Discussiegroep

Onderwerp: Persbericht aan HP de Tijd van Stichting de Greb

» Dit onderwerp is gesloten
(redactie)
Totaal berichten: 1.340
3.440 keer gelezen
4 reacties
Categorie: Overig Mei 1940
PERSBERICHT

Geachte heer/mevrouw,

29 April jl. schreef Kees van Oosten in HP de Tijd - de oorlogsspecial - een artikel waarbij hij uitgebreid gebruik maakt van de soufflerende diensten van twee geruchtmakende historici, te weten Jan Schulten en Herman Amersfoort. Het betreffende artikel "de mythen van mei 1940" heeft ons op zeer indringende wijze getroffen. We zullen dit in een paar punten kort uiteen zetten. Overwegende overigens dat HP de Tijd in het bewuste artikel een zorgvuldige weergave van interviews en citaten heeft gepleegd!

1. In het artikel worden, in citaten en daarbuiten, talloze feitelijke fouten, onjuistheden en onzuiverheden opgeschreven als waarheid. De citaten wijzen vooral op een sterke neiging bij geïnterviewden om spraakmakende uitspraken te doen, waarbij de (benadering) van de werkelijkheid bewust ernstig geweld wordt aangedaan.

2. Er wordt op ongelofelijk onheuse en onprofessionele wijze op de man gespeeld, in casu in het bijzonder door Schulten jegens de alom erkende krijgshistoricus E.H. Brongers. Hierover is geen wederhoor gepleegd en daarmee worden journalistieke grenzen van fatsoen overschreden.

3. Het is kennelijk een bewuste keuze van HP de Tijd geweest twee bepaald niet onomstreden historici zo uitgebreid en zo spraakmakend aan het woord te laten. HP de Tijd geeft daarmee onwillekeurig onevenredig veel ruimte aan geschiedvervalsing en verdraaiing. Dat stelt ernstig teleur. De balans is daardoor totaal uit de (nieuws)waarde verdwenen.

4. De uitspraken van beide heren over het bombardement van Rotterdam zijn niet alleen weerzinwekkend qua formulering, maar getuigen ook van volkomen gebrek aan inzicht in de materie en militair technische zaken. Overigens gelden deze kwalificaties voor het gros van hun opmerkingen.

5. De wijze waarop Schulten feiten en fictie alsmede eigenaardige analyses meent te moeten verwoorden is vaak buitengewoon kwajongensachtig en onevenwichtig. Dat stoort. Zijn analyses over Rotterdam, vermeende Duitse vertraging van de opmars, de getalsverhoudingen, de rol van de Fransen, generaal Harberts / de executie van een sergeant, de gedragingen van de Waffen SS en de gelegde verbanden met naoorlogse conflicten zijn stuk voor stuk doorspekt met feitelijke fouten en volkomen onzinnige analyses. Deze historicus was ook al voor dit artikel zeer omstreden in zijn werk(omgeving) door zijn uitlatingen. Het stoort daarom des te meer dat hij pagina's lang de meest grote onzin mag debiteren zonder enige bronvermelding en zonder enige gene, en vooral zonder enig weerwoord of nuancering door wel terzake kundig ingevoerde en begrijpende historici.

Het zou HP de Tijd beslist niet misstaan als de kans werd geboden aan terzake deskundige mensen om een tegenartikel te formuleren in samenwerking met het blad. Een persbericht volstaat niet om al de feitelijke fouten en onzuiverheden in enige mate van detail te weerleggen. U realiseert zich wellicht onvoldoende wat een commotie dit artikel onder wel ingevoerde lezers heeft teweeg gebracht, niet in de laatste plaats door toonzetting en gebrek aan wederhoor.

