook dat zich hier van oudsher al een aantal versterkingen bevonden, die men kon inbouwen, zoals b.v de Linie van Jufferwijk, het werk aan de Schalm en het Fort Buursteeg. Een en ander werd enigszins gemoderniseerd met o.a moderne kazematten van diverse typen.
Bij de Duitse militairen die te maken hadden met het vaststellen van de doelen op het moment van de inval is hier en daar ook in eerste instantie geopteerd voor de opmarsroute via Ede, maar uiteindelijk heeft men die laten vallen voor die via de Grebbeberg. Naast de evidente andere voordelen die dat bood, zal daarbij ook bovenstaande hebben meegespeeld. » Deze reactie is geplaatst op 8 juni 2007 21:24 |
|
|
|
Ik wil het volgende inbrengen in de discussie:
Duidelijk wordt dat de Duitsers van relatieve zwakte van de Grebbeberg op de hoogte waren en ook bij het opperbevel was duidelijk dat de accessen als aanvalsopties zouden worden gekozen. Ik begrijp dan ook niet dat de diepte van de G-linie ter hoogte van de Grebbeberg zo beperkt was (afstand voorposten tot aan stoplijn) alsmede waren er in mijn waarneming relatief weinig noodscenario's gepland zoals het instellen van een krachtige tegenaanval in geval van een doorbreking van het front. Dit is duidelijk geworden op 13 mei toen de eenheden voor de tegenaanval gearriveerd waren na van andere sectoren te zijn overgeheveld.
Te meer vind ik dit vreemd omdat Winkelman na zijn aantreden in februari 1940 met zijn chef-staf besloot de Grebbelinie als hoofdweerstandlinie aan te duiden. Was er derhalve niet toch iets van ambivalentie waardoor men toch liever op de waterlinie wilde terugvallen hoewel niet in parate staat gebracht ten tijde van aanval? De regering had duidelijk aangegeven dat de verdediging op het hart van Nederland zou moeten zijn geconcentreerd waarin de Grebbelinie wederom minder voor de hand zou liggen.
Kortom gaan mijn gedachten over het volgende:
1. Was de Grebbelinie wel zo sterk en was er niets iets van liever terruggaan op de waterlinie waar de inundaties (minder accessen, behoudens Houtense vlakte) en fortificaties, hoewel verouderd, meer resultaat zouden bieden voor een verdediging tegen Duitsland? M.a.w. was het opperbevel echt zo enthousiast over de verdediging aan de Grebbe?
2. Kwam het opperbevel hierdoor niet in een spagaat waar men niet meer uitgekomen is, o.a. leidende tot een minder sterk verdedigd Grebbe-access met weinig direct inzetbare fall-back scenario's?
De literatuur die ik hierover heb geraadpleegd spreekt hier niet over, dus alle reacties zijn uiteraard welkom! » Deze reactie is geplaatst op 9 juni 2007 20:40 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 1.340
|
Interessante vragen Frank. Zal het helder proberen te beantwoorden.
De geringe diepte van de linie bij de Grebbeberg was verbonden met de omstandigheid van het landschap. Doordat de gehele Grebbelinie tegen de Utrechtse heuvelrug aanhing, en dus van de glooiingen en bebossing gebruik maakte, en in mei 1940 van de oude vestingsvoorzieningen, was er niet veel keuze. Daar komt bij dat de Grebbeberg zelf natuurlijk een fantastisch verdedigingspunt was. Doordat echter de Grift er pal voor liep was bij de Berg zelf een enge stelling ontstaan - iets dat even noordelijker bij Kruiponder niet het geval was. Het was zo gezegd een geografisch gegeven. Extra diepte had men het kunnen geven door een aanvullende tankgracht, maar daar is niet voor gekozen. Met het gereedkomen van het gemaal zou de voorzijde - de Nude - immers onder water worden gezet.
De eenheden voor de tegenaanval kwamen van elders, dat is een feit. Echter, vergeet niet dat de tactische reserves van het 2e LK op 10 en 11 mei naar het westelijke front waren gehaald. De strategische reserve voor de Grebbelinie, moest uit het zuiden komen, en zou daar pas vandaan komen nadat Brabant en de oostelijke Betuwe onruimd zouden zijn. Deze eenheden waren daarom in oorsprong niet bedoeld om direct te worden ingezet. Ik deel trouwens je mening dat er niet veel draaiboeken klaar lagen voor een grote tegenaanval. Anderzijds is dat in veel opzichten ook nauwelijks voor te bereiden. Het is meer de chaos, de kleine staven en het gebrek aan communicatiemiddelen dat debet aan de chaotische taferelen was.
Winkelman besloot pas in de eerste week van maart dat de Grebbelinie de hoofdverdediging zou vormen. De eerste maand gebruikte hij om een verkenning in het land te houden - een beetje zoals ons nieuwe kabinet [oneerbiedige vergelijking, maar kon het niet laten] - en zich te vergewissen van de staat en status van leger en stellingen.
Winkelman koos terecht voor de Grebbelinie. Aantal redenen golden. Allereerst was de linie beter voorbereid dan de Vesting Holland Oost. Het betekende dat er minder hoefde te gebeuren. Ten tweede bood de Grebbelinie bij uitstek prima dekking voor artillerie en legereenheden. De bebossing was uitgestrekt en dicht, en de inundaties konden vrij eenvoudig worden gezet. Het gaf bovendien in de beboste Grebbelinie veel meer mogelijkheid op de binnenlinies te manoeuvreren, wat een tacticus [of strateeg] met een klein leger maar al te graag doet. Ten derde zou de Vesting Holland oost grote steden als Utrecht en Amsterdam direct binnen bereik van verrijkende artillerie brengen. Het lot van de fortengordels in België in 1914 was ook Nederland niet ontgaan. Bovendien was de grondwaterstand in Vesting Holland zo hoog dat veldversterkingen bovengronds moesten worden aangebracht. Dat betekende een hoog profiel en veel kwetsbaarheid, ook vooral voor de artillerie. Tenslotte speelde beslist ook nog een rol dat als de Grebbelinie direct als voorverdediging zou gelden, de hoofdverdediging direct op de laatste linie terecht zou komen. Immers, hierna lag Vesting Holland open. Aangezien men de Duitse hoofdaanval in het centrum verwachtte was het dus niet verstandig de hoofdverdediging te kiezen op de laatste linie.
