Ik maakte een verhaal over mijn vader die bij de geluidmeetafdeling achter de grebbelinie werkte tijdens mobilisatie en oorlog. Mij vraag is wel of er nog meer specifieke informatie is over deze groep.
Jan Hoekmeijer (1918-1962). Gedeelte uit een langere tekst over het leven van Jan Hoekmeijer tijdens
Mobilisatie en Oorlog.
Op 28 augustus 1939 werd Nederland, na een voor-mobilisatie op 24 augustus, een week
vóór de Duitse inval in Polen, officieel gemobiliseerd en Jan begaf zich, als 1 van de 200.000 ex-dienstplichtigen uit de periode 1924-1938, naar Driebergen, waar hij als onderdeel van het 2e legerkorps in het Hudig Huis werd ingekwartierd.
Honderden extra treinen reden in die periode door Nederland om iedereen op de plek van bestemming te krijgen. Ook 14.000 paarden waren gevorderd en vervoerd naar de verdedigingslinies. Het Nederlandse leger bestond uit vier korpsen met elk twee divisies. Het 2e, waar Jan dus deel van uitmaakte en 4e Legerkorps waren gelegerd in de Grebbelinie. Commandant van zijn legergroep is Kapitein J. Froonhof. Het leeuwendeel van de troepen was infanterist en slechts uitgerust met Oostenrijkse Mänlicher geweren uit 1890. Cavaleristen reden op het paard of op de fiets. Keuken- en munitiewagens werden door paarden getrokken en mitrailleurkarretjes door een 4-tal soldaten.
Een primitieve bedoening. Kanonnen uit 1878, 1880 en 1904 moesten dienst doen bij gebrek aan beter. Nederland bezat in het geheel geen tanks en slechts 18 pantserwagens. De luchtmacht bezat 125 toestellen, waarvan de Fokker-G1 de snelste was. Omdat het grootste deel van de marinevloot bij Indië lag, speelde deze geen rol. De Grebbelinie was hoofdverdediging met de IJssellinie als voorverdediging. De Grebbeberg was het zwakste punt in die linie, met zeer verouderde verdedigingsconstructies uit 1745. Draadloze verbindingen waren er niet in het land van Philips! Wel waren er in de jaren rond 1935 Kazematten of Bunkers gebouwd, maar gek genoeg nauwelijks bij de Grebbeberg.
De Duitsers waren later alleen onder de indruk van de bunkers bij Kornwederzand, die voor de verdediging van de Afsluitdijk waren gebouwd. De rest betitelden zij als mensenvallen! Op 12 november 1939 werd 5000 ha grond onder water gezet bij de Grebbelinie, toen men de Duitse aanval verwachtte. Tweeduizend mensen moesten daarvoor hun woning verlaten. Boerderijen die het uitzicht belemmerden werden verbrand. Maar “Fall Gelb”, de codenaam voor de aanval op Nederland, blijft nog uit tot het onverwachte begin in mei 1940.
Voor dat het zover is zet Opa zich in november 1939 met pen en papier aan tafel om Jan, in Driebergen, een brief terug te schrijven. Vooral om hem te stimuleren verder te gaan studeren in diensttijd, wat door hem toch als verloren tijd werd beschouwd.
Oorlog
Als op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt schrijft Jan nog diezelfde dag vanuit zijn veldpost de twee onderstaande briefkaarten aan zijn ouders en Jo en Wim.
Briefkaart aan
Fam. J. Hoekmeijer
Nic. Beetskade 27 Alkmaar
Te Velde 10/5/40
Gestempeld te Amerongen op 11 mei 1940
Lieve Moe, Pa, Aldert en Oop,
Deze briefkaart schrijf ik op de kamers naar en tijdens mijn verblijf op de post. Vanmorgen om 4 uur werd ik wakker vanwege het geronk van vliegtuigen, evenals mijn kameraden.
We zijn naar het balcon gegaan en zagen een vliegtuig vlak over vliegen. Een Duitser. En toen een hele vracht in de lucht, we begrepen dat het niet best was. Even later werden we geroepen en moesten ons klaar maken voor vertrek. Alles verliep rustig. De radio vertelde ons de rest. Wie had dat nou gedacht, hè.. Ja, het kon ieder ogenblik beginnen, maar je hoopt natuurlijk anders. Hoe gaat het anders met jullie, je houdt je toch wel rustig hè. Voorzichtig zijn en niet zenuwachtig, dat geeft toch allemaal niks. Is Jo soms bij jullie en Aldert gaat natuurlijk gewoon naar zijn werk. En Pa is natuurlijk heel kalm. Is Oop nog bij jullie. Zeg Moe stuurt u de oortjes nog op, want ik ben met Pinkster wel niet thuis en zit natuurlijk slecht bij kas. Aan mijn gewone militaire adres. Of is ´t al verstuurd, geeft niet, wordt wel nagezonden. Ik maak het hier best op de post, heel rustig, alleen vliegtuigen. Ik schrijf ook weer een brief. Dikke zoen van Jan.