Op onze website, die dagelijks zo'n 1,000 keer wordt bezocht, kunt u op het discussie platform zien hoe zaken zijn en worden ervaren en welke commotie rond uw artikel is ontstaan.

namens Stichting de Greb,
Allert Goossens
» Dit bericht is geplaatst op 11 mei 2005 17:34
Allert Goossens
Bovenstaand persbericht is verstuurd aan HP de Tijd in verband met het elders op dit forum besproken artikel.
» Deze reactie is geplaatst op 11 mei 2005 19:19
(redactie)
Totaal berichten: 849
In HP/De Tijd van week 21 (27 mei 2005) stonden zowel de ingezonden brief van dhr. Brongers ( http://www.grebbeberg.nl/index.php?page=forum_discussiegroep&item=7385&group=1&view=3 ) als bovenstaande (hetzij sterk ingekort) van Allert Goossens. Kees van Oosten voegde er de volgende reactie aan toe:

"Dr. Jan Schulten hield vorig jaar op verzoek van (VVD-)burgemeester Siebe Kramer van Kapelle een lezing onder de titel "De Fransen in de Tweede Wereldoorlog in Zeeland". Om het verhaal sterker te maken, heb ik ook prof. dr. Herman Amersfoort om zijn mening gevraagd. Hij is hoogleraar militaire geschiedenis; onder zijn verantwoordelijkheid verscheen Mei 1940, de strijd op Nederlands grondgebied. De kritiek van beide historici heb ik voorgelegd aan Brongers. Zijn antwoorden zijn in het verhaal verwerkt."
» Deze reactie is geplaatst op 4 juni 2005 14:38
Allert Goossens
Het roemruchte artikel van Van Oosten blijft garant staan voor commotie in de ingezonden brieven sectie van HP. In de editie van 3 juni vinden we een zeer zinnige bijdrage van Maarten Rigter, van Stichting de Grebbelinie en Militair Erfgoed.

Opzienbarend kan de ingezonden brief worden genoemd van Ab H. Bouvy uit Den Haag. Ik zal niet zijn hele brief citeren, maar de volgende kruidige passage wil ik het forum niet onthouden ...:

"De meidagen van 1940 zullen waarschijnlijk ten eeuwigen dage een controversieel onderwerp blijven zolang men de hoogstwaarschijnlijk belangrijkste oorzaak van de snelle nederlaag onbesproken laat, namelijk het ontslag van generaal Reynders en de verandering van diens oorlogsstrategie in april 1940, dat wil zeggen de versterking van de Grebbelinie ten koste van de Peelraamstelling."

Helaas legt de briefschrijver niet uit hoe hij tot zijn "ontmythologisering" is gekomen. Het is natuurlijk duidelijk dat deze man zich niet erg verdiept heeft in de zaken die strategisch veranderden in MAART 1940 naar aanleiding van de bevelsverandering. Hoe het ook zij, een knappe jongen die de snelle capitulatie van Nederland aan de bevelsverandering kan weten - althans onderbouwd met deugdelijke argumenten ...
» Deze reactie is geplaatst op 4 juni 2005 18:22
Allert Goossens
Fantastisch! Het stuk “De mythen van mei 1940” geeft HP de Tijd nog steeds veel aandacht. Totaal irrelevante ingezonden brieven worden klakkeloos geplaatst, terwijl ze niets met het bewuste artikel te maken hebben. HP de Tijd, die wel inhoudelijke reacties sans rancune inkortte, plaatst de laatste weken de ene fantastische reactie na de ander, schijnbare zonder redactie. Deze week (HP 10 juni) vindt een meneer of mevrouw Versijp uit Den Haag een gratis platform. Twee fantastische passages wil ik u niet onthouden:

“[citaat]De Fransen en de Belgen hebben de Nederlandse regering toen [AG: toen Reynders vasthield aan de Peel-Raamstelling] bewogen om voor Reynders een andere generaal te benoemen, een die wel het open eind in Noord-Brabant wilde verdedigen: het werd Winkelman. Er was dus wel degelijk geheim overleg. Ook Winkelman heeft de Peelstelling steeds als vertragingsstelling gezien, die eigenlijk door de Fransen in een later stadium overgenomen zou moeten worden.[einde citaat]”

