|
Er moet wellicht wel een onderscheid worden gemaakt tussen allerhande gebruik van 'licht'.
Er was allereerst het gewone gebruik van licht tijdens nachtelijke uren. Dit werd door de Duitsers voortdurend gebruikt, door de Nederlanders sporadisch.
Daarnaast was er het signaalgebruik. Aan Duitse kant was dit veelvuldig aan de orde, met name als rudimentair communicatiemiddel tussen de infanterie en artillerie. Het ging dan om het aanvragen van een voorbereid vuur of juist het staken daarvan. Er was ook een signaal voor de vijand die (vermeend) aanviel en signalen die men vooraf afsprak, zoals het markeren van eigen (voorste) posities. Gasaanvallen van de vijand werden door de Duitsers met een fluitpatroon (geluidsignaal dus) gegeven, maar wel met de lichtpistool verschoten. Overigens verschoten die pistolen eveneens handgranaten met een geweergranaat achtige constructie.
Het gebruik van lichtsignalen met zaklampen en staande seinlampen, was aan Nederlandse kant meer in gebruik. Hoewel de Duitsers met name zaklampen (met gemoffeld licht, rood en groen meestal) veel gebruikten voor korte afstand, ging het in het Nederlandse leger juist om communicatie over grotere afstand. Zeer rudimentair in vorm en uitvoering, op de Grebbeberg naar mijn beste weten ook niet of nauwelijks gebruikt. Het was immers een middel dat door ieder obstakel of hoogteverschil gehinderd of geneutraliseerd werd.
De Nederlanders hadden vooral een actief (bedoeld) gebruik voor lichtkogels om een zogenaamd stormvuur te coördineren. Het Nederlandse leger was buitengewoon dogmatisch in de organisatie van een vuurplan. Dat is goed gezegd een plan waarin alle wapens van lichte mitrailleur tot aan mortieren en artillerie zijn verdeeld over sectoren waarin zij afsluitend of ondersteunend kunnen worden ingezet. Iedere sector binnen dat vuurplan wordt (als het goed is) door meerdere vuurorganen gedekt. Een stormvuur kan beperkt worden afgegeven (bijvoorbeeld alle wapens van een sectie), of uitgebreid (alle infanteriewapens in een sector of zelfs alle infanteriewapens plus ondersteuningswapens). Als binnen een sector van het vuurplan de vijand massaal opdringt, dan kan een stormvuur voor alle wapens worden verordonneerd en dan werd (volgens de plannen) vaak een lichtkogel met enkele sterren afgegeven. Aangezien sectoren in de vuurplannen waren gecoördineerd, wisten dan alle betrokken partijen dat zij in (of op) die sector het afgesproken vuur dienden te leggen. In de praktijk echter, gebruikten de beide legers veelal dezelfde lichtpatronen, waardoor beiderzijds verwarring ontstond. Ook aan Duitse kant!
Er zijn uiteraard ook allerlei valse meldingen van lichtsignalen gekomen, zoals er ook valse meldingen van gasgebruik waren. Aan Nederlandse kant is enige tijd gedacht aan gasgebruik door de Duitsers, met name bij Achterberg. Aan Duitse kant is meermaals gasalarm gegeven. Met name het oudere segment van de Nederlandse artillerie, die met granaten schoot met verouderde ladingen waarbij volledige verbranding tijdens de deflagratie (detonatie) van de inslaande granaat niet plaatsvond, sorteerde nog wel eens het signaal aan Duitse kant dat er met strijdgassen werd gewerkt aan Nederlandse kant. Aan Duitse kant werd daarom meermaals gasalarm gegeven (met Pfeiffpatronen). Dat zou overigens aan Nederlandse kant weer onverwachte spookeffecten sorteren. Althans, dat wordt wel eens aangenomen.
Voor de oorlog uitbrak waren er ook al allerhande geruchten en waarnemingen van lichtsignalen, die tot de wildste geruchten aanleiding gaven. Men zou echter nooit iemand betrappen met materiaal in handen dat aan deze praktijken kon worden gerelateerd. Het was in vrijwel alle gevallen dan ook wel zeker loos alarm. Want los van normale lichtverschijnselen (zoals van weerkaatsing van licht op laaghangende bewolking, of een auto die over een heuvel rijdt), was er ook met enige regelmaat sprake van gewoon een oefening elders, waarvan men geen weet had.
Tijdens de oorlogsdagen was het niet anders. Er was volop emotie en paniek, wat ertoe leidde dat men aan alles wat men niet kon verklaren verraad en overige panische labels werd gehangen. Het was echter vooral het totale onbegrip en de totale maagdelijkheid van de Hollandse soldaat dat hem grote parten speelde en de onkunde van kaderleden om de onrust - die ook aan Duitse kant onder de soldaten regelmatig ontstond - de kop in te drukken. Het waren precies dat soort aspecten die het verschil maakten op het slagveld. » Deze reactie is geplaatst op 2 november 2013 13:46 |