Sybe, dat klopt. In oktober 1937 werden de zogenaamde BOUV eenheden opgeroepen om de strategische beveiligingsmobilisatie te testen. Deze Uitwendige Verdediging was op initiatief van met name de commandant veldleger Roëll tot stand gekomen. Een kundige generaal, die helaas niet in 1939 werd gereactiveerd nadat hij in 1937 door de veel minder competente Johan van Voorst tot Voorst was opgevolgd.
Deze proefmobilisatie duurde één week. Het ging erom te testen hoe snel de ca. 10.000 man van hoge regimenten (lichtingen vanaf opkomstjaar 1921) op zouden komen en op de juiste locaties zouden arriveren en hoe degelijk hun basale militaire kennis nog zou blijken te zijn. Onder deze eerste strategische beveiliging vielen naast de politietroepen en een regiment Wielrijders, slechts hoge regimenten. De uiteindelijke samenstelling van de BOUV eenheden, zoals deze in het voorjaar van 1939 door de BOUV-mobilisatie ook werd vormgegeven, is te vinden op onze zustersite:
http://www.zuidfront-holland1940.nl/index.php?page=september-1939
In maart 1938 vielen de besluiten om grensbataljons op te richten, die tot de Strategische Verdediging zouden worden gerekend en bij een BOUV zouden worden geactiveerd. Deze grensbataljons dienden uit de jongste lichtingen te bestaan en uit de stamregimenten (eerste 24 regimenten) voort te komen en samen met de Politietroepen een constante beveiliging ter sterkte van circa 10.000 man te garanderen langs de grenzen en bij strategische overgangen. Bij een O-telegram moesten die grensbataljons direct volledig gemobiliseerd worden en hun grensposities innemen. Daarmee werd ongeveer 20.000 man actief, die de rest van de mobilisatie van de Uitwendige Verdediging dienden te dekken (telegrammen P - voorwaarschuwing - en Q - werkelijke opkomst).
De eerste keer dat het uitgewerkte plan van Uitwendige Verdediging (strategische beveiliging) volledig werd getest in de praktijk was tijdens de Sudentencrisis, toen de Duitsers het Sudetenland bezetten. Gedurende de laatste week van september en de eerste week van oktober 1938 was de strategische beveiliging zodoende geactiveerd. Nadien werd in de winter van 1938/1939 de op te komen legermacht nog verder uitgebreid, mede omdat de Peel-Raamstelling inmiddels ook tot een te bezetten linie was gaan behoren. Het was in december 1938 en januari 1939 dat de finale samenstelling - zoals deze in april 1939 zou worden geactiveerd (en niet meer worden gedeactiveerd) - tot stand kwam.
In 1939 kwamen voor het eerst iets meer dan 19.500 man op, die bovendien allen 11 maanden moesten dienen in plaats van minder dan zes maanden (voor onberedenen). Doelstelling was vanaf de lichting 1940 per jaar 32.000 dienstplichtigen op te laten komen. Een bijna verdubbeling dus van het aantal dat sinds 1922 gold. Deze troepen waren naast de gemobiliseerde militairen actief. In 1938 waren er dus 19.500 dienstplichtigen (en ca. 7.000 beroepsmilitairen) actief naast de eventueel opgeroepen reservisten voor Uitwendige Beveiliging. Hoewel het vermoedelijk zo was dat een deel der dienstplichtingen van lichtingen 1938 (I + II) al met groot verlof was toen de Sudetencrisis ging spelen.
Ik hoop dat bovenstaande informatie voldoende verklarend is.