Op je punten 1 en 2:
1- Nee, alleen historische sentimenten deden naar de Hollandse Waterlinie verlangen. Militair tactisch en strategisch was de Grebbelinie verre boven de Waterlinie te prefereren. Ik heb dat hierboven proberen te duiden.
2- De spagaat voelde alleen Reynders. Maar ook Reynders koos de facto voor een stevige verdediging aan de Grebbelinie. Hij sprak zich echter uit voor een noodscenario waarbij het Veldleger op het oostfront vesting holland zou terugtrekken. Hoewel puur semantisch van aard, zei Winkelman dit niet - maar deed hij dit uiteraard wel. Aan het eind van het verhaal kwamen de beide strategieën van Reynders en Winkelman zo goed als op het zelfde neer [voor het centrale verdedigingsplan]. De oorzaak dat het Grebbe acces slecht verdedigd was - althans relatief gezien - kwam doordat het gemaal nog niet klaar was. Was dit wel klaar geweest en de inundatie op de zuidelijke 3 km gezet, dan was het een zeer sterk vak geweest.
Ik heb getracht je zo volledig mogelijk te beantwoorden. Laat me maar weten of dat voldoende gelukt is. » Deze reactie is geplaatst op 9 juni 2007 21:16 |
|
|
|
Allert, je stelt dat de Grebbeberg een van nature goed te verdedigen punt was. Waarom hebben ze dan gekozen om het hoornwerk op te nemen in de frontlinie? Het hoornwerk ligt immers voor de berg . Is dit om meer diepte in de linie te brengen of zijn hiervoor andere redenen? » Deze reactie is geplaatst op 9 juni 2007 22:11 |
|
|
|
Ter aanvulling
Bij mijn weten was er al wel een begin gemaakt met het graven van een tankgracht net voor de prikkeldraad versperring van de voorposten in de Nude, aansluitend aan de inundatie van het Nieuwe Kanaal naar de Haarweg en gepland tot aan de Rijn. Resten daarvan zijn nog te zien.
Het beton plan is niet genoemd wat inhield dat veel veld versterkingen vervangen zouden worden door kazematten die zowel schuilplaats voor artillerie vuur als verdedigend konden zijn (andere types dan de S en G en B kazematten). Winkelman heeft niet de tijd gehad om dit te laten bouwen.
En zoals al eerder opgemerkt in andere discussies: het gebied was veelal prive bezit en uitkopen duur en de regering zuinig. Dit gold voor de niet te rooien boomgaarden en stellingen bouwen op de meest gunstige plekken.
Wat ik niet begrijp en daar hebben we het ook al eerder over gehad is dat er geen uitkijkposten gepland waren. Bv vijandelijke artillerie opstellingen hebben een bepaalde afstand nodig zorg dat je die verborgen kunt waarnemen en daarmee storend eigen artillerie vuur kunt aanvragen. Troepenverplaatsingen idem dito.
Het zwakste punt van de grebbeberg lijkt mij niet zozeer de diepte van de stelling maar de verbindingen die meestal niet beschermd diep in de grond lagen en dat lang niet iedere stelling een telefoon verbinding had. Kortom blind.
Ook vind ik het een gemiste kans om oefen aanvallen uit te voeren op de Grebbeberg om achter de zwakke plekken te komen en de verbanden te oefenen. » Deze reactie is geplaatst op 10 juni 2007 10:05 |
|
|
|
Leuke vraag over het Hoornwerk, ik heb daar nog een tweetal aanvullende vragen over.
Het Hoornwerk ligt door de weg in tweeen gespleten voor de Grift en als zodanig geisoleerd van de front linie.
Ik heb nooit begrepen waarom er geen betere voorzieningen waren om de twee delen met elkaar te verbinden want een weg oversteken terwijl je onder vuur ligt is geen echte optie (tunnel onder de weg evt?). En er was geen mogelijkheid om manschappen, munitie, voedsel, gewonden etc gedekt te vervoeren naar en van achteren (bootjes noodbruggetjes?). Weet iemand hier meer van? » Deze reactie is geplaatst op 10 juni 2007 10:19 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
Epi, eerst even. Het Hoornwerk was in drieën gesplitst door de weg en de dijk. Maar dat terzijde. Men is gewoon veel te lang uitgegaan van de verdedigingsplan op basis van een inundatie, die dus gesteld zou worden als men het gemaal op tijd af had gekregen. Overigens had een betere verbinding betekent dat men in de dijk en de weg een zeer dure duiker had moeten bouwen. Beide zaken hadden wederom inmenging van plaatselijke autoriteiten en de Waterstaat betekent. Als we naar het gemaal kijken dan zien we dat dit alleen al een jaar vertraagd werd door de stroperige ambtenarij. In elk geval heb je gelijk dat het Hoornwerk een dramatische positie was. Het heeft mij uberhaupt verwonderd dat in die zandbak nooit bijvoorbeeld pyramides zijn gebouwd als schuilplaats of andere betonnen onderkomens. Laten we wel wezen. De Duitse optredens tegen de fortengordels rond Luik en Antwerpen in 1914 - waarbij zeer zware artillerie werd ingezet - noopte Nederland forten en versterkingen flink aan te passen. Het was een van de pijlers onder de keuze voor de Grebbelinie als hoofdverdediging, maar kennelijk verwachtte men ook dat onze soldaten op het Hoornwerk de zware granaten maar zouden terugkoppen, want een behoorlijke bescherming tegen artillerie had men niet.
