Zoeken naar kazemat 'P10' onderaan Grebbeberg
DOOR MARTIN BRINK
RHENEN - Ergens in dit kleine weiland moet hij toch verborgen liggen? Een dag lang zoeken levert niets op. De leden van Stichting De Greb zijn wat teleurgesteld. "We gaan het proberen met grondradar of geluidsgolven," weet Wageninger Hans Brons, één van de zoekers. De 'P10', een Nederlands verdedigingswerk, moet en zal tevoorschijn komen ongeveer dertigjaar nadat hij in de grond is gestopt.Al heel lang waren de stichtingsleden er van op de hoogte dat in een stukje land nabij de voormalige Grebbesluis onder aan de Grebbeberg, een betonnen verdedigingswerk moest liggen. In de algehele opruimwoede van de jaren zeventig om zoveel mogelijk weg te poetsen van de laatste wereldoorlog, werd ook deze kazemat weggemoffeld.
Beter gezegd: onder de grond gestopt op het moment dat het Waterschap ook bezig was om de voormalige Grebbesluis weg te halen en daarvoor in de plaats een duiker te maken. "Eris hier toen flink gerommeld," weet Brons. "Er is een nieuwe laag zand op gelegd en betonnen platen gebruikt om een pad te maken. Daarom kunnen we niet goed zoeken."
Sleuven
Deze ochtend zijn al zeven sleuven gegraven. Maar er is niets aangetroffen dat lijkt op een kazemat. "Toch moet hij hier ergens liggen. Het kan toch niet zozijn dat we iets van drie bij zes meter over het hoofd zien," stelt Joost Bruinsma, een ander bestuurslid. Hij bemoeit zich vooral met de plaatsen waar proefsleuven gemaakt moeten worden.
Kees van de Waal, eveneens van stichting De Greb, toont foto's van de werkzaamheden rond 1976. "Kijk, hier zie je de kazemat scheef hangen, klaar om in het gat te schuiven. En let eens op die bomen op de achtergrond. Die staan er nu nog. Daar focussen we ons op."
Ze zijn gemaakt in 1936. Blijkbaar was het een proef want later kwamen langs de rivieren andere - zwaarder uitgevoerde - soorten. De P10 is tijdens de meidagen daadwerkelijk gebruikt. Daarin stond een Böhler-geschut met een kaliber van 4.7 cm. Het toen uiterst moderne PAG-geschut was van Oostenrijkse makelij. Nederland had er te weinig van om er effectief tegenstand mee te kunnen bieden.
Het naar boven halen van het vergeten 'monument' heeft alles te maken met het project 'Grebbelinie boven water' waarin de betrokken gemeenten - zelfs een regiogemeente als Wageningen - samenwerken in een project om de voormalige verdedigingslinie weer in oude luister te herstellen en om er vanuit toeristisch oogpunt op verschillende manier de aandacht op te vestigen.
Weerzien
De graafwerkzaamheden wordt gefinancierd door het projectbureau 'Grebbelinie boven water'. Hans Brons: "Het heeft ook te maken met de plannen straks. Het fietspad langs de N225 wordt verbreed en ook aan de weg wordt wat gedaan. In die plannen hebben wij ook kunnen meedenken. Het is de bedoeling dat deze kazemat weer een mooie plek zal krijgen, in de buurt waar hij ooit heeft gestaan."
Voorlopig is het nog stevig zoeken. Er wordt ook speciaal gelet op verstoringen in de grond. "Dit is gewoon zand, dat is er later op gelegd," wijst Brons aan. In dit deel is het juist allemaal vette rivierklei.
Voor Kees van de Waal zal het een weerzien worden wanneer de P10 tevoorschijn komt. "Ik woonde vroeger al in Rhenen en ging naar school in Wageningen. En altijd kwam ik langs die kazemat." Opeens was hij weg, stelt hij, maar daar zal binnenkort ongetwijfeld verandering in komen.
Overigens is er wel een kleine domper waar men rekening mee houdt. Er zijn verhalen dat de P10 destijds in opdracht van het Waterschap in puin is geslagen. Maar daar willen de stichtingsleden nog niet aan denken.
Protest
Onlangs heeft minister Ronald Plasterk het verzoek afgewezen om de Grebbelinie als beschermd monument aan te wijzen. Daardoor staan de vele kazematten en andere overblijfselen van de voormalige verdedigingslinie er weer onbeschermd bij. Tot de uitspraak van de minister hadden ze een voorlopige bescherming. Kees van de Waal van Stichting De Greb laat weten dat "het verzoek echt wel binnen de tijd is gedaan. We tekenen dan ook protest aan. Dat doen we samen met de stichting Menno van Coehoorn. De provincie Utrecht wil hierin geen partij zijn."
Bron: de Rhenense Betuwse Courant van donderdag 27 maart 2008, pagina 2
743« 2008