J.Hoekmeijer
2e AMC GMA
2e Legerkorps Veldpostkantoor nr. 2
Briefkaart aan:
Fam W.Slotemaker
Johan Keplerstraat 77
Amsterdam (O)
Te Velde 10/5/40
Lieve Jo, Wim, Els en Nora.
Hoe maken jullie het? Daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Het was vanmorgen wel even vreemd bij het wakker worden. Om half vijf werden we gewekt en moesten naar de stellingen. We waren trouwens al wakker geworden door het geronk van vliegtuigen. Alles verliep rustig en vlug.
Je kunt het je eigenlijk nog niet voorstellen. Ik ben zo nu alweer een heele tijd op post met een kameraad. Het is hier heel rustig en mooi weer. Althans natuurlijk krioelt het van de vliegtuigen. Het is natuurlijk een kwestie van aanpassen al zal het in het begin niet meevallen en hoe ´t worden zal moet je rustig afwachten. Hoe zal Truus het maken in ´t hoge noorden? En thuis ik hoop maar dat ze zich niet zenuwachtig maken. Schrijven jullie eens binnenkort. Ik zal ook een brief schrijven hierna. Enfin ik hoop dat jullie voor onheil gespaard blijven en eindig voorlopig met de beste wensen en een dikke zoen van Jan.
Daag! Tot een volgende brief.
J.Hoekmeijer.
2e R.V.A. . 2e A.M.C. G.M.A. 2e legerkorps. Veldpostkantoor no. 2
Driebergen 18 mei 1940
Lieve Jo, Wim, Els en Noor.
Je brief en pak ontvangen en hiervoor mijn hartelijke dank. Dolblij te vernemen dat onze familie gezond is. Ja, ja als je nog eens terug denkt kom je alleen ook wel tot de conclusie dat je door het oog van de naald gekropen bent. Maar enfin het einde kwam gauw en nu moeten we maar afwachten. Er gaan natuurlijk allerlei geruchten, de een zegt dat we gauw naar huis gaan een ander dat we verlof krijgen (periodiek)en voorlopig nog niet naar huis gaan voor goed. Gebrek hebben we helemaal niet geleden, wat we nodig hadden haalden wij uit de verlaten plaatsen.
Bier, koek, choc enz ik heb zelfs nog een dameshemd rose, flatterend geweldig, ik heb reuze veel sjans op de zaal. Wij zijn vanuit onze stellingen gevlucht naar Vleuten. Van Driebergen, waar we nog even op nader orders gewacht hebben, over Utrecht naar Vleuten hebben we 7 ½ uur geautood over ongeveer 20 km. De auto´s stonden 7 rijen dik op de weg en moesten hier en daar langs de asperges geleid worden. Paarden renden los voor de auto´s uit.
Genoeg, we werden ingekwartierd bij een boer in Vleuten en vernamen daar ´s avonds dat de oorlog gestaakt moest worden.
En nu zijn we dan weer terug in ´t Hudig Huis te Driebergen als krijgsgevangenen hoewel we er niets van merken. Geen Duitsche soldaat te zien. Ook hebben we bewegingsvrijheid van 12 tot 1 ½ u en van 5 tot 10 uur. Ik heb nog geprobeerd naar huis te telegraferen maar de verbinding boven Zaandam was verbroken. Gelukkig was de vrouw van een van onze jongens in Vleuten gekomen en die kwam ik tegen en heb haar een berichtje voor jullie meegegeven. Zodoende hadden jullie gauw bericht, al had ik naar A´dam kunnen telegraferen, maar dat was toen niet meer nodig. De meesten leven hier nog in spanning omtrent het lot van familie enz. Vooral de Rotterdammers onder ons.
Maar het schijnt mee te vallen de krant schreef van nog geen 300 doden en evenzoveel gewonden. Van mijn maag heb ik geen last gehad. Je denkt er trouwens niet eens aan.
De ontvangst in Driebergen was zeer hartelijk, Mevr. Van Schaik viel ons om de nek en zoende van alle kanten onze vuile gezichten. Zoveel hartelijkheid verwacht je niet van niet familieleden.
Ook Mevr. Kuperus en Ruth waren zeer verheugd, die hadden wij trouwens op onze terugtocht nog even gesproken. Deze brief geef ik weer aan Mevr. Koot. Dat is wel de kortste weg op het ogenblik.
Nu lieve Jo, Wim en kinders nog vriendelijk bedankt voor de spullen en ik hoop dat wij elkaar gauw weerzien om eens fijn te praten, verder een dikke zoen van Jan.
