Discussiegroep
Onderwerp: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen
|
3.417 keer gelezen 5 reacties |
Categorie: Overig Mei 1940 |
Op 27 mei 1940 ondertekende Generaal Winkelman de voorloper van dit diep in het Nederlandse arbeidsrecht ingrijpende besluit (Staatsblad O 801). Wie kan mij helpen aan de plaats waar en de omstandigheden waaronder Generaal Winkelman zijn handtekening zette? En een kopie van zijn besluit.Waar was hij die dag? Ik zoek tevergeefs in de biografie van Teo van Middelkoop (Een soldaat doet zijn plicht). Ook de juridische literatuur helpt mij niet verder. » Dit bericht is geplaatst op 30 mei 2007 19:32 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
Ik ken alleen het BBA-1945, en weet niet exact waar u op duidt als u wijst naar een besluit dat Winkelman op 27 mei heeft genomen in relatie tot het BBA. Wel weet ik dat die dag twee markante brieven door hem werden opgesteld die in verband stonden met het Landoorlogrecht, 52-LOR om precies te zijn.
Op 27 mei op het Algemeen Hoofdkwartier aan de Lange Voorhout te Den Haag werden twee mij bekende decreten door Winkelman uitgevaardigd. De ene - de kortste - richting de rebelse groot-industriƫle metaalbedrijven [terzake vervaardiging en/of reparatie van oorlogsmateriaal tbv Duitsland] en de tweede - de meest uitgebreide - aan Ringeling [SG Defensie]. Dat decreet - dat wellicht door u bedoeld wordt - betreft een in samenwerking met jurist Schepers en Den Hollander [directeur Artllerie Inrichtingen] opgestelde instructie terzake de implimentatie van 52-LOR inzake te verrichten arbeid en werkzaamheden voor de bezetter ten bate van diens weermacht. De tekst daarvan kan ik eventueel integraal weergeven als dit is wat u bedoelt. Die is overigens ook in deel 2A, pg 145-146 van de Parlementaire Enquete Commissie verslagen terug te vinden. Op 27 mei was Winkelman nog feitelijk hoogste bestuurder van Nederland. Op 29 mei werd hij door de aangestelde Seys-Inquart gereduceerd tot "chef demobilmacher", en verloor hij zijn bestuurlijke autoriteit. Overigens is de bewuste instructie door de Duitsers bijzonder slecht ontvangen.
Geeft u maar aan of u denkt dat dit het document is wat u bedoelt. » Deze reactie is geplaatst op 30 mei 2007 23:27 |
|
|
|
Ik kan uw vraag niet beantwoorden, maar de vraagstelling is interessant. U suggereert dat Winkelman op die 27e mei een beslissing nam die hij onder andere omstandigheden in de periode na de capitulatie niet genomen zou hebben. Als we afgaan op Winkelmans toestemming aan de majoor Breunese om met de Duitsers de Opbouwdienst te organiseren - de voorloper van de Arbeidsdienst - is het voorstelbaar dat Winkelman alle maatregelen heeft ondertekend die de maatschappelijke orde konden bevorderen. Zijn doelstelling was ongetwijfeld stabilisering, rust en orde. Zijn goedkeuring aan die maatregel t.a.v. het arbeidsrecht moet daar onder vallen, tenzij hij op de 27e mei even met de gedachte gespeeld heeft dat zijn inbreng groter zou kunnen zijn dan het passen op de winkel.
Graag vernam ik van u wat de ingrijpendheid van het besluit van de 27e mei was. » Deze reactie is geplaatst op 30 mei 2007 23:37 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 2.114
|
Overigens denk ik dat u - heer Vas Nunes - wellicht duidt op de door sociale zaken opgestelde en door Winkelman verordoneerde instructie aan de Nederlandse werkgevers die hen verbood hun bedrijven te sluiten of de arbeid(vergoeding) te verminderen tot minder dan 36 uur per werkweek. Winkelman wilde hiermee massa ontslagen voorkomen. Hij is hierover onder vuur komen te liggen omdat hij hiermee indirect werkgevers in handen van Duitse opdrachtgevers zou sturen. Van dit besluit heb ik de exacte tekst niet in mijn bezit. Overigens is ook dat besluit in Den Haag op het AHK genomen.
