Discussiegroep

Onderwerp: Stellingen I-12 RA

Totaal berichten: 435
2.539 keer gelezen
6 reacties
Categorie: Slag om de Grebbeberg en Betuwestelling / Bewapening en legerzaken
Zoals bekend (zie bijvoorbeeld Schets/Kaart C.3, C10, C.13) werden van I-12 RA drie van de vier batterijen in vooruitgeschoven positie geplaatst. Eén batterij (3-I-12 RA)ging naar de Vesting Holland Gouda - Rotterdam, maar kreeg daar geen vuuropdrachten. Kwam in de ochtend van 13.5.40 terug en werd toen in de normaalstelling (achterste stellingen) geplaatst.

Volgens de gangbare theorie (Nierstrasz, die zich uiteraard op de gevechtsverslagen en aanvullende verkregen inlichtingen baseerde) bleven de twee andere voorste batterijen gehandhaafd. Rechtsvoor 2-I-12 RA, linksvoor 1-I-12 RA. Niet andersom zoals de kaarten uit deel III/3 aangeven.

Mogelijke reden om de twee voorste batterijen daar te laten was, dat men zich daar veiliger voelde. De batterijen stonden ingegraven in geschutsputten. Het vermoeden bestond (volgens Nierstrasz) dat ze door spionnen werden geobserveerd. Hierover staat in de officiële verslagen alleen, dat de order tot stellingverwisseling na overleg met de LKAC (Legerkorpsartilleriecommandant, LKol P.J.A. Bartels) kwam te vervallen. De lezing van de overste is wat anders:

"Majoor Geel [Staf LKAC]heeft daarna over de uitvoering een gesprek gehad met majoor Grosjean (Afdelingscommandant [I-12 RA]), van dien aard dat niet is overgegaan tot uitvoering van mijn instructies. [!]. De volgende dag werd mij dat gerapporteerd. Ik kon mij toen met de inzichten van de beide heren verenigen, waarschijnlijk [!]omdat het geen aanbeveling verdiende de afdeling te onttrekken [?] aan het front van de andere [IIe] Divisie."

Dat is een vreemde motivatie na een insubordinatie. In het geheim artilleriebevel van 8 mei 1940 [Dossier VAC] staat:

"I-12 RA zal in haar normale stelling met drie batterijen met hr [hoofdrichting] 4.00 [NNO]vuur brengen in een vak van 800 o/oo rechts tot 800 o/oo links van de hr en met één batterij met hr 12.00 [ONO]van
800 o/oo rechts tot 800 o/oo links van de hr."

In het Algemeen verdedigingsbevel van II LK (geschreven door GenMaj Harberts) 14 april 1940 stond bovendien:

"I-12 RA moet met drie batterijen in de normale stellingen vuur kunnen brengen in de hws van vak II (niet IV) Div."

Dit bevestigt het beeld, dat I-12 vooral van betekenis werd geacht voor de verdediging bij II Div. Werd de Duitse hoofdaanval dus door de generaals in het vak van II Div verwacht ? De daar ingedeelde artillerie was zeker niet zwakker dan die in het vak van IV Div.
» Dit bericht is geplaatst op 8 september 2012 10:21
Totaal berichten: 435
Aan de door Nierstrasz ingetekende stellingen voor I-12 RA twijfel ik nu toch sterk. De luchtfoto's die er zijn helpen niet veel.

Opvallend is, dat in een stuk van 4-I-12 RA ("Artillerie in de Grebbeslag 1940" van S.J. Groenewoud in "Ons Leger van juli en augustus 1946; Rutger maakte me pas weer attent op dat artikel) in de kantlijn was bijgeschreven +/- 165.50 443,20. Dat ligt een flink eind van de door Nierstrasz ingetekende stelling voor 4-I-12 RA, ongeveer op 164,8 - 444,1. Dat is toch een opmerkelijk verschil.