Het Betonplan heb ik niet genoemd in de reactie op Frank zijn vraag omdat dit niet relevant is. Althans niet voor zijn vraag. Het Betonplan gold voor alle Nederlandse veldlinies, en niet specifiek de Grebbelinie, en zeker niet specifiek voor de locatie Grebbeberg. Ook de kwestie met private grond is geen argument, want ook dit gold op alle locaties. Het verdedigingsplan bij de Grebbeberg ging simpelweg uit van een gestelde inundatie. De voorposten vingen tijdelijk het gebrek aan inundatie op. Het is echter wel van belang dat de linie bijzonder smal was bij de Grebbeberg. Dit betekende niet alleen dat je minder goed artilleristisch kon ingrijpen bij tegenmaatregelen, maar ook dat je zelf weinig manoeuvre en opstelruimte had. Juist de Duitse doctrine van geconcentreerde aanvallen paste prima bij een ijle en smalle linie. Voor de tegenstander zich kan hergroeperen ben je erdoor. Viel ze nog lelijk tegen achteraf. Daarbij Epi, waren verbindingsproblemen overal aan de orde in ons leger. UKG's hadden alleen enkele artilleriebatterijen en verder moest iedereen het met de bekende schaarse veldtelefoon doen. Juist een smalle linie heeft dan minder problemen dan een bredere linie waar de afstanden groter zijn. Het klinkt dus wat paradoxaal als ik zeg dat het verbindingsprobleem bij het smalle punt op de Grebbeberg in vergelijking tot elders een minder probleem zou moeten zijn geweest. Daarmee overigens niet voorbij gaande aan het feit dat het gebrek aan goede verbindingen absoluut een groot nadeel was, zeker gecombineerd met het gebrek aan veldoefening. » Deze reactie is geplaatst op 10 juni 2007 12:00 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
Thomas, het Hoornwerk ligt boven het landschap. Met in gedachte de te stellen inundatie in de Nude - die zou komen als het gemaal klaar was - was het Hoornwerk een uitgelezen verdedigingspunt. Maar ook zonder inundaties was die keuze snel gemaakt. Aan de westzijde van de Grift immers stonden vele huizen en panden. Schootsveld was beroerd. Daarom kon men niet anders dan de frontlijn bij de Berg smal maken en het Hoornwerk prominent op te nemen. Bovendien kon men vanaf het Hoornwerk zowel de Grebbeweg richting Wageningen als de dijk langs de Rijn bestrijken. Had men op maaiveldniveau west van de Grift iets geconstrueerd dan had men dit schootsveld niet gehad. Tenslotte was het bouwen van de frontlijn op de oostzijde van de Berg niet handig. Vuurpunten die diagonaal [met declinatie] schieten hebben immers geen dieptewerking. De kogels slaan in de grond. Bij een horizontaal schootsveld kunnen bepaalde zones afgesloten worden met enkele vuurpunten. De kogels hebben immers zeker 1,000 tot 1,500 meter diep werkend effect. Het was dus eigenlijk geen keuze voor het Hoornwerk maar een vaststaand feit.
Overigens is niet zozeer het feit dat het Hoornwerk voor de berg ligt bijzonder, maar wel dat het Hoornwerk als frontlijn verdedigingspunt voor [oost] van de Grift lag. De frontlijn langs de gehele Grebbelinie wilde immers juist profiteren van het verdedigen van een vervelende hindernis. Daar waar geen Grift was bouwde men daarom een tankgracht. » Deze reactie is geplaatst op 10 juni 2007 14:41 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
Het is inderdaad nuttig om je, als je de verdediging van de Grebbeberg analyseert, te realiseren dat, in tegenstelling tot de huidige periode, de omgeving rond de opgang naar de Grebbeberg behoorlijk bebouwd was. Naast Hotel de Grebbe waren daar verscheidene villa's en huizen. Daarvan resteert tegenwoordig nog slechts een, grof gezegd achter de S 15 ( hoger de Grebbeberg op ). Natuurlijk had dit alles destijds consequenties voor de verdedigingsplannen. Binnen de Nederlandse verhoudingen was opruiming van dit " gehucht " op een vroegtijdig tijdstip natuurlijk volkomen uitgesloten.
Uiteindelijk was het omkappen van hinderlijke fruitbomen al teveel gevraagd.
Op de website staat een groot aantal relevente foto's afgedrukt, zie daarvoor bibliotheek / foto's omgeving Grebbesluis. » Deze reactie is geplaatst op 10 juni 2007 16:50 |
|
|
|
Het niet verwijderen van huizen, bomen, rogge, etc loopt blijkbaar als een rode draad door de stellingbouw tijdens de mobilisatieperiode. Ik lees regelmatig stukken van verontwaardigde militairen. Militairen die op posities vochten waar dergelijke hindernissen het schootveld beperkten moeten zich wel zeer gefustreerd hebben gevoeld. Zij liepen immers het risico om de prijs voor dergelijke compromissen te betalen (hun leven). Telkens realiseer ik me dat deze militairen mensen zoals ik waren. Echtgenoten, vaders van kinderen. Zijn er situaties bekend dat soldaten het recht in eigen hand namen en de hindernissen toch nog hebben opgeruimd? Een andere vraag die me te binnen schiet is: waarom hebben ze dat roggeveld niet platgebrand op 10 mei? » Deze reactie is geplaatst op 10 juni 2007 20:03 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
Tja Thomas, rationeel gesproken heb je volkomen gelijk, maar we waren een natie die serieus dacht de dans weer te ontspringen. Slechts weinigen waren overtuigd dat de oorlogsbeker dit keer leeggedronken moest worden en niet aan ons voorbij kon gaan. We praten over honderden kilometers stellinggebied. Het is niet zo vreemd dat dit niet volkomen vrij van obstakels werd gemaakt. De Grebbeberg was vooroorlogs al een recreatieplek in de top 5 van Nederland. Een schitterend natuurgebied, met een alom bekend dierenpark. Hotels stonden aan de voet van de berg, en klein dorp gewoon. Ik vind het persoonlijk niet ongewoon dat men dat heeft laten staan. Zeker niet in een land dat pas een maand voor de inval de staat van beleg afkondigt. We hadden een ontzettend naief kabinet, en vele daarvoor ook al. En zij waren afspiegeling van een volk dat buiten de randstad om nauwelijks over eigen gemeentegrenzen keek. Het is makkelijk vandaag de toekomst van gisteren te voorspellen. Maar zo werkt het niet. Schootsveldruimingen in de vorm van boomgaarden en dergelijken had beslist wel moeten gebeuren.