Acht maanden heeft de mobilisatie geduurd. In die maanden verbleef Jan door de week in Driebergen en vertrok hij voor de weekends naar Alkmaar. De soldaten werkten in die periode aan de infrastructuur, de wegen e.d. in het gebied waar gevechten werden verwacht. Ook het aanleggen van verbindingen behoorde tot hun taak. Zij sliepen op de zolder van het Huis. (foto)En Jan at in die periode regelmatig buiten de ‘menage’ vanwege zijn terugkerende maagklachten. Het eten uit de soldatenkeuken was hem te vet. Hij at in die tijd onder andere bij een toenmalige vriendin, Keetje Maten, en later bij de familie Kuperus. Met de dochter van deze Indische weduwe mevrouw Kuperus-van Egmond, Ruth, was hij korte tijd bevriend. Zij woonden aan de Van Gaesbeeklaan 32. Op foto hiernaast werkt ´ons Jan´ (rechts zonder muts) mee aan het bestraten van de bosweg vlakbij het Hudig Huis.
Dat Huis lag midden in het bos en staat nu tegenover de ingang van camping ´het Grote Bos´, op de grens van Driebergen en Doorn.
Niet ver van dat Hudig Huis lag het spoorhuis van de familie van Schaik, waar Jan regelmatig op bezoek kwam. Het gezin van Schaik bestond uit de ouders, drie dochters en een zoon.
Waarschijnlijk zijn Jan en zijn kameraad Jan Loohuis, afkomstig uit Bolnes, tijdens een wandeling in gesprek geraakt met de vader des huizes, want die hield wel van een praatje volgens zijn dochters. Jan en zijn maat hebben daar heel veel gekaart met de familie. Het huis lag op een kruispunt van fietspaden in het Noordhout, een groot bos aan de rand van de spoorlijn naar Arnhem. Die ligging en het bestaan van een waterput van 11 meter diep ter plekke, waar passanten even konden drinken, heeft altijd voor veel contacten gezorgd.
In die oorlogsdagen hebben Militairen van de Grebbelinie, die wegvluchten door de bossen zich bij de waterput bij de familie van Schaik kunnen opfrissen. Nel, de jongste zuster herinnerde zich, dat er in die korte periode van 10 tot 15 mei ook veel paarden langs hun huis kwamen met militairen en met name ook een paard, dat zonder berijder voorbij holde. Dat had veel indruk gemaakt. Vader van Schaik was verantwoordelijk voor het onderhoud aan die spoorlijn, te ontdekken achter de drie Linden, en kweekte in zijn vrije tijd allerlei planten en groenten; ook hield hij geiten en kippen.
Deze informatie werd verkregen via de vereniging "Driebergen Vroeger en NU" want via publicatie van vragen over Hudig Huis en Jan in het Verenigingskrantje reageerde Annie de Graaf -van Schaik, inmiddels 77 jaar. Zij was in de mobilisatieperiode en korte tijd in de oorlog bevriend met Jan en bewaart daar leuke herinneringen aan. Zij hadden sinds 1940 geen contact meer en zij vroeg zich af of Jan nog leefde; hoewel zij ook bij geruchte had gehoord dat hij al geruime tijd geleden overleden zou zijn. Annie haar jongste zuster Nel, vertelde dat zij van haar ouders soms mee moest ´ter controle´ als Annie en Pien, Jan en Jan Loohuis, waar Pien verkering mee had, terugbrachten naar het Hudig Huis.
Het ouderlijk huis werd reeds in 1941 opgeofferd voor de aanleg van de snelweg A12 van Utrecht naar Arnhem. Er is ook, najaar 1939, een foto gemaakt, vlak bij het station van Alkmaar met op de achtergrond een bloemenklok, tijdens een weekendbezoek van Annie aan Alkmaar.
Jan gaat na de korte strijd tegen het Duitse leger, officieel op 7 juni met groot verlof. Hij is dan ´gedemobiliseerd´, maar wel krijgsgevangene. Een krantebericht van 16 mei 1940 stelt: “De geheele Nederlandsche weermacht moet als krijgsgevange worden beschouwd. De officieren behouden hun wapens. Troepenonderdelen blijven ter plaatse van hun legering.” De meeste dienstplichtigen kregen groot verlof en konden naar huis vertrekken.
Jan draait al snel weer bij de PTT zijn dagelijkse uren. Hij trouwt in 1943 met Jelly Faber en krijgt vier kinderen. Hij overlijdt in 1962, 44 jaar oud. Jan Loohuis trouwde vlak na de oorlog en kreeg drie kinderen. Hij overleed in 1977 en werd 61 jaar. » Dit bericht is geplaatst op 10 september 2003 09:49 |