Aanknopingspunten zijn er verder weinig, duidelijk zijn ze ook niet. Opmarsweg was vermoedelijk de Defensieweg. Die wordt op de terugweg ook genoemd. Er moest om de batterij in stelling te brengen een stuk heide van ongeveer 500 m worden overgestoken naar een bosje met vliegdennen van 10 m hoog. Heide is (was) en dennen zijn (waren) er daar genoeg. Verder was het 2 - 3 km lopen naar de wp (met cp gecombineerd). Die lag vermoedelijk op de noordrand van de Utrechtse heuvelrug, in de buurt van de vooruitgeschoven batterijen, bij de Dikkenberg. Mogelijk tussen de vooruitgeschoven batterijen in. Nierstrasz heeft de cp van I-12 RA ingetekend ongeveer in het midden vlak achter de vooruitgeschoven batterijen op Schets/Kaart C.5, C.10 en C.13. Inderdaad een km of twee van 4-I-12 RA vandaan, maar er blijven twijfels, gezien de kanttekening over de plaats van de stelling. (zie boven)

Alles bij elkaar een leuk vraagje voor een met het (vroegere) terrein van Plantage Willem III goed bekende puzzelaar(ster) ?
» Deze reactie is geplaatst op 11 september 2012 19:20
Totaal berichten: 1.340
Dat vind ik een bizarre instructie: "I-12 RA moet met drie batterijen in de normale stellingen vuur kunnen brengen in de hws van vak II (niet IV) Div."

Ten eerste inderdaad het door jou (Cees) geponeerde suggestief dat er vanuit gaat dat men de Emmikhuizerberg kennelijk als een aannemelijker aanvalsdoel zag dan de Grebbeberg sector. Persoonlijk begrijp ik totaal niet waarom niet beide locaties als 100% doelgebieden werden gezien. Roëll en Reynders wisten beide al dat de Duitsers niet op één maar op meerdere locaties met zwaartepunt aanvallen de linies zouden testen. Volgens mij was generaal (Jan) van Voorst tot Voorst óók die mening toegedaan en - bij een keuze - zou hij voor de Grebbeberg hebben gekozen als meest aannemelijk. Zo is in elk geval na dato geoordeeld. Je kunt je met deze instructie afvragen of die conclusies juist waren. Als je je meest potente artillerie tamelijk rigide in de NNO kaarthoek plaatst, bovendien in putten, dan kies je daarmee duidelijk kleur.

Opvallend is echter ook een ander detail. Dat LKA volgens de Harberts instructie 'in' de hoofdweerstand van II.Div moest kunnen schieten! De hoofdweerstand wordt o.m. in het infanterieregiment uitgebreid belicht. De hoofdweerstand wordt daar in woord én schets geduid als de sector tussen ruglijn en frontlijn. Dat is de sector die BIJ UITSTEK voor infanteriegeschut en lichte divisieartillerie is gereserveerd. Het lijkt me dus dat de oorspronkelijke instructie 'voor' de hws moet zijn geweest. Of zou Harberts afdelingen door elkaar hebben gehaald?

Een zijdelings aan te tekenen punt is dat volgens mij geen sprake was van insubordinatie, Cees. Althans niet volgens het geschetste scenario. Ik lees uit de beschrijving de chef van de LKAC staf die een bevelsuitwerking met de Afdelingscommandant doorneemt en op basis van actuele informatie uit het veld, het niet door de Afdeling uitvoeren van het bevel sanctioneert. De LKAC zegt er zelf immers over het a posteriori 'met beide heren' eens te zijn. Kennelijk had de chef-staf de verantwoordelijkheid op zich genomen om de gemotiveerde weigering van de Afdelingscommandant om te zetten in een ingetrokken bevel namens de LKAC. Het was de chef-staf die zich vervolgens diende te verantwoorden richting zijn baas. Zoiets kwalificeert niet als insubordinatie. Wel heeft de chef-staf een grote verantwoordelijkheid op zich geladen, maar als operationeel manager mag hij dat (in veel gevallen). Dit is nu een voorbeeld van autonomie, die ook binnen het autoritaire bevelstraktaat dat ons leger kende, (meestal) geduld werd. En gelukkig maar, want een chef-staf is een spin in het web. Menig chef-staf heeft een veelvoud aan besluiten genomen in mei 1940 in vergelijking tot hun bazen.