Overigens zijn op 10 mei op andere plekken wel degelijk schootsvelden geruimd, en zelfs gebouwen vernield of in brand gestoken. Bij de Grebbeberg rooide men nog wat bomen, die overigens niet werden weggehaald en zodoende de vijand eerder hielpen dan dwars zaten. Het ruimen van de gebouwen voor de Grebbeberg had trouwens al in 1939 of begin 1940 moeten gebeuren wilde het nog zin hebben. Na het opruimen had men nog een geheel andere verdediging moeten bouwen. Bovendien, men rekende zich rijk door te denken dat het gemaal klaar zou zijn voordat het tot een oorlog zou komen. Tja, .... er zijn heel wat "als dan's" te bedenken, maar we moeten ook echt respecteren dat onze wijsheid van vandaag op 9 mei 1940 echt heel anders aanvoelde .... » Deze reactie is geplaatst op 11 juni 2007 00:08 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
De enige die zoiets vermeldt in zijn rapport ( tav dat afbranden ) is kapitein Greter van 4 RA. Hij maakte deel uit van de militaire rechtbank, die belast werd met de zaak - Chris Meyer en wilde achteraf ( nadat men tot het doodvonnis had besloten ) toch aantonen dat hijzelf tegen de situatie aan het front zou zijn opgewassen. Generaal Harberts zond hem daarna naar de Grebbeberg, waar hij gedurende de avond van de 12e mei allerlei dingen meemaakte. Een vrijwillig advies dat hij daarbij op enig moment gaf ( en dat je in zijn zeer zeker lezenswaardige verslag, ook op onze website aanwezig, terugvindt ) is om de Grebbeberg af te branden met brandbommen.
Maar dat is dan ook de enige bruikbare verwijzing in deze richting die ik ooit ben tegengekomen. Kortom: wij weten niet of daar misschien ooit serieus over is gepraat. En zo ja, waarom dat dan niet door is gegaan.
Je kunt je nog veel meer afvragen, b.v waarom men op die 10e mei de verdediging van de opgang naar de Grebbeberg niet de een of andere "update " heeft gegeven om daar tenminste nog iets te hebben.
Al was het maar een plaatselijk initiatief.
Dat kolonel van Loon dacht ( hij sprak dat tenminste voor de Enquete Commissie uit ) dat Landzaat wel wat extra zware mitrailleurs zou hebben geregeld weten we immers al. » Deze reactie is geplaatst op 11 juni 2007 00:16 |
|
|
|
Allert, anderen, dank voor alle inhoudelijk interessante en aan de discussie toevoegende reacties. Het is en blijft interessant om van elkaars gedachten kennis te nemen.
Ik wil nog terugkomen op Allerts commentaar op mijn stelling van de spagaat. Ik begrijp en zou ook zelf voor een Grebbelinie geopteerd hebben maar de eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat bij de oplopende spanning van die maanden noodscenario's en extra troepen rondom de accessen voor de hand liggend zouden zijn geweest. Ik vind dit ook na lezing van alle reacties en de strategische overwegingen van Winkelman en de zijnen, die absoluut als realistisch zijn aan te merken, matig. Ook Winkelman had op zijn verkenning moeten constateren dat de noodzakelijke inundatie (of verwijderen panden, boomgaarden) niet tijdig gesteld zouden worden. Al in Januari waren de Duitse Luftwaffe officieren met het complete Fall Gelb plan in België gearresteerd, in April vonden de landingen in Noorwegen plaats waardoor wel duidelijk was dat een aanval op het Westen 'imminent' was. Men had zich moeten realiseren dat de verdediging voor onoplosbare problemen gesteld zou worden. Kortom, extra troepen op deze punten had voor de hand gelegen en was het niet Winkelman geweest dan had bijvoorbeeld Harberts dit moeten vaststellen als sectorverantwoordelijke. Ik sluit me overigens bij Epi aan dat betere verbindingen en proefaanvallen het succes van verdediging belangrijk hadden kunnen vergroten.
Mijns inziens is de geringere paraatheid van de eenheden bij de bruggen aan de zuidkant van Vesting Holland (bijv. Moerdijk en Zwijndrecht) het opperbevel minder aan te rekenen dan deze zaak hoewel het eerste uiteindelijk het doorslaggevende effect op het slagen van de aanval heeft gehad. Het voert uiteraard te ver en is speculatief maar het doorbreken van de Grebbelinie had in het geval dat Winkelman door het bombardement van Rotterdam niet tot overgave had besloten nog geen fatale gevolgen gehad. Hoewel in minder verdedigbare staat had de waterlinie altijd nog tot aanvullende vertragingen aan Duitse zijde geleid omdat de noordzijde van de Maasoever redelijk schoongeveegd was.
Graag ieders reacties, » Deze reactie is geplaatst op 11 juni 2007 09:26 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
Wat betreft al die extra noodzakelijke troepen: je moet wel in gedachten houden dat Winkelman er, tot de werkelijkheid op de 10e mei anders leerde. in principe vanuit gaan dat bij een Duitse inval het 1e Legerkorps ( gelegerd in de Vesting Holland ) beschikbaar zou komen als b.v ( extra ) bezetting van het Oostfront van de Vesting Holland en/of als reserve voor het Veldleger. Er was dus nog wel iets mogelijk. De landingen bij Den Haag en rond Dordrecht en Rotterdam in de ochtend van de 10e mei maakten aan die verwachting bruusk een einde.
En inderdaad, zonder de overgave ( die overigens maar INdirect het gevolg was van het bombardement van Rotterdam ) had de Waterlinie ( Oostfront Vesting Holland ) de Duitsers misschien nog even op kunnen houden. Even dus, maar zeker niet lang. Zeker als je weet dat de inundaties pas in de loop van de 12e mei waren gesteld en nog vrijwel nergens de gewenste hoogte hadden bereikt met als gevolg nog steeds min of meer droog staande accessen.
En het is ook uiterst onwaarschijnlijk dat de mentaal en moreel gebroken troepen op de zuidflank, die eerder waren teruggetrokken uit de omgeving Grebbeberg , zich voldoende "herpakt " zouden hebben om nu wel stand te kunnen houden. Al helemaal niet omdat ze ditmaal niet eens over geprepareerde stellingen beschikten. Wetende dat het Duitse aanvalsplan hier ( d.w.z in de zuidelijke sector, het Lek - acces en in de richting Utrecht / Standarte DF en 207 ID ) ) voorzag in een start op 15 mei denk ik dat de zaak hier niet later dan op de 16e en hoogstens de 17e zou zijn beslecht.