Ik begrijp niet helemaal waar de heer Kleinresink naar verwijst als hij de Opbouwdienst in verband brengt met deze kwestie. De Opbouwdienst was een in eerste aanleg volmaakt correcte organisatie die louter wederopbouw tot doel had. Alleen werkloze militairen kwamen ervoor in aanmerking. Zij werden niet gedemobiliseerd maar te werk gesteld ten bate van civiele herstellingen. De latere Arbeidsdienst was van andere signatuur. Ik zie niet zo goed dat dit besluit van Winkelman enige binding heeft met het BBA.
Winkelman had consequent voor ogen dat minimale medewerking aan de bezetter moest worden verleend en dat het oorlogsreglement strikt diende te worden gehandhaafd. Hij stond hierin vrijwel alleen, zowel onder militairen als onder civiele bestuurders. In Ringeling vond hij een medestander, maar die werd nog eerder dan Winkelman gewipt. Hirschfeld was voorloper in conformisme, en werd door vrijwel alle bestuurders en ook de latere militaire vervangers van Winkelman gevolgd. Winkelman had echter wel - daartoe overigens sterk gesouffleerd door diverse SG's - duidelijk een houding waarin hij de belangen van de NL burgers wilde behartigen. Vandaar inderdaad ook diverse besluiten en reguleringen ten bate van de arbeidsrust. » Deze reactie is geplaatst op 31 mei 2007 00:14 |
|
|
|
Beste Goossens,
Winkelmans toestemming voor de oprichting van de Opbouwdienst kan als tendens gezien worden van zijn optreden na de capitulatie: orde en arbeidsrust, zoals je zelf zegt. » Deze reactie is geplaatst op 31 mei 2007 22:38 |
|
|
(redactie)
Totaal berichten: 849
|
Onderstaande tekst is gepubliceerd in het Algemeen Handelsblad:
-------
Blijvende of tijdelijke stopzetting van bedrijven verboden - werktijd niet minder dan 36 uur - beperking ontslag.
De Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht heeft de volgende verordening afgekondigd.
Artikel 1.
Het is na 27 Mei (1940) verboden:
a. den arbeid in een onderneming blijvend of tijdelijk stop te zetten; of den arbeidsduur te verminderen tot minder dan 36 uur;
of
b. gedurende een tijdvak van dertig achtereenvolgende dagen 25 of meer arbeiders in een onderneming al of niet tegelijkertijd te ontslaan, zonder hiertoe vooraf schriftelijke vergunning te hebben verkregen van of namens den Directeur-Generaal van den Arbeid.
Aan deze vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden.
Artikel 2.
1. Het verzoek om vergunning moet worden gericht aan het districtshoofd der arbeidsinspectie en bevat de redenen voor het verzoek en vermeldt het aantal en de soort van arbeiders, die door voldoening aan het verzoek geheel of gedeeltelijk buiten werk zullen komen.
2. Op het verzoek wordt zoo spoedig mogelijk beslist.
Artikel 3.
Het hoofd of de bestuurder van de onderneming, die in het tijdvak van 10 tot 28 Mei 1940 hetzij den arbeid in de onderneming heeft doen stopzetten; hetzij 25 of meer arbeidskrachten in zijn onderneming al of niet tegelijkertijd heeft ontslagen, geeft daarvan kennis aan het districtshoofd van de arbeidsinspectie voor 3 Juni 1940, schriftelijk. Hij vermeldt daarbij de redenen voor het gedane ontslag of van het stopzetten van den arbeid en het aantal en de soort van arbeiders, die als gevolg van het stopzetten van den arbeid of het ontslag buiten werk zijn gekomen.
Artikel 4.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 28 Mei 1940.
-------
Bron: Keesings Historisch Archief - deel 1937/1940 » Deze reactie is geplaatst op 3 juni 2007 11:06 |
|
|
2554