Als uw vader inderdaad behoorde, zoals ik nu begrijp, tot de MC van 2(II) - 3 RI en niet, zoals ik eerst meende te lezen, tot MC - ? - 23 RI, dan was hij tot de morgen van de 10e mei inderdaad in de buurt van MILL in de Peel/Raamstelling.
Het eerste bataljon moest daarna ter plaatse blijven, terwijl het 2e en 3e bataljon zich met de rest van de 6e divisie ( en dus van het IIIe Legerkorps ) over Maas en Waal verplaatsten.
Beide bataljons stonden op 12 mei in de buurt van Wadenoijen bij de Waal (in de Waal-Lingestelling ) en kwamen na de algemene terugtocht van het Veldleger uiteindelijk via o.a BUURMALSEN in de buurt van Leerdam terecht.
Contact met de Duitsers is er niet geweest.
De naam van sectiecommandant Deelstra heb ik niet kunnen vinden ( de kaderlijst was helaas zeer onvolledig ), maar wel de naam van kapitein TANIS, commandant MC - II - 3 RI. Misschien herinnert uw vader zich ook die naam. De naam van de bataljonscommandant was trouwens majoor SOMERS.
Mijn vraag: wat wilt u nu precies weten?
A) of er nog kameraden van uw vader in leven zijn, waarmee hij in contact
zou willen komen? Dat is voor ons niet na te gaan.
B) iets over de belevenissen van het onderdeel ( de MC ) in het algemeen?
Het is natuurlijk mogelijk dat er op het Instituut voor Militaire Ge-
schiedenis in Den Haag een verslag of rapport ligt van genoemde luitenant
(?) Deelstra ( informeer via:
smg@army.dnet.mindef.nl ).