Geen fatale gevolgen? Het komt er wel heel dicht bij, lijkt me. » Deze reactie is geplaatst op 11 juni 2007 13:27 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 230
|
Met Hajo denk ik dat je je van de Waterlinie niet een al te grote voorstelling moet maken. Het eerste aanvalsdoel Utrecht was weliswaar aan de oostelijke zijde omgeven met kazmeatten van diverse typen, maar de duitse aanvalskracht was juist gericht op zwakkere plekken in de verdediging en die massaal doorbreken en dan uitzwermen over de flanken, dus zou Utrecht snel omsingeld worden en van achteren en vanuit de flanken worden veroverd.
Het is maar zeer de vraag of een fatsoenlijke verdediging van de waterlinie nog kon worden gerealiseerd.
Overigens zou Utrecht dan binnen zeer korte tijd een belegerde en verdedigde stad zijn, waardoor zij mogelijk het lot van Rotterdam al snel zou kunnen hebben moeten delen.
Voorts was het leger ernstig gedemoraliseerd, deels door de ontwikkelingen op het slagveld en de strijd die op veel terreinen werd verloren en natuurlijk het na de oorlog veel aangehaalde uitwijken van de Koninklijke familie.
Hoewel doorvechten natuurlijk voor de troepen het meest logisch zou zijn geweest, is de overweging om te capituleren op dat moment met de genoemde vooruitzichten zeer wel te billijken.
Overigens heb ik mij altijd een beetje verbaasd over de opzet van een stellingenfront in een bosrijke omgeving. » Deze reactie is geplaatst op 11 juni 2007 14:41 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
Frank, het probleem was in feite niet de hoeveelheid beschikbare troepen. Er zijn eenheden bij Rhenen geweest die nauwelijks strijd zagen. Het probleem was de opnamecapaciteit van de stelling zelf, de front- en stoplijn. Dat is de fout die wat mij betreft ook opzichtig wordt gemaakt als in Mei 1940 [2e druk] een kwantitatieve analyse wordt gemaakt van de sterkte aan beide zijde. Daarin merkt men fijntjes op dat Nederland een overmacht had.
Op 13 mei waren er maar liefst zo'n 10,000 man aan troepen aan Nederlandse zijde rond Rhenen, terwijl de Duitsers met slechts vier bataljons in voorste lijn opereerden. Dat zou betekenen 10,000 man tegen circa 4,000 man. Het was echter zo dat de stoplijn nauwelijks meer dan 1 man per meter kon opnemen. Gemakshalve - en bij volle bezetting - kan men dus stellen dat die 4,000 Duitsers tegenover circa 1,500 - 2,000 Nederlanders stonden bij hun aanval op de stoplijn tussen Achterberg en de Rijn. Daar komt bij dat aanvullen van troepen op het moment dat deze aangevallen worden schier onmogelijk was. In tegenstelling tot de Franse doctrine van een loopgravenstelling, hadden de Nederlanders achter de beide hoofdweerstandlinies geen secundair stelsel van loopgraven voor aanvullingstroepen. Zodoende konden aanvullende troepen nooit veilig een aangevallen sectie van een loopgraaf bereiken. Het had dus niets uitgemaakt als we nog meer man aan troepen hadden gehad. Overigens kon het gebied zoveel troepen nauwelijks aan. Ook voor de artillerie was maar ternauwernood voldoende veilige opstelling te vinden. In het lastige gebied bij de Grebbeberg stond immers nu een strijdmacht die gelijk aan een volledige Nederlandse divisie was, over een frontbreedte van twee tot drie kilometer en nog slechts verdeeld over een linie en het achterland daarvan. Kortom, kwantitatief ontbrak het niet aan mensen. Het ontbrak voor kwalitatief aan middelen, in het bijzonder een geschikte stelling.
Met andere woorden, het was geen kwestie van onvoldoende troepen. Nuance kan zijn dat op 11 en 12 mei wel onvoldoende reserves aanwezig waren. Inmiddels is bekend waarom; zij waren naar VH gestuurd. Met de aankomst van Brigade B [en anderen] op 12 en 13 mei was dat probleem opgelost.
De gehele linie was natuurlijk in een paar maanden uit de grond gestampt. Het is wel een feit dat de versterkingen en loopgraven bij de Grebbeberg op 10 mei nog niet gereed waren. Dat is iets wat de commandant Veldleger en staf te verwijten is. Zij waren verantwoordelijk voor de stellingenbouw. Het is bijzonder - in een ander licht heb ik dit al eens opgemerkt - dat de Grebbeberg gezien werd als vrijwel zeker het zwaartepunt van een Duitse aanval. Desondanks presteerde men het bij de andere accessen wel zo goed als gereed te zijn met de stellingen en bij de Grebbeberg niet. Bijzonder storend en gevaarlijk was bijvoorbeeld het vrijwel geheel ontbreken van naderings- en verbindingsloopgraven in de stoplijn.
Deze kwesties overigens zijn van dusdanig tactisch niveau dat zij sec genomen niet voor rekening van de opperbevelhebber komen. Het dient een samenspel te zijn tussen Divisie-, Korps- en Veldlegercommandant. Daar komt bij dat Van Loon en Harberts zich intensief met de stellingbouw hebben bemoeid. » Deze reactie is geplaatst op 11 juni 2007 14:52 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
De gevolgen van het ontbreken van verbindings - en naderingsloopgraven in het geval van de stoplijn worden b.v schrijnend duidelijk als je kijkt naar de opmars van I - 24 RI richting stoplijn in de avond van de 12e mei. Nu werd deze eenheid op een uiterst omslachtige manier in een onbekend bosgebied over een breedte van 500 meter naar voren gestuurd, waarbij maar werd aangenomen dat de diverse onderdelen onderweg op zicht en via ordonnansen gelijke tred zouden kunnen houden en op gelijke hoogte zouden kunnen blijven. Bij de invallende duisternis liep dit natuurlijk uit op een ( te verwachten ) drama. Het bataljon versnipperde en heeft zich nooit meer kunnen herstellen. Op 13 mei bevonden de militairen van I - 24 RI zich vrijwel overal op en rond de Grebbeberg. » Deze reactie is geplaatst op 11 juni 2007 15:44 |
|
|
|
De eerste wereldoorlog (het westfront)is toch een grote studiecase geweest. Zelfs een leek als ik ben me bewust van verbindingsloopgraven en het nut ervan. Ook heb ik uit literatuur geleerd dat het maken van loopgraven relatief eenvoudig te doen is. Desinteresse van de regering is niet de enige oorzaak van het niet in orde zijn van NL linies. Hoe kan het kwaliteits/kennisniveau in het kader van de toenmalige krijgsmacht worden beoordeeld? » Deze reactie is geplaatst op 11 juni 2007 18:03 |
|
|
|
Hoeveel opper officieren hebben de Hogere Krijgsschool doorlopen die gedetacheerd waren bij de GS?