Cees, wat is overigens jouw indruk bij het beleid van de LKAC? En zijn samenwerking met de DAC 4.Div? Heb je een onderscheidelijk beeld bij zijn interacties met de DAC 2.Div? Ik ben daar wel benieuwd naar.
» Deze reactie is geplaatst op 12 september 2012 18:18
Totaal berichten: 435
Je vraag zag ik nu pas. Vandaar een sterk verlate reactie. Mijn indruk is (was, zie onder), dat de LKAC zich sterk op het vak van II Div heeft gericht. Het vak van IV Div grotendeels overgelaten heeft aan de DAC. Die kreeg machtiging om op "ogenbliksdoelen" (plotseling opkomende vijandelijke eenheden die groot genoeg (lonende doelen) waren) zelfstandig tot vuuropening over te gaan. Wel gingen veel meldingen = vuuraanvragen door aan DAC èn aan LKAC.

Als je min of meer objectief turft waar door de LKAC vuren werden afgegeven (zie rapport Kol. Bartels 502013) slaat de balans door naar het vak van IV Div: 19 van de 31 vuren, maar wel juist daar met veel herhalingen. Mogelijk was het lijstje dan ook een bewust geconstrueerd beeld, om te laten zien dat er voldoende aandacht aan de verdediging bij de Grebbeberg werd gegeven. Mij overtuigt het niet.
» Deze reactie is geplaatst op 2 oktober 2012 14:18
Totaal berichten: 435
Over de instructie nog het volgende. Als je de instructies vergelijkt (er zijn drie versies, de eerste van Genmaj Sillevis als Cdt II LK van 12 sept 1939, de tweede (algemeen verdedigingsbevel) van 8 maart 1940 met aanvullingen en correcties in handschrift van Genmaj J. Harberts als nieuwe Cdt II LK, een derde (artilleriebevel)van 8 mei 1940 ondertekend door de LKAC Kol. Bartels, dan is het een aanvulling van Genmaj Harberts. (Vanzelfsprekend) overgenomen door Kol. Bartels in zijn artilleriebevel.
Er staat inderdaad in de hws. Voor vak II Div met drie batterijen 10 Veld van I-12 RA uit de normale stellingen (!), voor vak IV Div met I-15 RA (twee batterijen 15 cm hw). Dat geeft ook wel een duidelijk accent op de verdediging van vak II Div.
» Deze reactie is geplaatst op 2 oktober 2012 14:49
Totaal berichten: 435
Sorry. Nog een laatste aanvulling. Voor het vak van II Div moesten bovendien (in de bevelen van Genmaj Harberts en Kol Bartels) nog I-19 RA en één batterij van II-15 RA vuur kunnen uitbrengen op de Emminkhuizer Berg (!).
» Deze reactie is geplaatst op 2 oktober 2012 14:57
Totaal berichten: 435
Nieuwe gegevens

Over de stellingen van I-12 RA en het schootsbereik is er nieuwe informatie. Jaren geleden (bij het schrijven van de vorige studie) ben ik op zoek geweest naar een coördinatenlijst bij de gevechtsverslagen. Die werd aangeduid als een document in Krijgsgeschiedenis Pak J.14. Zie http://www.grebbeberg.nl/uploads/documents/2559.pdf . Die lijst was daar niet boven water te krijgen maar is nu aangetroffen in het Nationaal Archief. Coll 2.13.16 (HKV), Inv Nr 967.

Zoals bekend trok Nierstrasz op kaart C.13 een lijn naar de begraafplaats tussen Bennekom en Wageningen. Hij labelde die lijn als zuidgrens van de vuursector voor I-12 RA. Die interpretatie moest ook gelet op de andere afgegeven vuren onjuist zijn. Het volgend kaartje maakt dat meteen duidelijk.


