(redactie)
Totaal berichten: 2.102
|
Dank voor uw antwoord.
Het zal voor iedereen (ondergetekende incluis) altijd wringend aanvoelen de overlevering van vader enigszins te moeten bijstellen. Mijn familie heeft in de Oost de oorlog intensief meegemaakt. Krijgsgevangenschap, interneringskampen en vervolgens politionele acties. Als jong kind, en nog relatief kort na de oorlog, werden mij veel verhalen verteld over die tijd. Toen ik in de materie geboeid raakte op jonge leeftijd, heb ik de tijd nadien bijzonder veel gestudeerd op de materie. Dan ontdek je dat de korrels zout hier of daar ook van toepassing zijn op de vertellingen die je eigen familieleden je meegaven.
Onware verhalen over de oorlog worden vaak verteld. Onbewust wordt men beinvloed door onwaar nieuws, maar ook bewust mutileert men ervaringen omdat dit vaak een genezend, een remediërend effect heeft op de eigen verwerking. Receptief is vrijwel een ieder voor verhalen die het eigen leed verzachten. Voor Nederlandse soldaten, burgersoldaten, was dat vaak de verwerking van de enorme kansloosheid, de (gevoelsmatige) overmacht die was ervaren, de brute ontdekking van de verschrikkingen van oorlog waarvoor vrijwel niemand klaar was. In dat Nederlandse leger, dat dankzij een volksmentaliteit van het gebroken geweertje, decennialang volkomen was verwaarloosd, en waar de militaire opleiding niets voorstelde anders dan insmeren van het geweer, marcheren en zo nu en dan verstoppertje spelen op de heide, landde na de onverwachts snelle capitulatie de verhalen van massaal verraad en belazerij als regen op een droge akker. Het ging erin als God's woord in een ouderling. Heel verklaarbaar.
Historici hebben de taak waarheid, halve waarheid en fictie te scheiden en zich te beperken tot de 'werkelijkheid' en aannemelijke hypotheses om het onbekende te overbruggen. Het is niet zo dat Stichting de Greb / Stichting Kennispunt Mei 1940 op haar FAQ pagina zomaar antwoorden geeft die opinies zijn. Naar de veel gehoorde verhalen over Vijfde Colonne verraad, munitiesabotage, zand in munitiekisten en collectieve vluchten uit intacte linies is uitgebreid onderzoek gedaan door historici. Uiteindelijk konden zij niets anders concluderen dan dat verhalen weliswaar een authentieke oorzaak hadden, maar geen waarheid kenden in de trant waarin ze verteld werden.
Het zand in de munitiekisten is een van de 'toppers' in de smoezenportfolio van de gedemobiliseerde militairen geweest. In de 600 krijgsverslagen die zien op de Grebbeberg, is er niet één die het fenomeen benoemt, niet één die het zelfs maar zijdelings suggereert. In mijn eigen archief met duizenden krijgsverslagen van de Grebbeberg, Betuwelinie, Zuidfront Vesting-Holland, Peel-Raamstelling en Maaslinie is er ook niet één verslag dat verhaalt van geconstateerd zand in munitiekisten. zaken als verraad of vlucht, onverklaarbare fenomenen als spookmunitie of Duitsers die ineens in de rug verschenen komen in de verslagen talloze malen voor. Vrijwel altijd overigens goed te duiden, en uitstekend in een traceerbare context te plaatsen.
24.RI was ook geen slachtoffer van te weinig munitie op de man. Zij hadden 120 kogels voor het geweer, ook uw vader als hij tot de tirailleurs behoorde. Een normaal munitierantsoen, gelijk aan het Duitse voor geweerschutters. Het gros van 24.RI dat op de Grebbeberg kwam, heeft nauwelijks een kogel verschoten. Men werd op een buitengewoon kwalijke wijze (letterlijk) het bos in gestuurd, raakte verband en orde kwijt en vele manschappen kwamen daardoor met elkaar en vermoedelijk enkele achter de linie opererende Duitsers in nachtelijke vuurgevechten. Een aanzienlijk deel van het bataljon kwam uiteindelijk bij het viaduct terecht. vaak nadat men het wapen had weggegooid, zo blijkt uit ooggetuigeverslagen. Schaarste aan munitie was er op de Grebbeberg niet. De enige bekende locatie waar men in munitienood kwam was in het Hoornwerk, omdat dit door het opblazen van de brug slecht bereikbaar was geworden. Natuurlijk zullen er individuele militairen zijn geweest die geweermunitie tekort kwamen, zoals in ieder leger. Maar op de Grebbeberg waren enkele kleinere en een zeer grote munitieopslagplaats. Goed voor minstens een week intensief vechten.
Zand in munitiekisten kwam men veel tegen toen na de capitulatie de troepen de stellingen moesten slechten. Het was gebruik, zeker bij de artillerie, om lege munitiekisten met zand of stenen te vullen, te sluiten en op te stapelen om daarmee scherfdekkingen te bouwen. Het verslag van 17 Bt LuA, dat bovenop de heuvel aan de oostzijde van Rhenen stond, beschrijft zelfs uitgebreid hoe men op die wijze een schijnopstelling maakte. Militairen die nadien stellingen kwamen slechten, troffen dichte munitiekisten met zand of stenen aan. Het verhaal was snel geboren dat dit de aangeleverde munitievoorraden waren. Binnen het demobiliserende leger dat massaal stellingen slechte, nog murw was van de snelle nederlaag en nog zocht naar verklaringen, was de fabel snel gevormd dat men met zand in plaats van munitie was afgescheept.
Wijzelf horen bij veteraneninterviews ook nog wel eens de zandverhalen. Maar nooit heeft iemand het zelf gezien, slechts gehoord. Tijdens de strijd had niemand de ervaring dat er zand in munitie- of granaatkisten zat. Maar belangrijker nog. Welk doel had het Nederlandse leger denken te dienen door haar voorname verdedigingslinies te voorzien van zand in plaats van kogels? Geen enkel doel toch? En verraad van die orde, dat is tot in den treure uitgezocht. Daar was geen sprake van.
Als u wat tijd over hebt en deze website goed bestudeert, heer Middelweerdt, zou u vermoedelijk constateren dat dit medium juist de eer en nagedachtenis van de Nederlandse militairen hoog houdt en bewaakt. Wij hebben zelfs al meerdere malen van officiële instanties zoals het NIMH te horen gekregen dat onze behartiging van de eer en nagedachtenis van de soldaten die vochten op de Grebbeberg eerder te ver doorschiet, dan ondermaats zou zijn. In die zin was ik dan ook enigszins verbaasd dat uw eerste oordeel zo uitgesproken was. Ik wil u graag uitnodigen meer op deze website te lezen over de strijd en de gebeurtenissen, en de overdaad aan informatie die wij u (en anderen) bieden tot u te nemen. Daarna hoor ik graag nog eens of u uw mening gestand blijft doen dat het 'schandalig' is zoals wij hier de nagedachtenis van de Nederlandse soldaat anno mei 1940 vormgeven. » Deze reactie is geplaatst op 2 september 2009 22:22 |