En wat was het niveau van zo'n opleiding?
Ik heb altijd begrepen dat er maar 1 landmacht officier ( lt-kol Dikshoorn)en 1 Marine officier ( Adm Furstner) een militaire opleiding gevolgd hebben in het buitenland ( Frankrijk). De neutraliteit van Nederland heeft toch voor ernstige belemmering gezorgt wat betreft uitwisselingen wat Strategie betreft met het buitenland. Het niveau van de officiers opleiding kan dus niet aangepast zijn aan de tijd lijkt mij zo. In hoeverre heeft dat een invloed gehad? Na de inval in Polen en vooral Noorwegen heeft Winkelman wel ingegrepen in bepaalde troepen bezettingen ivm parachutisten. Ik ben benieuwd hoeverre niewe technieken en strategieen zijn doorgedrongen bij degene die beslissingen daaromtrent moesten maken. Mijn indruk is dat dat maar heel weinig was. » Deze reactie is geplaatst op 12 juni 2007 00:09 |
|
|
|
Eric,
De nieuwe elementen van het krijgsbedrijf waren inderdaad maar ten delen bij de bevelvoerenden doorgedrongen die veelal vanuit de infanterie waren opgeklommen. Er waren ook uitzonderingen zoals de commandant luchtverdediging, Best, die ruim voor de oorlog al voorzag dat de inzet van parachutisten en het verdedigen van vliegvelden ver achter het te verwachten frontgebied noodzakelijk waren. Het feit dat men voor een stellingenoorlog heeft gekozen was eigenlijk meer keuze dan noodzaak omdat Nederland niet de capaciteit aan materieel had om een bewegingsoorlog te kunnen voeren.
Terugkomend op Allerts en Hajo's commentaar op mijn kritiek op de opzet van de Grebbeverdediging moet ik inderdaad wel erkennen dat het terrein zich niet voor grootscheepse (tegen)acties leent, een sterkere stellingbouw in het gebied had zeker meer voordelen geboden en had wellicht de balans kunnen keren, althans voor zekere tijd want een aanvaller met luchtsteun kan uiteindelijk elke stelling breken mits hij bereid is verliezen te incasseren en dat gold in 1940 zeker voor het Duitse leger. Voorbeelden van sterke stellingen die het uiteindelijk begeven zijn in de Tweede Wereldoorlog volop te vinden, een goed voorbeeld zijn de gevechten in Italië rondom Monte Cassino en de diverse verdedigingslinies die de Duitsers daar hadden ingericht. Duidelijk is wel dat de aanval door Italië uiteindelijk niet als bevredigend is getaxeerd door het geallieerde opperbevel want begin 1945 was men nog niet eens tot de Alpen gevorderd. Toegegeven, Italië en haar bergruggen zijn vergelijkbaar met de Utrechtse heuvelrug. » Deze reactie is geplaatst op 12 juni 2007 08:43 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
WOI is uitgebreid bestudeerd, zelfs al tijdens de strijd. Er zijn Nederlandse militaire waarnemers geweest die bijvoorbeeld al in [ik meen] 1915 de forten rond Luik bekeken hebben. Daarop werden allerhande maatregelen genomen om onze eigen forten te versterken. Ook werden betonnen schuilplaatsen gebouwd. Na WOI is een zeer uitgebreide studie naar de stellingenoorlog en wapen- en tactiekontwikkeling gedaan. Dit resulteerde onder andere in de VIS voorschriften voor stellingen en versterkingen.
Tactisch hadden Nederlandse officieren zich aardig verdiept in de Duitse modus operandi. Dat blijkt ook wel als men anno mei 1940 de Duitse tactiek uit WOI vrij strak voor ogen heeft. Het was bekend dat de Duitsers de linies met stoottroepen testen op zwakte, en dan op het zwakke punt met massale en langdurige inzet van artillerie zouden aanvallen. Juist daar verslikte Harberts zich in, omdat hij abusievelijk uit de (relatief) geringe Duitse artilleristische inzet op 11 en 12 mei dacht op te kunnen maken dat de Duitse hoofdmacht nooit tegenover hem zou kunnen liggen. Nederland was echter niet bekend dat de Duitsers een schrijnend tekort aan artillerie hadden in mei 1940.
Er waren beduidend meer officieren opgeleid aan de Ecole de Guerre Superieur in Frankrijk dan de twee genoemden. Vrijwel alle opperofficieren en hogere (beroeps)hoofdofficieren hadden wel een opleiding of cursus in Frankrijk gevolgd of een rechtstreeks afgeleide daarvan in Nederland. Het bezwaar was echter dat men louter in de Franse doctrine werd geschoold, en die bleek nu juist failliet in 1939. Daarnaast was het grote manco van de Nederlandse en Belgische legers dat ze steunden op reservekader. De beroepsofficieren waren vrijwel allemaal ingedeeld in staven en hogere commando's. De scholing van de reserveofficieren van de niet-technische dienstvakken was uiterst armoedig.