Wat een waarachtige kul, en waar haalt zo iemand deze wijsheid toch vandaan???? Van voor tot achter is het volkomen op ononderbouwde suggestie gebaseerd. Allereerst heeft het ontslag van Reynders niets te maken met contact met (vermeende) bondgenoten. De hoofdzaak voor het ontslag was de verstoorde relatie van Reynders met de regering, en in hoofdzaak met Dijxhoorn. De tweede was verschil van inzicht tussen Reynders en Dijxhoorn over de te volgen strategie. Reynders was juist een hardnekkig voorstander van verdediging van Brabant, vooral ook omdat hij geallieerde hulp in de rug verwachtte. Juist Winkelman was de man die – m.i. terecht overigens – concludeerde dat ons leger te klein was voor hardnekkige verdediging van EN Vesting Holland EN de Peel-Raamstelling. Hij moest kiezen. Bij Winkelman’s aanstelling werd nooit door de regering geeist dat hij Brabant zou verdedigen. Sterker, zijn redenen om het niet (hardnekkig) te verdedigen werden door Dijxhoorn niet bestreden. Daarnaast wist Winkelman dat de linie het maximaal 48 uur kon uithouden met de ijle bezetting, en meende hij te weten uit de (geheime) contacten van Van Voorst Evekink in Parijs dat de Fransen beslist niet oost van Tilburg zouden optreden. Ze zouden de Antwerpse zone slechts verdedigen - een strategisch zeer verklaarbaar besluit. Tenslotte was het juist Winkelman die contacten legde met de geallieerden, en niet Reynders. En het was Winkelman die juist op basis van die contacten concludeerde dat de Fransen geen intenties hadden oost-Brabant te verdedigen, of boven de rivieren troepen te brengen (alhoewel hij er wel op hoopte toen het uur U inmiddels geslagen had …) Welke bronnen Versijp heeft voor zijn curieuze beweringen benieuwd me zeer. En ongetwijfeld de biograaf van Winkelman, Teo Middelkoop, ook! Je zal maar een nieuwe druk van je boek aan het afronden zijn en dit novum vernemen dat je in jaren onderzoek volkomen over het hoofd hebt gezien ... :-)

Een tweede, overigens wat minder curieuze, wijsheid:

“[Citaat] De rol van de Engelsen is in een regel te vertellen. Een kleine afdeling lichte tanks die nodig waren om de parachutisten de baas te worden, is een paar uur in Hoek van Holland geweest om vervolgens weer overhaast te vertrekken.[Einde citaat]”

Die “kleine tanks” waren slechts een handvol brencarriers. Het feit dat deze benaming wordt gebruikt verraad weinig ingevoerdheid in de materie. Deze brencarriers waren niets meer dan zeer lichte pantserwagens van de klasse van onze uit de dertiger jaren stammende Cardon-Lloyds. Ze waren helemaal niet speciaal tegen parachutisten bedoeld, maar gewoon een zeer klein gepantserd standaard onderdeel van het bataljon Guards dat landde in Hoek van Holland. De Britten waren alleen geïnteresseerd in het vernietigen van de olievoorraden in Pernis en omgeving. Voorts hadden ze belangstelling voor vernietiging van haveninstallaties, ook van de Noordzeesluizen bij Ymuiden. De Britse bijdrage bestond voorts uit enkele bombardementen (strategische bruggen over de Maas - via Belgie, Waalhaven en Ypenburg) en enkele jagersweeps. Daarnaast lichte ondersteuning van maritieme operaties, vooral rond Den Helder en voor de kust van Rotterdam.

Begrijp me goed. Deze briefschrijver zal ongetwijfeld een goedbedoelde hobbyist zijn, en vast iemand die vrij veel over deze materie leest of heeft gehoord. Het is mijn intentie niet mensen belachelijk te maken. Wat me wel opvalt is hoe de pers dit soort ongefundeerde – van enige bron of aanwijzing gespeelde – “ontmythologisering” maar telkens van een platform voorziet. Los van het feit dat het inhoudelijk niets met het stuk in kwestie (Schulten/Amersfoort) te maken heeft, en dus helemaal geen redactionele goedkeuring zou verdienen, is het ook jammer dat dit soort artikelen telkens weer zoveel aandacht krijgt in dergelijke bladen dat mensen deze mythes gaan geloven. Jammer.
» Deze reactie is geplaatst op 11 juni 2005 20:18
» Dit onderwerp is gesloten
2554