» Download uitvergroting van deze kaart (1.7 MB)

GenMaj Harberts als Cdt II LK noemde in zijn verdedigingsbevel van 8 maart 1940 *] Begraafplaats als punt in een lijn tot waar I-12 RA vanuit de normale stellingen artillerie moest kunnen bestrijden. Dat geen punten verder zuid of oost aangegeven werden, betekent niet meteen dat daar niet op gevuurd kon worden. Voor de vooruitgeschoven stellingen werd de grens vanzelfsprekend enkele km verder oost gelegd, bij Pompstation. De vuursector wordt bepaald door schootsveld en dracht. Het werkzaam bereik van de kanonnen 10 Veld werd voor artilleriebestrijding zoals af te lezen is uit bovenstaand kaartje ongeveer bij 10 km gelegd (de afstand west - oost tussen de stelling van de 4e batterij en Begraafplaats). Dat was geheel volgens de Schietregels en de lessen van een schietinstructeur, Kapt Geel in Mavors.
Het kaartje laat zien dat vanuit de vooruitgeschoven stellingen de vuursector lang niet zo beperkt was als Nierstrasz aannam. Zelfs veel groter dan de 60 graden die zonder omzetten van het geschut kon worden bestreken. De doelen waarop de 2e batterij vuurde, liggen in een sector van meer dan 90 graden (tussen Renswoude en Renkum). Die van de 4e batterij ook, als die tenminste deelnam aan het vuur linksboven. Dat is niet zeker, want het gevechtsverslag van deze batterij noemde niet alle acties. Voor de betreffende dag (12.5.40) staat er in dit document alleen dat zonder ophouden werd gevuurd. Cdt I-12 RA noteerde het vuur op Renswoude als afgegeven door de afdeling [met alle beschikbare batterijen]. De zuidgrens van de vuursectoren is ook niet zonder meer af te leiden uit de hoofdrichting van het geschut in de gekozen opstellingen. Maar van twee batterijen zijn uit de gevechtsverslagen aanvullende gegevens bekend. Voor de batterij linksvoor (1-12 RA) lag het vuur op het Duitse geschut bij Dorskamp op de uiterste rechtergrens van het bereik. De batterij rechtsvoor (2-12 RA) meldde ander vijandelijk geschut juist buiten de vuursector. Waargenomen in kaarthoek 18.20. De getrokken lijn geeft dan ongeveer de zuidgrens voor het vuur vanuit de vooruitgeschoven stellingen.

Conclusie is daarmee, dat door drie van de vier batterijen (zolang die in de eerste stellingen bleven) geen vuur uitgebracht kon worden op een groot gedeelte van het vak van IV Div. Het niet bestreken vakdeel was wel wat kleiner dan Nierstrasz aannam. De dode hoek lag tussen de lijn Dikkenberg - Wageningen en de Neder Rijn.

*] Aangetroffen bij het NIMH in een archief over het Interbellum. Coll 418, Map 639. Inv Nr 002.
» Deze reactie is geplaatst op 24 oktober 2012 01:55

Plaats hier uw reactie

Opgelet: We behouden ons nadrukkelijk het recht voor om nieuwe berichten of reacties die voor de thematiek van onze websites en de discussiegroep irrelevant zijn, onbetamelijk of onbegrijpelijk geformuleerd zijn, ongewenste politieke of commerciële lading hebben of inbreuk maken op de privacy van nog levende personen niet te plaatsen. Uw reactie zal pas na goedkeuring door de beheerders zichtbaar zijn in de discussiegroep.

De inhoud van berichten - en daarin vermeldde gegevens en personalia - wordt na publicatie niet gewijzigd en/of verwijderd, tenzij daarvoor een dwingende aanleiding is. Berichtenschrijvers zijn zelf verantwoordelijk voor het toetsen van de inhoud van hun berichten voordat deze worden gepost.

Zie voor meer informatie de Gebruiksvoorwaarden. Tevens verzoeken wij u om kennis te nemen van de FAQ (veelgestelde vragen), wellicht dat uw vraag daar al beantwoord wordt.

Wenst u een gescande foto of ander beeldmateriaal op te nemen bij uw bericht, e-mail deze naar info@grebbeberg.nl en wij verzorgen de plaatsing (meestal nog dezelfde dag).

Bericht:   * 
Uw naam:   * 
 
E-mailadres:     * 
Om ongewenste (spam)berichten op onze website te beperken vragen wij u hieronder een eenvoudige controlevraag te beantwoorden. Berichten worden alleen geaccepteerd indien deze vraag correct is beantwoord.
1 + 1 =     * 
*) = verplicht veld  

2554