Overigens werd over strategie veel gepubliceerd. Naast de bekende Clausewitz, waren modernere strategisch denkers als bv Douhet, Trenchard, Mitchell, Fuller, Lidell Hart en de Gaulle actieve publicisten, en demonstreerde men zelfs regelmatig. De Russen en Italianen deden dit trouwens ook, en daarnaast was de oorlog in Spanje eveneens een eyeopener, en bevestiging dat de theorieën van bijvoorbeeld Douhet en Mitchell niet zomaar uit de lucht waren komen vallen. Diverse Nederlandse opperofficieren waren in deze materie geinteresseerd. Zo was Harberts prive gefascineerd door strategie en gaf Reynders ook blijk er bijzonder veel kijk op te hebben. De genoemde Best was een voorbeeld van een modern militair denker. Desondanks is het moment nooit aangebroken dat de Nederlandse defensiegedachte zich globaler oriënteerde. Het bleef gefocust op de Franse denkwijze. Anderzijds was de Nederlandse denkwijze voor wat betreft de Duitse wijze van opereren in Nederland niet zover afgelegen van de werkelijkheid. Met uitzondering van de operaties in het westen - die iedereen ook buiten Nederland de ogen deden openen - was de grondoorlog in Nederland helemaal niet zo revolutionair. De 'Blitzkrieg' elementen zag men in Nederland dan ook nauwelijks. Hoogstens kan men daarvan elementen ontwaren in Brabant, maar onvergelijkbaar met de Duitse operaties rondom de Maas in België. In Nederland werd een min of meer traditionele oorlogsvoering met moderne middelen gepleegd. Uitzondering wederom - en uiteraard - voor de luchtlandingen. » Deze reactie is geplaatst op 12 juni 2007 13:36 |
|
|
|
Interessant verhaal Allert. Jammer dat ze de blijkbaar aanwezige kennis niet in de stellingbouw op de grebbeberg hebben toegepast. Ik begrijp dat de Grebbeberg een relatief zwak verdedigd acces was. Waren de accessen bij scherpenzeel en amersfoort relatief beter verdedigd. Met name de situatie bij Amersfoort kende gebrek aan innudaties. Hoe kan de sterkte van dat vak worden ingeschat?? » Deze reactie is geplaatst op 12 juni 2007 18:21 |
|
|
|
Met name de stoplijn vraagt om veel troepen beweging naast de normale verdedigende bezetting die om de zoveel tijd vervangen moet worden.
Ten eerste de vluchtende troepen opvang uit de front linie en ten tweede de reserve troepen die de tegenaanval moeten inzetten vanuit de stopllijn. Groenman haalt dat aan ivm 1-24 RI waar met de omgeving onbekende soldaten door een bosrijk gebied onder vuur van achteren in de stelling moeten komen.
De aanvallende strategie waar JJG van Voorst tot Voorst vlgs eigen zeggen een voorstander van was had hier ontplooid kunnen worden maar dan wel vanuit een goed ontwikkelde stoplijn
Is het bekend waarom dit stelsel niet klaar was of aan wie dat heeft gelegen? » Deze reactie is geplaatst op 19 juni 2007 15:52 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
Niet klaar was? Epi, er zijn nooit plannen geweest de loopgraven zo in te richten als de Franse WOI doctrine. Betonnering was de volgende fase geweest, maar de uitgraving van de stellingen zoals dit wel bij de Peel-Raam was geschied, stond niet op het program bij mijn beste weten. De opnamecapaciteit van front- en stoplijn was een veelvoud te laag voor de functies die de hoofdweerstand wel droeg. Het was gewoon een kwestie van schromelijke onderschatting van de vereiste sterkte van de stelling door het stellingenbureau op de staf Veldleger. Het is voor mij - en bijvoorbeeld Hajo - nog steeds een raadsel waarom men kennelijk zo gegokt heeft op het tijdig op kunnen leveren van het gemaal. Andere verklaring heb ik er niet voor.
De aanvallende strategie van JJG v Voorst was een hersenschim. Surrealistisme ten top. Welke eenheid van het Veldleger - muv de Lichte Divisie - was geëquippeerd voor een offensieve inzet? » Deze reactie is geplaatst op 20 juni 2007 01:39 |
|
|
|
Geen plannen voor een uitgebreide stoplijn? Raar. Geld gebrek en zuinigheid zijn sterk bepalende factoren geweest. De stoplijn lag in het bos dus geen onteigeningskosten. Het gemaal inderdaad wellicht of misschien de ruglijn die dacht ik uniek was bij de Grebbeberg en nergens anders gebouwd is. Ik heb altijd gedacht dat de spoorlijn en het viaduct te mooie natuurlijke verdedigings objecten waren om zomaar te laten liggen maar het kan natuurlijk ook te maken hebben met de slechte uitbouw van de stoplijn.
De opmerking over JJG v Voorst tot Voorst mbt aanvallen (zeker tot in Duitsland) was ironisch bedoeld in de zin dat aanvallen vanuit de stoplijn bedoeld is om de frontlijn terug te veroveren en ik denk dat het nederlandse leger destijds dat nog wel voor elkaar had kunnen krijgen mits van te voren geoefend vanuit een goede stoplijn met aldaar gelegerde verse reserve troepen en goede artillerie ondersteuning. De tegenaanval vanuit Achterberg heb ik nooit goed begrepen. Ik bedoel optrekken over open veld met de vijand voor je , links van je op de berg (in de nederlandse stellingen) en op een geven ogenblik ook nog eens rechts van je zodra de inundatie gepasseerd is. De tegenaanval vanuit de stoplijn lijkt mij tactisch beter, maar ja alle voorwaarden waren niet aanwezig en de kleine tegen stootjes van uit de stoplijn (oa die van Jacometti) waren slecht gepland met de al vaker genoemde onderschatting van de vijandelijke sterkte » Deze reactie is geplaatst op 20 juni 2007 06:14 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
Epi, de bij Rhenen aanwezige ruglijn was niet de enige in de Grebbelinie. Ook in de sector - Emmikhuizerberg was een stukje ruglijn aangelegd nog achter de stoplijn.
Wat betreft de tegenaanval uit het noordwesten over open terrein: natuurlijk was dat verre van ideaal. Maar de andere optie ( die ter sprake is gekomen bij de eerste opzet van de tegenaanval ), waarbij de aanvallende bataljons over het viaduct hadden moeten worden geperst of het van hindernissen voorziene spoorwegtalud hadden moeten oversteken werd als onwerkbaar ter zijde geschoven. De tegenaanval uit noordwestelijke richting werd simpelweg gezien als minste van 2 kwaden. » Deze reactie is geplaatst op 20 juni 2007 14:16 |
|
|
|
De laatste commentaren van de heren Groenman en Goossens kan ik onderschrijven. Ik wil daar nog het volgende aan toevoegen.
