Geachte heer Game,
Jammer dat u nog geen contact met mij hebt opgenomen. Inmiddels ben ik echter op eigen kracht toch redelijk verder gekomen en mijn resultaat wil ik de webredactie en bezoekers van deze discussiegroep niet onthouden. Allereerst geeft ik een korte schets van de Cavalerie in de jaren dertig van de vorige eeuw om een en ander in perspectief te kunnen plaatsen.
In de samenstelling van het Wapen der Cavalerie op voet van vrede waren in de dertiger jaren vier halfregimenten huzaren (1 t/m 4 HRH) opgenomen Deze halfregimenten waren twee aan twee tot een regiment huzaren samengevoegd. Zo vormden 2 HRH te Breda en 3 HRH te Den Haag het IIe Regiment Huzaren ( II RH). Hierbij waren de regimentsstaf (St I RH) en het 1e en 2e Eskadron (1- en 2-II RH) in Den Haag gelegerd en het 3e en 4e Eskadron (3- en 4-II RH) in Breda. Overigens behield 2 HRH een eigen commandant en -staf alsmede een eigen standaard. Op 1 januari 1939 zou aan deze situatie een einde komen; toen werden in de vredessamenstelling de vier halfregimenten huzaren opgeheven en het 1 t/m 4 Regiment Huzaren (1 t/m 4 RH) daarin (her)opgericht.
In tijd van vrede waren de (half)regimenten uitsluitend opleidingsonderdelen, waarbij nieuwe lichtingen dienstplichtigen voor eerste oefening onder de wapenen kwamen. Bij de Cavalerie duurde deze eerste oefening 15 maanden, waarna de dienstplichtigen met groot verlof werden gezonden. In vredestijd waren parate troepen met geoefend personeel destijds niet aanwezig. Ten tijde van oorlogsdreiging werd er gemobiliseerd; d.w.z. werd de samenstelling op voet van oorlog geformeerd. Daartoe moesten ook oude, met groot verlof zijnde lichtingen, weer onder de wapenen worden geroepen.
Volgens de destijds geldende regeling was Bernhard Game, gezien zijn geboortejaar 1914, ingedeeld bij de lichting 1934. In de loop van dat jaar (oktober?) werd hij als "gewoon dienstplichtige" (zouden we later "dienstplichtig huzaar" noemen) voor zijn eerste oefening onder de wapenen geroepen en ingelijfd bij 2 HRH te Breda. Dit halfregiment was op de Trip van Zoudtlandtkazerne gelegerd. Bernhard Game werd opleid tot "huzaar in een eskadron". Na afloop van zijn eerste oefening werd eind (?) 1935 groot verlof aan hem verleend.
In het fotoarchief van het Cavaleriemuseum te Amersfoort bleek enige albums van 2 (H)RH aanwezig, waarin zich tot mijn verrassing ook een afdruk van de eerder door u geplaatste groepsfoto bevond. Volgens het bijschrift is op deze foto, die op de Trip van Zoudtlandtkazerne te Breda is gemaakt, het 3e peloton van 3-II RH, lichting 1934 afgebeeld. Deze en andere groepsfoto's werden gemaakt ter gelegenheid van het afscheid van zijn eskadronscommandant ritmeester Jhr. S.M.S.A.A. de Marees van Swinderen. Zijn pelotonscommandant was toen eerste luitenant J.J. Ceuvel; ook zichtbaar op de groepsfoto midden eerste rij met kepie en draagriemstel. Bovendien bleek zich in dit album nog een foto van dit peloton te bevinden, maar dan te paard na het behalen van een 1e prijs. Helaas staat daar niet bij waarvoor deze prijs was behaald. Vermoedelijk was dat echter bij het onderlinge concours hippique dat ter gelegenheid van het afscheid van de eskadronscommandant werd gehouden. Beide foto's met hun bijschriften heb ik gescand om hierbij weer te kunnen geven.
Klik hier voor een uitvergroting.
Klik hier voor een uitvergroting.
In 1938 werd de cavalerie-lichting 1934 weer onder de wapenen geroepen voor de eerste herhalingsoefening, die van 15 september tot 1 oktober duurde. Hierbij werd ook deelgenomen aan manoeuvres van de Lichte Brigade, die van 21 tot 30 september in Gelderland plaatsvonden. Ik ben benieuwd of uw vader daarover ooit iets heeft verteld.
