|
Ik ben tot de 26e minuut gekomen...
Tenenkrommend. Hier is een stel dwazen en leken bij elkaar, zonder een greintje verstand van die tijd, die dagen en de werkelijke gebeurtenissen, die bovendien een oude veteraan misbruiken om vrijelijk hun verwrongen geestesvruchten los te laten. Hele stukken komt de oude heer niet eens meer aan het woord of is een half woord van hem genoeg voor de anderen om op hun dikke duim te gaan zuigen. Hilarisch, als het niet zo serieus zou zijn!
De veteraan vertelt geen rare verhalen, hoogstens zaken die hij niet kan duiden. Dat hij als administrateur slechts tien kogels had (pistool als persoonlijk wapen) was niet raar, hoewel ik vermoed dat hij er twintig had, het rantsoen voor de meeste pistooldragers, twee magazijnen. Dat was het in mijn eigen NATO jaren nog steeds, 24 patronen.
Dat de PAG (antitankgeschut) niet op verkenners op een paard schoot was volkomen in lijn met de toen geldende instructies. Men schoot met pantserbrekende munitie. Dat was solide en bedoeld om door pantser te slaan. Dat haalt niets uit op een paard, behalve dat een dure granaat dan het paard zal doden. Men had echter duidelijke instructies slechts op voertuigen en pantser te schieten. Het wordt hier weer wild veroordeeld, maar de stukscommandant hield zich gewoon aan zijn instructie. Wist die administateur veel ...
De geweren waren eender als die van de andere partijen. Allen hadden geweren van ontwerp einde 19e eeuw, en allen hadden een grendelgeweer. De Nederlandse Hembrug geweren en karabijnen waren van uitstekende kwaliteit. De pistolen waren dat ook. Niets mis mee.
In april 1940 was men in Den Haag allang op de hoogte van de Duitse ambities. Dat kwam door de inval in Scandinavië op 9 april. Dat er Duitsers prikkeldraad verwijderden in de avond voor 10 mei was ook elders het geval en werd in Den Haag, samen met andere berichten waaronder de waarschuwing van majoor Sas, al aanleiding om de grenstroepen en het veldleger op 10 mei 1940 om 0300 uur volledige strijdvaardigheid te laten aannemen, zoals dit op 9 mei aan de hoogste ondercommandanten was verordonneerd. Men was langs de grenzen dan ook al met allerhande vernielingen en versperringen bezig.
De grenstroepen werden vanaf april 1940 duidelijk en bewust verzwakt. Ze hadden geen vertragende taken meer, in feite, omdat het leger achter hen reeds in de oorlogsstellingen verkeerde, dan wel daar vlak achter lag. Daarom werden hier en daar grenstroepen verminderd, werd zwaarder materieel terug naar de hoofddefensie gevoerd en werden minder goede officieren uitgewisseld met goede officieren langs de grens. Oorspronkelijk was het tegendeel aan de orde geweest en waren goede officieren juist aan de grens gestationeerd omdat men daar een zware taak had, namelijk het vertragen van een overvaller tot dat het veldleger zijn concentraties zou hebben aangenomen. Dit laatste was weggevallen als taak, dus ook de noodzaak de betere officieren aan de grenzen te houden.
In heel Limburg aan de Maas en langs de grens lagen Limburgse troepen, vooral 37.RI en afgeleide eenheden. Dit waren troepen waarvan vele het Duits machtig waren, streekdialect of Limburgs praatten. Ze waren (tot aan de inval) niet anti-Duits. En gelijk hadden ze, waarom zouden ze? Voor andere Nederlanders kwam dit nog wel eens verdacht over. Dat is een gegeven.
Er is geen sprake geweest van Duitsers in Nederlandse krijgsdienst, wel van talloze Nederlanders met een Duitse achternaam, zoals nu nog het geval. Zoals er ook Duitsers waren met Nederlandse achternamen. De bekendste was wel de Oberstleutnant De Boer die artilleriecommandant van AR.22 was en op 12 mei 1940 een grote aanval op de Hollandse defensie in Dordrecht leidde. Geen reden De Boer van Hollandse sympathieën te verdenken, zoals een Duitse achternaam geen Duitse sympathie impliceert. Allemaal roddel en achterklap.
De fabeltjes over zand en losse flodders in munitiekisten hoeven we niet nog eens te weerleggen. Pure onzin, nooit gebeurd, nooit aan de orde geweest. De meneer met de baard is overigens een frappante zwamneus, zoals uit de rest van zijn verhalen wel blijkt. Die ziet ze echt vliegen.
Ik ben na de 26e minuut gestopt mijn tijd te verdoen aan deze ongein. Alles wat daarna is gezegd kan ik niet inhoudelijk op reageren, maar zal net zulk gezwam zijn als de rest. Ik kan deze mensen in geen enkel opzicht serieus nemen. Provinciale mythen en sagen.
De veteraan wordt hier duidelijk misbruikt door een stel nietswetende cowboys (en een cowgirl die van prins Bernhard de chef-staf van ons leger maakt), die een stukje sensatie zoeken. Leuk voor een zondags kringgesprek bij de koffie, maar totaal niet serieus te nemen. Wie dat wel doet, doet dit uit onwetendheid. » Deze reactie is geplaatst op 30 december 2014 11:59 |