De spoorlijn bij Rhenen had zeker hinderniswaarde. Anderzijds was een dergelijke lijn van uit de lucht uitstekend herkenbaar en zichtbaar en daardoor zeer kwetsbaar voor luchtaanvallen.
Van Voorst tot Voorst had beslist kwaliteiten, maar de mogelijkheden van het toen gemobiliseerde leger werden door hem overschat. In mijn eind 2007 te verschijnen boek (“Generaal Reynders- een miskend bevelhebber”) kan men daar – naast andere zaken – het volgende over lezen:
“Vooral de veldslagen van onder meer Hannibal en Napoleon waren door hem grondig bestudeerd. Dr.L. de Jong typeert hem als een romanticus met feodale inslag. Hij stelt dat de voorbeelden van grote aanvoerders en veldtochten uit het verleden er licht toe kunnen leiden, op de kaart manoeuvres te ontwerpen, die de beperkte capaciteiten van het veldleger ver te boven gingen.
Zo zag Van Voorst tot Voorst - in tegenstelling tot zijn voorganger, luitenant-generaal Jhr.W. Röell - weinig in de Waterlinie. Vooral omdat de Grebbelinie de mogelijkheid zou geven om van daar uit aan te vallen en de vijand te verdrijven. In dat verband suggereerde hij zelfs om vanuit de Betuwe een flankaanval op de Duitsers uit te voeren, als die voor de Grebbelinie lagen. Hij vond daarbij in Koningin Wilhelmina een strijdlustig medestandster. Hij was vroeger haar ordonnansofficier geweest en in 1933 benoemd tot haar adjudant in buitengewone dienst. Zij luisterde graag naar hem. De veel realistischer Reynders zou daar nog problemen mee krijgen. » Deze reactie is geplaatst op 20 juni 2007 15:23 |
|
|
|
Wat het de bedoeling bij de ruglijn werkelijk een sterke verdediging te voeren? » Deze reactie is geplaatst op 20 juni 2007 22:10 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
Vergeet niet dat na een eventuele Duitse doorbraak bij Rhenen de hele Grebbelinie in de lucht zou komen te hangen. Een ketting is immers zo sterk als de zwakste schakel.
Het Veldleger zou in elk geval de tijd moeten krijgen terug te gaan op het Oostfront van de Vesting Holland. De verdediging zou in elk geval sterk genoeg moeten zijn om daaraan bij te dragen, al was natuurlijk duidelijk dat de ruglijn het niet al te lang zou houden. Het doel werd bereikt, al was daar vooral het voorzichtige Duitse optreden debet aan. De Duitsers drongen immers pas rond 21.00 uur - 21.30 Rhenen binnen, terwijl de ruglijn in feite al vele uren niet meer bestond. » Deze reactie is geplaatst op 21 juni 2007 00:10 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
Hajo, laten we even nuanceren. Er was in feite helemaal geen sprake van een ruglijn in Rhenen, maar van een opvangloopgraaf die westelijk afboog bij de Bergweg. Er werd slechts provisorisch een linie van gemaakt, maar als zodanig was het niet voorbereid noch bedoeld. Het kon echter per ongeluk in het verlengde van een afgrendelingsstelling prima functioneren. De 'ruglijn' was ook volkomen ongeschikt als verdedigingslinie omdat het pal voor de huizen was gebouwd. Instorten van huizen zou de veiligheid van de bezetting van de loopgraaf direct bedreigen.
In feite was er in de gehele Grebbelinie slechts sprake van een hoofdweerstand - tussen stoplijn en frontlijn - en bij ontbreken van inundaties van weerstandbiedende voorposten. Het fenomeen van de ruglijn bestond niet echt. Wel werden evident reserve eenheden in het derde echelon geparkeerd die daar waar nodig konden worden ingezet. Het verdedigingsconcept leunde echter volledig op behoud van de hoofdweerstand. » Deze reactie is geplaatst op 21 juni 2007 01:31 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.294
|
Ik lees net ( Stafwerk Veldleger ) dat de loopgraaf in het spoorwegtalud aangelegd en bedoeld was als een z.g " schijnloopgraaf ". Dat zegt natuurlijk wel het een en ander
over de intenties tav deze " ruglijn ". Zover gingen die intenties in eerste aanleg dus inderdaad niet. » Deze reactie is geplaatst op 22 juni 2007 23:06 |
|
|
|
Duitsland wist dat de Hollandse troepen op de Grebbeberg gelegerd waren. Waarom dan niet 5/10 kilometer verderop Nederland binnen trekken? » Deze reactie is geplaatst op 13 augustus 2022 14:52 |
|
|
|
Goede vraag. Je moet eigenlijk andersom denken. De Grebbelinie was in feite de Valleistelling. Deze was gebouwd op de rand van de door de IJstijd gevormde ribbeling in het landschap zodat met name de zuidelijke Grebbelinie op een plateau was geconstrueerd en de vallei de naderingszone was. Die naderingszone liet Nederland vol water lopen zodat dit een inundatie werd. Wat ook wel als een waterlinie werd geduid. Er waren echter twee locaties waar de naderingszone relatief hoog was en onderwaterzetting dus niet werkte. De Emminkhuizerberg bij Renswoude (Amersfoort) en de Grebbeberg bij Rhenen. Dit noemde men 'accessen' ofwel toegangen. Een aanval moest wel hier worden gericht. Zodoende zorgde Nederland ervoor dat ze daar extra veel eenheden en artillerie hadden geconcentreerd. De Duitsers probeerden nog wel met een zwakke actie zuidelijke om de Grebbelinie heen te komen onder de Rijn. Dat was echter zonder overtuiging, omdat ze ook wel wisten dat om weer boven de Rijn te komen ze een noodbrug zouden moeten slaan midden in de ruimte van het Nederlandse veldleger. De actie werd overigens ook afgeslagen door de Nederlanders.
Kortom - beide partijen wisten eigenlijk wat er op het menu stond en hadden weinig andere keuze dan het op de beoogde slagvelden uit te vechten. » Deze reactie is geplaatst op 15 augustus 2022 12:27 |
|
|