De gegevens van alle met verlof zijnde dienstplichtigen werden bij het mobilisatiebureau van het (half)regiment huzaren geregistreerd. Voorts werd bij dit bureau aan ieder van hen een mobilisatiebestemming toegewezen, d.w.z. het oorlogsonderdeel waarbij zij zich in geval van mobilisatie moesten melden. Voor Bernhard Game blijkt deze bestemming uiteindelijk het 3e Reserve Eskadron Huzaren te zijn. Dit reserve eskadron was ingedeeld in de IIIe Verkenningsafdeling, waartoe ook twee compagniën (later eskadrons) wielrijders, een gemotoriseerd mitrailleurpeloton en een sectie van twee Morris-wielpantserwagens behoorden.
Op 28 augustus 1939 werd de algemene mobilisatie afgekondigd; eerste opkomstdag 29 augustus. Hierbij werden de niet in werkelijke dienst zijnde gewone dienstplichtigen van de lichtingen 1924 t/m 1939 weer onder de wapenen geroepen. Voorts werd vanaf dat moment de vordering van paarden in gang gezet. De mobilisatie van de IIIe Verkenningsafdeling vond plaats in Udenhout (ten NO van Tilburg). Daarna werd de IIIe Verkenningsafdeling begin september naar de aangewezen oorlogslocatie verplaatst en in Heesch (ten Z van Oss) gelegerd. Aldaar werd het personeel in burgerwoningen en op boerderijen ingekwartierd, soms onder zeer primitieve omstandigheden.
Op 1 mei 1940 zou een grootscheepse reorganisatie van de oorlogsonderdelen van de Cavalerie plaatsvinden, waartoe al jaren eerder was besloten. Hierbij zouden onder meer de Ie t/m IVe Verkenningsafdeling worden opgeheven, waarna de vier reserve-eskarons huzaren in een tijdelijk geformeerd 5e Regiment Huzaren (5 RH) zouden worden ingedeeld. In dat verband marcheerde het 3e Reserve Eskadron Huzaren eind april 1940 van Heesch naar Harderwijk, alwaar 5 RH op 1 mei 1940 werd opgericht. De eskadrons van 5 RH werden genummerd naar het regiment waarvan het personeel afkomstig was. Daarom was het 3e Reserve Eskadron Huzaren omgedoopt tot 2-5 RH. Begin mei werd 2-5 RH in Ermelo gelegerd. Het eskadron kreeg tot taak bij Speulde een gedeelte van een voorbereide lijn van weerstand te bezetten. Deze lijn liep verder via Ermelo naar de Zuiderzee en werd ook door andere eskadrons van 5 RH bezet.
In de nacht van vrijdag 10 mei 1940 werd bevel ontvangen de opstellingen om 05.00 uur volledig te hebben bezet. Zonder contact met vijand te hebben gehad, moest in de loop van de morgen worden teruggegaan op de achterliggende lijn Huinen-Putten-Nulde; 2-5 RH kwam in reserve in bedekt terrein ten ZO van Kasteel Oldenaller (4 km N van Nijkerk) en nam daar een opnamestelling in. In de avond werd 2-5 RH uit deze opnamestelling teruggenomen en in reserve naar een positie W van Nijkerk verplaatst.
In de nacht van 11 mei werd bevel ontvangen via Amersfoort terug te gaan naar het bedekte terrein tussen Soesterberg en Huis ter Heide. Omstreeks 04.00 werd in bedekt terrein O van Huis ter Heide tot legering overgegaan. In de verdere loop van 11 mei werd 2-5 RH verplaatst naar Austerlitz om eventuele vijandelijke parachutisten. Op 11 en 12 mei werd een paar keer uitgerukt, maar steeds bleken de meldingen vals te zijn.
In de avond van 13 mei werd 2-5 RH in regimentsverband over Utrecht naar Haarzuilens verplaatst. Na in de vroege morgen van 14 mei in Haarzuilens te zijn aangekomen, werd het eskadron ondergebracht in een park bij Kasteel De Haar. In de vroege avond van 14 mei werd het bevel van hogerhand ontvangen om de wapens neer te leggen. Na de capitulatie op 15 mei werd bekend gemaakt dat alle daarbij betrokken troepen als krijgsgevangen werden beschouwd; voorlopig moesten deze troepen op de locatie blijven waar zij zich op dat moment bevonden. Op 16 mei werden in Haarzuilens de eerste Duitse troepen waargenomen.
Op 24 mei vond een verplaatsing van 5 RH plaats naar Harderwijk. Eind mei en begin juni mocht een groot deel van het dienstplichtig en reserve-personeel met groot verlof vertrekken. Deze verlofgangers moesten over een eerdere burgerbetrekking beschikken of deze inmiddels hebben verkregen.