Er zijn belangrijke nieuwe gegevens opgespoord. Deze veranderen mijn opvattingen op de volgende punten.
1) Er was in mei 1940 mogelijk toch ook een zware vierde afdeling van AR 207, naast III/AR 311, die als "eigen vierde afdeling" werd beschouwd.
IV/AR 207, was ingedeeld als Heerestrupp. Zeker niet bij ID 207.
Bron: een document in de collectie Gevechtsverslagen van het NIMH over "Fall Gelb", en J. Engelmann, "Das Buch der Artillerie". Voor samenstelling van ID 207 de al eerder bekende Kriegsgliederung uit het BA/MA Freiburg.
2) De batterijen van AR 207 en III/AR 311 stonden op 13 mei verrassend genoeg zuid van de weg Wageningen - Rhenen.
Zeker voor AR 207, is dat veel verder vooruit dan eerder aangenomen. III/AR 311 werd daar al vermoed.
Bron: Avondmelding van C-AR 207 voor 13 mei, 20.00 uur. Gevechtsverslagen III-8 RA, I-15 RA, I-22 RA.
3) Van II/AR 207 is één batterij (4/AR 207) misschien nog letterlijk op de ("am") Grebbeberg ingezet. Met stelling in de "Waldlichtung" (open plek in het bos). Deze batterij werd vlgs de Arko door Nederlandse vliegtuigen gebombardeerd, en leed enkele verliezen aan materieel en paarden.
Mogelijk stond deze batterij toch een stuk oostelijker. Misschien werd een plaats "bij" de Grebbeberg, of "op" de Wageningse Berg bedoeld. De Duitsers waren vaak erg vaag in hun meldingen. Iemand met weinig locale kennis kan de melding ook fout hebben opgeschreven. De tweede optie is daarom het meest waarschijnlijk.
Bron voor de inzet van 4/AR 207 op de Grebbeberg: Avondmelding als 2).
4) De artillerie heeft eerst "in het bedekte gebied N van Renkum" [?] gestaan. De zware artillerie stond "bij Bennekom" [?].
Mijn interpretatie blijft, dat de lichte artillerie opschoof van Renkum, naar W van Wageningen (Zie punt 2 en 3). Mijn interpretatie voor het zware geschut verandert wel. IV/AR 256 stond waarschijnlijk op 11 mei nog in Renkum, een dag later in de Bosrand. Op 13 mei mogelijk al bij de Bornse Steeg. Mörsers kunnen niet op 11 mei al in Renkum hebben gestaan. De twee batterijen waren pas in de ochtend van 13 mei beschikbaar. Ze stonden toen in de Bosrand (Zie punt 7).
Bron voor IV/AR 256: Gevechtsverslagen III-8 RA, I-12 RA.
5) De s Art Abt 735 beschikte in mei 1940 mogelijk nog maar uit 2 batterijen 21 cM Mörsers 18, inplaats van de gebruikelijke 3, die Müller-Hillebrand aangeeft. De uitrusting was bij de start van de Westfeldzug nog niet voltooid. Volgens J. Engelmann, H. Scheibert "Deutsche Artillerie 1934-1945" waren er op 1.04.1940 nog maar 124 st beschikbaar. Ruim een jaar later 388 st. Daarmee kon een tweede afdeling worden toegevoegd. M-H geeft aan, dat er in mei 1940 141 st waren ingedeeld.
Die gegevens zijn op zich niet in strijd met elkaar. Het bevel van Arko 22 voor 13 mei beperkt zich wel uitdrukkelijk tot 1,2/[s Art Abt] 735 als ingezette batterijen. Een eventuele derde batterij kan nog elders zijn ingezet.
Bron: Als aangegeven.
6) De Mörsers kwamen voor ID 207 op 13 mei 1940 vroeg in de morgen in actie. In de middag zijn ze misschien nog een paar uur ingezet t.b.v. ID 227. Voor vuur op Nederlandse versterkingen bij Emminkhuizen, werden 100 schoten beschikbaar gesteld. Vuurstellingen van de Mörsers "um Benekom" [bij, in de buurt van, Bennekom].
Het laatste sluit opstelling in de Bosrand bij Dorskamp zeker niet uit.
Bron: Research uitgevoerd bij het BA/MA Freiburg.
7) Op 10 mei waren deze Mörsers nog bij XXVI AK (14.50 bij Wertherbruch), Op 11 mei bij X AK (17.35 bij Kalkar), Op 12 mei ook nog bij X AK (13.00 bij Emmerich-Elten). Pas bij overgang van de brug bij Arnhem zouden deze batterijen onder bevel komen van ID 207. Op 13 mei in stelling in het gebied van ID 207 (ca. 4.00 Feuerbereit bij Wageningen).
Verklaring voor deze uiterst trage verplaatsing, over een traject van 150 km: Frontverkeer in de eigen aanvalsstrook had absolute voorrang. De brug bij Arnhem is enige tijd buiten bedrijf geweest.
Bron: Als 4), met al eerder bekende gegevens uit het archief NIMH. » Dit bericht is geplaatst op 16 juli 2010 14:07 |