(redactie)
Totaal berichten: 1.340
|
Epi - dit soort vuren golden beslist niet voor de Bohler. We praten bij de PAG over volkomen vlak vuur voor korte tot zeer korte afstand. Daarom kan alleen zichtvuur worden gegeven wat vuurvoorbereiding - anders dan vrij schootsveld - nutteloos maakt. Het is immers een kwestie van gewoon (letterlijk) "op de korrel nemen". Ook de munitiesoorten (pantser en pantserbrisant) maakt dit al duidelijk. Deze was puur bedoeld voor bestrijding van voertuigen, al dan niet met pantser.
Voor de mortieren gold zeker een vuurvoorbereiding, en tevens een overeenkomstige benaming van vuren. De vuren van mortieren, krombaangeschut, moesten ook worden ingemeten. Nulpunten moesten worden bepaald. De mortieren stonden rechtstreeks onder de bataljon of regimentscommandant. Dit was zeer onpraktisch, omdat mortieren directe en onmiddellijke support dienen te moeten (kunnen) geven aan de infanterie. Desondanks werden de meeste vuren welke afgegeven zijn door de mortieren gegeven na opdracht door de staf van bataljon of regiment - veel minder op basis van eigen initiatief of op basis van de omliggende compagnie. Mortieren deden - daar waar voorradig - mee aan de infanterie stormvuurplannen. Een infanteriestormvuur betekent de intensieve beschieting met alle hand- en infanterievuurwapens op of binnen een bepaalde perimeter. Hierbij deden (optioneel) ook de mortieren van 8 en de kanonnen 6-veld mee.
Voor de 6-veld werden volgens mij ook geen vuren voorbereid en gold hetzelfde als voor de PAG. Hier werd - binnen het schootsveld (o.m. beperkt door de veldversterking) - geschoten op zichtdoelen.
Wellicht ben ik vergeten in mijn verhaal over de artillerie te stellen wat ik bij de mortieren vertel. Stukken, of liever, batterijen werden idealiter ingemeten in hun vuurposities. Het vaststellen van het nulpunt (het uitgangspunt) was essentieel voor het afgeven van effectieve vuren. Als later bijvoorbeeld een kaartvuur moest worden gegeven (vuren op basis van kaartgegevens: lengte, breedte, hoogte), was de exacte bepaling van het nulpunt van belang. Maar ook voorbereiding van vuren kan alleen maar als lengte, breedte en hoogte van het uitgangspunt (= het nulpunt) bekend is. Immers anders is de juiste elevatie (verticale verbuiging) en declinatie (horizontale verbuiging) voor de ballistische baan van het projectiel niet te berekenen. Alleen al omdat windrichting, windsnelheid, vochtigheid en luchtdruk ook al factoren zijn die negatief werken op de "koersvastheid" van een projectiel is het dus belangrijk het exacte nulpunt van de batterij of stuk te kennen. Iedere vaste waarde diende daarom te worden gesteld. Zo werden de stellingen van de stukken dan ook ingemeten door de - speciaal daarvoor toegeruste - triangulatieafdeling. Zoals het woord al zegt: een afdeling die zich bezig hield met driepuntsmetingen. Hierdoor werd het nulpunt van de batterij bekend en konden vuren vanaf dat nulpunt naar ieder willekeurig opgegeven punt worden berekend. Een batterij die zijn exacte locatie (lengte, breedte, hoogte) niet wist kon immers nooit een ballistische berekening maken van het vertrekpunt van een granaat naar het punt van inslag. » Deze reactie is geplaatst op 8 juni 2004 11:08 |